Deze artikelen zijn alleen voor abonnees. Nog geen inlogcode? Registreer je hier.
Mei/juni
Wieneke Maris geeft aardrijkskunde en is een van de drijvende krachten achter het platform Teachers for Climate. ‘Kinderen en jongeren maken zich gigantische zorgen over het klimaat,’ zegt Wieneke Maris, leraar aan de International School of The Hague. Ze weet dat niet alleen uit eigen ervaring als aardrijkskundeleraar, maar put ook uit een groot internationaal onderzoek dat laat zien dat 84% van de ondervraagde jongeren zich zorgen maakt over de klimaatcrisis. Maris: ‘Ik merk dat klimaatnieuws over hitte, droogte en overstromingen mijn leerlingen heel somber kan maken. Een vraag die mij continu bezighoudt, is dan ook: hoe kan ik lesgeven over klimaatproblemen zonder mijn leerlingen gedeprimeerd of apathisch achter te laten?’.
April
Thijmen Sprakel is met hart en ziel vmbo-docent. Hij haalt inspiratie uit zijn gesprekken met onderwijswetenschappers van over de hele wereld. Sprakel beschouwt zichzelf als een rasechte vmbo-docent die niet aan één bepaald schoolvak vastzit. Zo gaf hij jarenlang Engels, maar ook muziek, want hij studeerde af aan het conservatorium op de flamencogitaar. Tegenwoordig geeft hij multimedia-vakken op het Maerlant College in Brielle binnen het opleidingsprofiel Dienstverlening en producten. ‘Ik zie het boven alles als mijn taak om ervoor te zorgen dat een vmbo’er met hetzelfde zelfvertrouwen en dezelfde trots en eigenwaarde de middelbare school verlaat als een vwo’er,’ betoogt Sprakel.
Maart
De leerlingen uit groep 6 van Silke Bodd weten veel over zon, maan en sterren dankzij de doordachte aanpak van wereldoriëntatie op school. Bodd is lid van de expertgroep die zich bezighoudt met het ontwikkelen en invoeren van schoolbreed thematisch onderwijs op Het Mozaïek. ‘De wereldverbeteraars’ noemt de groep zichzelf, met een knipoog naar de wereldoriëntatievakken. De leden voelen zich geïnspireerd door onderwijsonderzoeker Guuske Ledoux die stelt dat een school die milieugebonden leerlingachterstanden wil bestrijden vooral een ‘wereldoriëntatieschool’ zou moeten zijn.
Januari/februari
‘Hoe kunnen leerlingen meer leren van O&O dan ze nu doen?’ Startend leraar Lars Hak zocht het uit. Voor zijn onderzoek hield hij groepsinterviews met leerlingen. Ook sprak Hak met O&O-leraren en ontwierp hij een vragenlijst voor leerlingen. Wat bleek? Er bestaan wel degelijk verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen en hun houding ten opzichte van het vak O&O.
December
Rekencoördinator Floor Meijering versterkt het automatiseren op haar school. Dat werpt z’n vruchten af. Ze ziet dat aan de Cito-scores en aan de resultaten van automatiseringstoetsen die het team tot nu toe twee keer schoolbreed afnam. Meijering analyseerde alle scores en constateerde dat die in alle groepen omhoog zijn gegaan het afgelopen schooljaar. ‘Maar we gaan de toets nog een keer afnemen, zodat we zeker weten of de stijgende lijn doorzet,’ vertelt ze.
November
Tijdens zijn masteropleiding Learning & Innovation raakte Mirko Wohlrabe geïnteresseerd in het zinvol toepassen van technologie in zijn lessen. ‘Eigenlijk zou iedere leraar zich daarin moeten verdiepen,’ vindt hij. ‘De verleiding is groot om te denken: ach, als ze maar iets op hun laptop doen, dan vinden ze het al snel leuk en dan komt het goed. Maar zo werkt het niet: onderzoek laat zien dat je goed moet afwegen hoe en wanneer je ICT inzet in je lessen. Want nieuwe technologie trekt vaak wel de aandacht van de leerlingen, maar heeft lang niet altijd effect op hun leren.’
Oktober
Ze zal het nooit vergeten. Eefje Bruijnen was een paar jaar geleden met haar toenmalige groep 7 op schoolreis. Plotseling riep een jongen uit: ‘Kijk juf, een echte koe!’ Dat maakte indruk op haar. ‘Die spontane uitroep liet zien dat veel van onze leerlingen heel weinig meekrijgen van de echte wereld.’ Bruijnen onderzocht daarom het bevorderen van levensecht leren. ‘Als een kind zich ergens over verbaast of ergens nieuwsgierig naar wordt, dan ontstaat er emotionele betrokkenheid bij de lesinhoud,’ vertelt ze. ‘Dat maakt dat leerlingen gaan nadenken en gemotiveerd zijn om te leren.’
September
Leraar Christel Janssen Steenberg creëert mede-eigenaarschap door haar leerlingen gestructureerde keuzevrijheid te bieden. ‘Ik wilde de leerlingen graag meer zelf laten kiezen, omdat dat goed is voor de motivatie. Maar te veel autonomie is ook weer niet goed, laat onderzoek zien. Je hebt altijd een leraar nodig die aan het roer staat.’
Juni
Geschiedenis naar de leefwereld van leerlingen brengen. Dat is de diepste drijfveer van Hendrik van Doezum, geschiedenisleraar aan het Lauwers College te Buitenpost. Leerlingen moeten leren om gebeurtenissen te verklaren door ze in de context te plaatsen. Ze kunnen zich bijvoorbeeld niet voorstellen waarom vrouwen ooit ontslagen werden als ze trouwden.
Mei
Goede feedback is een kwestie van kleine moeite, groot effect. Maar je moet wel weten hoe het werkt, stelt Desiré van Rossum. Het grootste leereffect valt te behalen door feedback te geven op het niveau van metacognitie, dus op hoe een kind een taak aanpakt, evalueert en bijstuurt.
April
‘Ach meneer, u begrijpt toch wel wat ik bedoel?’ Volgens Ron Delker, leraar Engels aan het Praedinius Gymnasium in Groningen, weten leerlingen vaak niet hoe ze vragen over literatuur moeten beantwoorden. Delker ontwikkelde een speciale oefenles. Bij elke toetsvraag stond het type aangegeven: reproduction, reason of insight.
Maart
Alleen rijke taal draagt bij aan een goede taalontwikkeling, leerde Saskia Lambrechts tijdens haar masterstudie. Dat inzicht paste ze toe op het leesonderwijs aan nieuwkomers. ‘Toen ik voor mijn masteronderzoek kritisch naar ons toenmalige leesonderwijs ging kijken, realiseerde ik me dat we de leerlingen versimpelde teksten lieten lezen. We gingen ervan uit dat dat noodzakelijk was, omdat ze de teksten anders niet zouden begrijpen.’
Januari/februari
Leraar Kees Verbeek en zijn collega’s ontwikkelden samen een leerplein voor wiskunde, scheikunde en natuurkunde in de onderbouw. Op het leerplein werken alle onderbouwleerlingen van vmbo-tl, havo en vwo uit hetzelfde leerjaar in groepjes aan de exacte vakken. ‘Er wordt hier hard gewerkt,’ vertelt Verbeek. ‘Soms mopperen collega’s van andere vakken dat leerlingen in hun les zo moe zijn na hier een blokuur geconcentreerd te hebben gewerkt.’
December
Leraar Lise Eekhart en haar collega’s dragen samen de verantwoordelijkheid voor hun leerlingen. De roerige periode van onderwijsstakingen van een paar jaar geleden had voor OBS Tuindorp in Utrecht ingrijpende gevolgen. ‘We besloten de school teamgericht te gaan organiseren: niet meer vanuit de traditionele indeling van één leraar per klas, maar vanuit de indeling in leerjaren.’
November
Biologiedocent Lieke Kievits van het Alkwin Kollege in Uithoorn doet graag nieuwe ideeën op voor haar lessen. Zo stuitte ze op een methode om met gebruik van touwtjes en kralen erfelijkheid uit te leggen aan haar leerlingen. Zo’n practicum helpt de leerlingen lastige stof te begrijpen. ‘Ze zijn vaak keihard aan het werk in zo’n les,’ vertelt Kievits. ‘Je ziet de kwartjes vallen. Toch hebben ze door het fröbelen met de touwtjes niet het idee dat ze moeilijke stof aan het verwerken zijn.’
Oktober
Bij scheikundeproeven maakt het veel uit wat voor instructie je leerlingen geeft. Dat ontdekte docent en onderwijsonderzoeker Marion van Brederode van het Calandlyceum in Amsterdam-West. Zij veranderde de opzet van natuurkundepractica. Dat leidde tot een enorme verbetering van het kritisch denken van eerstejaarsstudenten.
September
Aldo Rooijendijk, leraar en taalspecialist op de Pro Rege School in Amsterdam Nieuw-West, nam het initiatief close reading in te voeren op zijn school. Met als doel: leerlingen én leraren motiveren. ‘Eigenlijk was iedereen ontevreden over de methode die we gebruikten. De teksten boden leerlingen te weinig uitdaging.’ Close reading heeft juist als uitgangspunt dat leerlingen een moeilijke tekst voorgeschoteld krijgen
Juni
Martijn Leensen, docent natuurkunde aan het Stedelijk Gymnasium in Den Bosch, helpt z’n leerlingen slim te leren. Hij doet dat door in de klas te vertellen over handige leerstrategieën en uit te leggen waarom bijvoorbeeld gespreid oefenen leidt tot beter leren. ‘Ik probeer leerlingen ervan te overtuigen dat ze de stof beter leren beheersen als ze elke week een halfuur aan natuurkunde werken. Beter elke week een beetje, dan kort voor de toets heel veel.’
Mei:
De interactie tussen leerkracht en leerling in multiculturele klassen verdient meer aandacht op de pabo’s, vindt Simone Polderdijk. Een van de pijlers van haar promotieonderzoek is het begrip cultureel responsief lesgeven. Dit houdt in: verbinding maken met je leerlingen, geïnteresseerd zijn in wat de kinderen thuis doen en meemaken, en vervolgens je onderwijs daarop aanpassen. Dat kan bijvoorbeeld door leerlingen in de klas te laten vertellen over hun religie. Of door hun kennis over culturen in te zetten in de les.
April:
Projectonderwijs is bij uitstek geschikt als taal en communicatie niet vanzelfsprekend zijn, vindt Jocelijn Pleumeekers van het Taalbrug College in Eindhoven. Daarbij zitten basis-, kader- en tl-leerlingen door elkaar. ‘Het niveau-overstijgende maakt dat leerlingen elkaar gaan helpen. Een tl-leerling kan dingen vaak goed onthouden en kennis erbij halen. Maar een basis-leerling is zo mooi praktisch bezig. Die hoor je dan weleens zeggen: “Jaja, dat heb je wel mooi bedacht, maar da’s echt niet handig…” Ze leren zo veel van elkaar, dat is echt heel tof!’
Maart:
‘Na de coronalockdowns merkten met name de middenbouwcollega’s dat het leesniveau van de kinderen was achtergebleven,’ vertelt Veroni Heijltjes. ‘Niet alleen het technisch leesniveau was onder de maat, maar we merkten ook dat veel kinderen niet goed begrepen wat ze lazen en dat ze maar weinig plezier hadden in het lezen.’
Januari/februari:
Door de jaren heen kreeg Edith Alkema steeds meer moeite met de kwaliteit van werkstukken. ‘Leerlingen knipten en plakten de teksten in elkaar, vaak zonder enige samenhang en structuur. Dus ik zei tegen de schoolleiding: ik heb geen zin meer om die werkstukken na te kijken. Maar ik wil wel uitzoeken hoe ik leerlingen kan helpen betere teksten te schrijven.’ Alkema kreeg van haar bestuur een onderzoekssubsidie en ze ging op zoek naar een promotor. Die vond ze in hoogleraar Gert Rijlaarsdam.'
December
De kinderen van groep 7 van ikc De Kinderkoepel zitten niet willekeurig naast elkaar in de schoolbanken. Leerkracht Laura van der Ploeg denkt ieder jaar opnieuw heel bewust na over de klassenindeling. Het maakt namelijk nogal uit wie bij wie in de buurt zit. Tot dat inzicht kwam ze een paar jaar geleden dankzij een lezing van gedragsdeskundige Kees van Overveld over het omgaan met klein probleemgedrag in de klas
November
Een jaar of acht geleden las docent Engels Gert Verbrugghen voor het eerst over de Cognitive Load Theory van John Sweller: ‘Vroeger stopte ik in mijn powerpointpresentaties altijd een leuk cartoontje. Dat vond ik grappig en dat boeit de leerlingen, dacht ik. Maar als je de theorie van Sweller leest, weet je dat dat niet goed is. Leerlingen die zo’n cartoon zien, raken afgeleid, gaan aan andere dingen denken en dat belast het werkgeheugen.’
Oktober
Als kind zat Jeannette Berckenkamp al op de J.H. Snijdersschool in Rijswijk. Later kwam ze terug als pabostudent voor haar stage en vanaf dat moment is ze er nooit meer weggegaan. Inmiddels is ze er ib'er, met een bijzondere kijkop teamvorming. 'Persoonlijke verbinding maakt het makkelijker om elkaar feedback te geven'.
September
Wiskunde zonder methode? Kan zeker: quizzen en voorbeeldsommen bieden een prima alternatief voor de lesmethode, ontdekte Anita Smit. ‘Leg leerlingen uit waarom jouw aanpak hen beter laat leren.’
Juni
Om onderwijs te verbeteren, is het belangrijk om af en toe op de rem te trappen. Dat leerde de Apeldoornse leerkracht Marieke de Glopper, die een methode ontwikkelde om als leraar kritisch en onderzoekend te werk te gaan op school. 'Want als je niet uitkijkt, loopt het team twee jaar later weer tegen hetzelfde probleem aan.’
Inmiddels is haar methode een succes op school: het gaat bij de leraren veel meer over de inhoud.
Mei
‘Dit is de opdracht, dat is de inleverdatum, succes.’ Flemming van de Graaf, die zich verdiepte in formatief handelen, kan zich niet meer voorstellen dat hij dat ooit nog zal zeggen. Feedback vormt voor hem de basis van zijn les. Minder toetsen voor cijfers, maar juist continu de leerling assisteren om leerstof op de lange termijn te onthouden.
April
Wat is er nodig om nieuwkomers drie- tot vijfduizend woorden per jaar aan te leren? Interactie, thematisch inbedden en begrip, weet leerkracht Jaap van Oosteren.
Lezen, schrijven en woordenschataanbod moeten een geheel zijn, en niet losstaan van begrip en kennis. Dat werd de insteek van Van Oosteren en zijn collega's. 'Wereldoriëntatie en kennisdoelen koppelen aan woordenschat en leesonderwijs. Vervolgens is herhaling de crux.'
Maart
Anis Berber hoopt dat er minder mbo-studenten voortijdig uitvallen bij de opleiding tot bedrijfsadministrateur. En daarom onderzoekt hij wat hun betrokkenheid en self-efficacy vergroot.
Berber koos er samen met zijn collega’s voor om zich op één aspect te richten: betrokkenheid. ‘We hopen dat meer studenten zich betrokkener gaan voelen bij hun studie, bij hun medestudenten en de normen en waarden op school.’
Januari/februari
Dit jaar trappen we af met Elise Bouman, lerares Frans en al 23 jaar werkzaam in het vak. Anders dan gebruikelijke methodes vaak doen, put zij veel inspiratie voor haar lessen uit bevindingen uit de cognitieve psychologie en taalwetenschappen.
Bouman vindt het dan ook opvallend dat vakdidactici in Nederland niet vaker teruggrijpen op de nieuwste inzichten uit de taalwetenschap en psychologie. ‘Je moet weten wat taalwetenschappers ontdekken, en hoe je leerlingen daarmee motiveert.’
Leerkracht Maaike Radix gebruikt wetenschappelijke literatuur om het leesonderwijs in haar onderwijszorggroep naar een hoger niveau te brengen.
Radix merkt dat het leesonderwijs staat of valt bij goede instructie. ‘Het draait om herhalen, inoefenen volgens vaste patronen en de leerlingen succeservaringen laten opdoen.’
Docent Esther Mestebeld bracht projectgestuurd onderwijs naar het Isendoorn College in Warnsveld. ‘De kwaliteit staat of valt met goede begeleiding door de leraar.’
Zo’n project begint met een kick-off, een evenement om de nieuwsgierigheid van de klas te wekken. Daarna formuleren leerlingen in groepjes een vraag die ze belangrijk vinden om te beantwoorden, zoals: ‘Hoe zorgen we als jonge inwoners van Gelderland voor een schone rivier?’ Daarmee gaan ze aan de slag. ‘En we eindigen iedere keer met de presentatie van een eindproduct voor bijvoorbeeld medeleerlingen, ouders en soms ook betrokken externe organisaties,’ vertelt Mestebeld.
Docent Nederlands Gepco de Jong wil zijn vwo’ers beter klaarstomen voor het hoger onderwijs. Zijn onderzoek naar academische vaardigheden helpt daarbij.
Universiteiten zelf zeggen vaak dat studenten niet goed zijn voorbereid op het wetenschappelijk onderwijs. ‘Terwijl er in het vwo steeds meer aandacht is gekomen voor academische vaardigheden,’ zegt De Jong. ‘Dus daar gaat iets mis.’
Leerkracht Penny Philips ontdekt in een onderzoekswerkplaats hoe ze leerlingen betere digitale opzoekvaardigheden kan aanleren tijdens haar lessen wereldoriëntatie.
Samen met een lio bedacht ze manieren om leerlingen bij het thema monniken en ridders meer handvatten te geven. Ze gaven eerst instructie over doelgericht zoeken, via Google en binnen een website, en oefenden met zoektermen. Daarna konden leerlingen kiezen uit vijf vragen, zoals: hoe is Karel de Grote heerser geworden van een groot rijk? Dat bleek een geslaagde aanpak.
Leek het maar zo, of scoorden leerlingen slechter dan nodig? Groep 8-leerkracht Yaëlle van de Stolpe zocht het uit. ‘Als je denkt dat iets niet klopt, plak niet meteen een pleister, maar zoek de oorzaak.’
Natuurlijk wist Van de Stolpe dat close reading hot was. Volgens deze aanpak lezen leerlingen uitdagende teksten meerdere malen, steeds vanuit een andere invalshoek. ‘Close reading heeft de succesfactoren van begrijpend lezen gebundeld in één aanpak,’ vindt ze. ‘Dus dit werd ook ons advies aan ons managementteam: zorg dat we hier goed in gaan worden, koop scholing in.’
Kleuterleerkracht Mariska Rave geeft ontwikkelingsgericht onderwijs. Om daar nog beter in te worden, doet ze mee aan wetenschappelijke studies.
En dus komt er in de klas van Rave weleens een onderzoeker over de vloer. Zoals een paar jaar geleden Chiel van der Veen, die onderzoek deed naar het verbeteren van de mondelinge vaardigheden van kinderen, met zogenoemde dialogische gesprekken. De uitkomst: deze dialogische gesprekken leveren een belangrijke bijdrage aan de communicatieve ontwikkeling van kinderen.
Met formatieve werkvormen ontkomt geen enkele leerling aan leren, constateert leraar Engels Karin Hogemans.
Hoe meer ze erover leest, hoe meer ze zich bewust wordt ‘dat je op elk moment kunt meten waar je leerlingen staan en of je goed bezig bent. Ik zou niet meer anders willen.’
Gebruik de ruimte die je hebt, zegt groep 5-leerkracht Debbie Dussel, om je lessen wetenschappelijk verantwoord in te richten. Als leraar ben je verantwoordelijk voor het vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische proces in klas. ‘Als je dat weet, kan je dus naar je directie gaan en zeggen: luister, ik ben verantwoordelijk voor dit vak, ik heb net onderzoek gelezen en onze aanpak is niet op wetenschap gebaseerd, kunnen we daar samen over nadenken?’
Docent wiskunde Jörgen van Remoortere nam in zijn mentorklas een rigoureus besluit: hij gaf geen cijfers meer. In plaats daarvan ging hij formatief werken.
'Het gevolg was dat ik over álles ging nadenken. Want als ik geen cijfers meer geef, hoe ga ik dan checken wat ze kunnen? En wat moeten ze precies kunnen?’
Groep 7-leerkracht Klaas Veldman verdiept zich in kernreflectie: hij ziet dat leerlingen meer zelfvertrouwen krijgen, met meer plezier naar school gaan en gemotiveerder zijn.
‘Het idee was: als je elkaar feedback wilt geven, dan moet je elkaar kennen, veiligheid ervaren en zicht hebben op wie de ander is.’
Tijdens haar stage in het praktijkonderwijs zag Manon Boonman weinig zelfvertrouwen bij leerlingen. Hoe kun je dat als leraar versterken?
‘Als leerlingen goed in hun vel zitten, raken ze gemotiveerder en presteren ze ook beter.’
Groep 3-leerkracht Loesje van der Geer is de kartrekker van de Lucas-boekenclub. Met vijftien collega’s leest ze vakliteratuur, die ze vier keer per jaar bespreken.
‘Ik probeer mezelf steeds weer af te vragen: hoe ben ik als leerkracht? Wat gaat er goed en wat kan beter?’
Docent Nederlands Rutger Cornelissen deed het lesboek de deur uit. Samen met een collega bedacht hij de innovatieve lessenserie Expeditie Nederlands.
'Ik vind het zo mooi om te zien hoe ze in gesprek raken over grammatica,’ zegt Cornelissen. Er zit van alles in: verdiepende leerstrategieën, feedbackmomenten en de leerling in de rol van leerkracht.’
Deze artikelen verschenen in de rubriek Leraar onderzoekt.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven