Onderzoek

Wie zit in de buurt bij wie?

Tekst Marleen Kieft
Gepubliceerd op 09-12-2021 Gewijzigd op 18-07-2022
Beeld Joost Bataille
Klein probleemgedrag kun je voorkomen met een goede klassenindeling, ontdekte Laura van der Ploeg.  

De kinderen van groep 7 van ikc De Kinderkoepel zitten niet willekeurig naast elkaar in de schoolbanken. Leerkracht Laura van der Ploeg denkt ieder jaar opnieuw heel bewust na over de klassenindeling. Het maakt namelijk nogal uit wie bij wie in de buurt zit. Tot dat inzicht kwam ze een paar jaar geleden dankzij een lezing van gedragsdeskundige Kees van Overveld over het omgaan met klein probleemgedrag in de klas (zie kader).
Met klein probleemgedrag, zoals door uitleg heen praten of ongevraagd door het lokaal lopen, heeft elke leerkracht wel te maken. Zo ook Van der Ploeg: ‘Ik heb altijd gewerkt op scholen met flink wat kinderen uit gezinnen in sociaal-economisch moeilijke omstandigheden. Opvoeding en gedrag komen dan vaak deels op het bordje van de leerkrachten te liggen. Ik kies daar echt uit idealisme voor, want ik wil mijn leerlingen graag wat meegeven.’ Ook De Kinderkoepel in Leeuwarden, genoemd naar de monumentale koepel van het naastgelegen voormalige kerkgebouw, kent een uitdagende leerlingpopulatie.

‘Vinden ze elkaar niet
zo aardig, zet ze dan
juist dichter bij elkaar’

 

Fysieke nabijheid

Van der Ploeg raakte na het horen van de lezing geïnteresseerd in de rol die de klassenindeling speelt als je een goed sociaal klimaat in de klas wilt creëren. Zo las ze artikelen over het promotieonderzoek van Yvonne van den Berg (Radboud Universiteit, zie kader). Ze geeft een korte samenvatting: ‘Zet kinderen die niet zo goed met elkaar kunnen opschieten dichter bij elkaar in de klas. Niet naast elkaar, maar bijvoorbeeld met twee plaatsen ertussen. Na drie maanden blijkt die fysieke nabijheid een positieve invloed te hebben op hun onderlinge relatie. Ze merken dat de ander best wel meevalt en ook weleens een grapje maakt. Ze gaan elkaar aardiger vinden en dat werkt door in het klassenklimaat.’
Een handig hulpmiddel voor leerkrachten die dat inzicht in praktijk willen brengen is de website stoeltjesdans.nl, gebaseerd op het onderzoek van Van den Berg. Op deze website zijn vragenlijsten voor leerlingen en leerkrachten te vinden die de sociale relaties in een groep in kaart brengen. Denk aan: welke leerlingen botsen met elkaar en welke leerlingen mogen elkaar graag? Welke leerlingen werken goed samen? Op basis van de vragenlijsten kan het programma – als de leerkracht dat wil – een klassenindeling genereren. Leerkrachten kunnen daarvoor zelf de doelen invoeren die ze willen bereiken, zoals ‘gepeste kinderen ondersteunen’ of ‘negatieve relaties verbeteren’.
Van der Ploeg was aanvankelijk een beetje huiverig om Stoeltjesdans te gaan gebruiken. Want, zo vertelt ze stellig: ‘Ik ben echt wars van de therapeutisering van het onderwijs. Ik wil geen ellenlange vragenlijsten invullen over de sociaal-emotionele ontwikkeling van mijn leerlingen. Ik ben geen psycholoog, maar leerkracht. En leerkrachten moeten gewoon goed lesgeven.’ Daarom kiest de school ook voor zo veel mogelijk evidence-informed onderwijs, voor expliciete directe instructie en voor een frontale opstelling van de tafeltjes in de klas. Want leerlingen moeten de leerkrachten goed kunnen zien als ze instructie geven.

‘Meedoen aan
onderzoek helpt om
gemotiveerd te blijven’

 

Verrassende indeling

Ondanks haar aanvankelijke aarzeling is Van der Ploeg inmiddels helemaal overtuigd van de waarde van Stoeltjesdans. Ze gebruikt het instrument standaard aan het begin van een nieuw schooljaar om een goed beeld te krijgen van de groep. ‘Als je alleen afgaat op het oordeel en de adviezen van de vorige leerkracht is de valkuil dat je bijvoorbeeld dat ene rustige meisje maar weer naast die hele drukke jongen zet, omdat dat dat zo goed is voor die jongen. Maar voor haar is dat misschien helemaal niet zo goed. Stoeltjesdans levert objectievere informatie op en soms verrassende indelingen, waar je zelf niet aan had gedacht.’
Van der Ploeg maakte al een aantal jaren gebruik van Stoeltjesdans, toen onderzoekers van de Radboud Universiteit haar vroegen mee te doen aan het project Veilig op school (VOS), een verdiepend vervolg op eerdere studies naar Stoeltjesdans. Deelname aan dit project betekent onder andere dat de onderzoekers in de klas komen om te vertellen over het project en om vragen van leerlingen te beantwoorden. Dat heeft echt meerwaarde, vindt Van der Ploeg: ‘Ik vind het belangrijk om mijn leerlingen te laten zien: kijk jongens en meisjes, dat is ook een optie, studeren en onderzoeker worden.’
Om dezelfde reden gaat ze elk jaar met haar leerlingen naar een hoorcollege op de Campus Fryslân. Maar deelnemen aan onderwijsonderzoek is niet alleen leuk voor de leerlingen, ze heeft er ook persoonlijke redenen voor: ‘Inspirerende vakliteratuur lezen en meedoen aan onderzoek maken het vak aantrekkelijker. Het helpt me om gemotiveerd te blijven.’
Levert Stoeltjesdans zichtbare effecten op in de klas? Kan ze verhalen vertellen over kinderen met flinke ruzie, die nu weer door één deur kunnen? ‘Daar waag ik me niet aan!’ zegt Van der Ploeg lachend. ‘We besteden hier op school op allerlei manieren aandacht aan de onderlinge sociale relaties, en aandacht voor de klassenindeling is daar een van. Maar ik zie wel dat het sociale klimaat in de groep goed is. De leerlingen reageren bijvoorbeeld hartverwarmend op de vluchtelingenkinderen die binnenkort in het lokaal naast ons les gaan krijgen. Ze willen ze graag leren kennen en vroegen: “Juf, zullen we een mooi bord maken om ze welkom te heten?”’
 

Op de boekenplank

‘Dit boek staat vol met tips en adviezen over hoe je als leerkracht preventief kunt omgaan met klein probleemgedrag. Mijn collega’s en ik kregen allemaal een exemplaar cadeau van onze directie.’
Kees van Overveld, Gedragsoplossingen voor de moeilijke groep. Hoe begeleid je uitdagende klassen in het primair onderwijs? Pica, 2019, € 25,95.

‘Wie Stoeltjesdans gebruikt, voldoet aan de morele en wettelijke verplichting om een veilig schoolklimaat te bieden. Prachtig dat je ook allerlei publicaties en achtergrondinformatie op deze site kunt vinden.’
Radboud Universiteit en partners, stoeltjesdans.nl.

‘Dit artikel laat zien hoe het onderzoek naar de invloed van de klassenindeling op het klassenklimaat is opgezet en wat de resultaten waren.’
Yvonne van den Berg, Beter een goede buur dan een verre vriend…? In: Bouwen aan de basis, 2014. Te downloaden via https://www.ru.nl/bsi/veilig-op-school-vos/project-veilig-op-school-vos/artikelen/ of via https://stoeltjesdans.nl/Home/Publications

 

 

Dit artikel verscheen in Didactief, december 2021.

Verder lezen

1 Bekend maakt bemind
2 Leraar onderzoekt

Click here to revoke the Cookie consent