Onderzoek

Alles op een rij over… de overdracht van groep 8 naar het vo

Tekst Winnifred Jelier
Gepubliceerd op 31-03-2017 Gewijzigd op 21-04-2020
De overgang naar het vo is voor veel leerlingen een ingrijpende verandering. Hoe zorg je ervoor dat deze zo goed mogelijk verloopt? Onderzoekers geven tips.

Groep 8 is een scharnierpunt in de schoolloopbaan van een leerling. Als leerkracht help je leerlingen acht jaar basisonderwijs af te ronden, de laatste basisvaardigheden aan te leren en de puntjes op de i te zetten. Ondertussen help je ze mee vooruit te kijken, naar een toekomst op een andere school. Maar helaas kan een soepele overgang van groep 8 naar de brugklas soms nog een hele uitdaging zijn door bijvoorbeeld twijfels bij kinderen of onduidelijkheid over het schooladvies. Gelukkig hebben onderzoekers raad, voor jou en je schoolbestuur.

 

Werk nauw samen met vo-scholen

Veel scholen maken via het samenwerkingsverband of schoolbestuur structurele afspraken voor een soepele overstap van leerlingen naar het vo. Ze formuleren samen bijvoorbeeld een aanmeldings- en plaatsingsprocedure, beschrijven hoe de overdracht van leerlinginformatie na de toelating moet verlopen en waar die informatie uit bestaat (zie onder andere NJI, 2016).

Ook de referentieniveaus voor taal en rekenen komen soms expliciet in die afspraken aan de orde (zie Doorlopende leerlijnen taal en rekenen/OCW, 2009). Door een goede aansluiting van de curricula kun je voorkomen leerlingen als ze eenmaal in de brugklas plaatsnemen, het gevoel krijgen dat de lesstof ze boven de pet gaat en ze niet goed kunnen meekomen (Smeets, 2007; Galton e.a., 2000) .

Evalueer de afspraken en procedures systematisch. Controleer bijvoorbeeld of de informatie die wordt uitgewisseld nog steeds zinvol is voor alle partijen en of het proces misschien efficiënter kan (zie onder andere Van Bergen e.a., 2016).

Zelfs bij heldere afspraken en jarenlange bovenschoolse samenwerking blijken er echter tussen scholen soms nog allerlei misvattingen en vooroordelen te leven (Smeets, 2007). Op basisscholen kan het gevoel heersen dat schooladviezen worden genegeerd en dat vo-scholen hoe dan ook hun eigen plan trekken. Omgekeerd kunnen docenten in het vo schooladviezen vaag vinden en vatbaar voor wisselende interpretaties.

Benoem daarom hardop tegenover elkaar hoe je te werk gaat en waarom, wat je mogelijkheden en beperkingen zijn. Licht bijvoorbeeld toe waarom schooladviezen, die met de ouders in het achterhoofd geformuleerd zijn, een voorzichtige toon hebben. En nodig als vo-school leerkrachten uit op locatie om te laten zien hoe bijvoorbeeld het praktijkonderwijs of een speciaal havo-traject in elkaar zit (PO-Raad en VO-raad, 2015).

Goede samenwerking werkt twee kanten op: een basisschool ‘geeft’ niet alleen, maar ‘krijgt’ ook iets, namelijk informatie over hoe het leerlingen in het vo vergaat. Zorg bijvoorbeeld voor kennisuitwisseling enkele maanden na de overdracht, bijvoorbeeld door een bijeenkomst voor leerkrachten van groep 8 en mentoren van de brugklas te organiseren. Zulke kennisuitwisseling kan helpen bij het verbeteren van de begeleiding van huidige leerlingen in groep 8 of de formulering van schooladviezen. Let er daarbij op dat iedereen op de hoogte is van privacywetgeving die stelt dat privé-informatie over leerlingen niet buiten de school gedeeld kan worden, maar dat er bijvoorbeeld wel gekeken kan worden naar de ontwikkeling van een leerlingengroep (NJI, 2016) .

 

Soepele overdracht
1. Bereid kinderen voor op de overstap naar het vo: oefen met praktische zaken, zoals agendabeheer of huiswerk, maar bespreek ook eventuele twijfels, bijvoorbeeld over vriendschappen of docenten.
2. Streef naar objectiviteit in het schooladvies door diverse (LOVS-)data en observaties te gebruiken. Bespreek het advies voor met een collega om te controleren of het goed afgewogen en onbevooroordeeld is.
3. Informeer je over hoe specifieke vo-scholen in de regio zijn georganiseerd. Bezoek bijvoorbeeld informatiebijeenkomsten van het samenwerkingsverband of maak een kennismakingsafspraak met mentoren in het vo; organiseer een ouderavond waar vo-scholen zich aan ouders kunnen presenteren.
3. Houd de aandacht vast: stop niet met het oefenen van vaardigheden als het schooladvies en de eindtoets achter de rug zijn.
4. Help ouders: leg uit hoe schooladviezen tot stand komen en probeer mee te denken over mogelijke vo-scholen.
4. Evalueer de overdracht: wat kan er voortaan beter? Let op zaken als informatievoorziening, curriculumaansluiting en voorbereiding op de vo-werkwijze.

 

Zorg voor een gedegen schooladvies

Juf met leerlingBasisscholen zijn verplicht om vóór 1 maart een schooladvies voor hun leerlingen in groep 8 te formuleren. Scholen bepalen zelf op basis van welke informatie ze dat doen en gebruiken doorgaans eigen observaties en (LOVS-)toetsen. Meestal blijken leerkrachten evenwichtige schooladviezen te formuleren, waarbij ze een completer beeld van een leerling weten te vormen dan een eindtoets alleen kan bieden (Van Aarsen e.a., 2014; Driessen e.a., 2005). Ga uit van de prestaties in taal en rekenen, en kijk daarnaast naar sociaal-emotionele aspecten, zoals werkhouding of doorzettingsvermogen.

Wat betreft de cognitieve aspecten blijkt vooral begrijpend lezen belangrijk, omdat leerlingen in het vo voor alle vakken veel moeten lezen (zie ook Alles op een rij over… Begrijpend lezen in het po, januari/februari 2017, Didactief). Hoe goed een leerling ook is in rekenen, een lage score op begrijpend lezen kan daarom een reden zijn om een lager schooladvies af te geven (Van Aarsen e.a., 2014).

Blijf ondertussen gefocust op wat leerlingen doen in de klas. Onbedoeld sijpelen nog te vaak vooroordelen in schooladviezen door. Zo krijgen leerlingen met laagopgeleide ouders aantoonbaar lagere schooladviezen dan leerlingen met gemiddeld opgeleide ouders, ondanks gelijke prestaties (Inspectie van het Onderwijs, 2016). Om dit te voorkomen kun je schooladviezen bijvoorbeeld eerst met een collega bespreken vóór je ze afgeeft. Leg uit hoe je tot het advies gekomen bent en laat de collega kritisch meedenken.

Voor sommige leerlingen is aan het eind van groep 8 nog niet duidelijk welk niveau het beste bij hen past. Je kunt dan een meervoudig schooladvies afgeven. Veel vo-scholen werken met brede (‘heterogene’) brugklassen om tegemoet te komen aan leerlingen met een meervoudig advies (Korpershoek e.a., 2016b). De brede brugklas maakt het mogelijk dat leerlingen de keuze voor een onderwijstype nog even kunnen uitstellen (Van Rooijen e.a., 2016). Met name leerlingen uit lagere sociale milieus kunnen hier voordeel van hebben. Zij stromen gemiddeld vaker door naar een lager onderwijsniveau, terwijl zij mogelijk meer in hun mars hebben (zie onder andere Korpershoek e.a., 2016a).

 

Verduidelijk verwachtingen

Veel leerlingen stappen probleemloos over van het basis- naar het middelbaar onderwijs. Maar voor sommigen is de overgang heel lastig: zij hebben moeite om aan het nieuwe schoolsysteem te wennen en kunnen hier lang last van houden, met lage prestaties tot gevolg (Korpershoek e.a., 2016a; Anderson e.a., 2000). Bereid leerlingen in groep 8 daarom goed voor en maak ze duidelijk wat ze te wachten staat. Vertel bijvoorbeeld hoe het middelbaar onderwijs verschilt van het basisonderwijs (één docent per vak, schoolgrootte, beoordelingen met cijfers, huiswerk, etc.) en welke gevolgen dit kan hebben (andere relatie met leraren, andere leercultuur). Vraag kinderen hoe zij hier tegenaan kijken en bespreek twijfels die ze misschien hebben.

Begeleid kinderen ook op het niveau van concrete scholen. Leerlingen maken daardoor meer werk van het zoekproces en zijn uiteindelijk meer tevreden over hun schoolkeuze (Driessen e.a., 2005). Informeer leerlingen bijvoorbeeld over het profiel van specifieke scholen in de buurt, leg ze uit hoe of waar ze extra informatie kunnen vinden, of wijs ze op open dagen of andere voorlichtingsactiviteiten (zoals meeloopdagen) van middelbare scholen.

Bied eventueel extra ondersteuning als je ziet dat leerlingen er echt niet uitkomen en steun vanuit huis missen. Sommige scholen werken met ‘overgangscoaches’, vrijwilligers die met leerlingen meegaan naar open dagen en helpen bij het wegen van informatie.

 

Laat leerlingen wennen aan de vo-werkwijze

Vertel kinderen niet alleen over verschillen met het vo, maar laat ze deze ook alvast ervaren. Zo kun je voorkomen dat kinderen zich verslikken als ze eenmaal in de brugklas zitten (Galton e.a., 2000). Oefen bijvoorbeeld eens hoe je een agenda gebruikt of geef leerlingen een huiswerkopdracht.

Vraag vo-scholen uit je regio eventueel om input: veel middelbare scholen schenken in de brugklas aandacht aan de nieuwe werkwijze en kunnen snel zeggen aan welke onderdelen leerlingen vooral vaak moeten wennen.

 

Schenk aandacht aan sociaal-emotionele vaardigheden

Krijgen ze wel vrienden? Wat als de leraren niet aardig zijn? Leerlingen in groep 8 (en hun ouders) kunnen flink tobben over de overstap naar het vo (Korpershoek e.a., 2016a). Eenmaal in de brugklas kunnen kinderen die niet lekker in hun vel zitten, gaan onderpresteren (Batenburg-Eddes en Jolles, 2013).

Emotioneel welbevinden is een belangrijke voorwaarde om goed te kunnen leren. Veel basisscholen schenken daarom door de leerjaren heen aandacht aan sociaal-emotionele vaardigheden, waarbij het onder meer gaat om interpersoonlijke vaardigheden, emotieregulatie en zelfstandige besluitvorming (Looman e.a., 2014). In groep 8 kun je stilstaan bij de overgang naar het vo. Bespreek bijvoorbeeld verwachtingen over het vo en hoe de nieuwe situatie vriendschappen kan beïnvloeden.

 

Ondersteun ouders

Ook ouders kunnen veel moeite hebben met de overgang naar het vo. Zo zou het schooladvies voor hen geen verrassing moeten zijn; het is immers gebaseerd op observaties en testresultaten waarover ouders eerder al grotendeels geïnformeerd zijn. Maar hart en hoofd zitten niet altijd op één lijn. Wees tegenover ouders transparant over de wijze waarop schooladviezen op jouw school tot stand komen, bijvoorbeeld via een nieuwsbrief of tijdens een ouderavond.

Leg ook uit hoe de centrale eindtoets, die tussen half april en half mei plaatsvindt, zich tot het advies verhoudt: is de score op de eindtoets hoger dan het schooladvies, dan moet de school het advies heroverwegen, maar bijstelling van het advies kan alleen plaatsvinden met instemming van de ouders en leerling. Bijstelling naar beneden is niet toegestaan (Korpershoek e.a., 2016a)

Probeer ook met ouders mee te denken over mogelijke vo-scholen. Welke opties zijn er met het schooladvies in de hand? Waar kunnen ouders op letten? Moedig ouders aan om hun kinderen voorlichtingsactiviteiten te laten bezoeken. Een handige tool om scholen in de regio in kaart te brengen is www.scholenopdekaart.nl. Daarnaast kunnen ouders kijken op de site van de Onderwijsinspectie, waar inspectierapporten van alle middelbare scholen in Nederland staan.

Ook kan een ouderavond over schoolkeuze helpen. Vraag bijvoorbeeld vertegenwoordigers van vo-scholen te spreken over onderwerpen als profilering, omvang, sfeer, pedagogische visie, accenten in het curriculum, door- en afstroommogelijkheden en aanvullende kosten.

Vooral ouders van kinderen met specifieke ondersteuningsbehoeften kunnen voordeel hebben van extra hulp. Wijs ze bijvoorbeeld op middelbare scholen met speciale voorzieningen of zeg ze waar ze op kunnen letten tijdens open dagen.

 

Houd de aandacht vast

Zodra het schooladvies en de eindtoets achter de rug zijn is het verleidelijk om het lesboek dicht te klappen. Tijd voor de afscheidsfestiviteiten: de musical, excursies en het schoolkamp. Houd echter de  aandacht voor basisvaardigheden en -kennis vast: blijf werken aan taal- en rekenvaardigheden, tot aan het eind van het schooljaar. Dat is namelijk nog steeds noodzakelijk: als de aandacht voor lesstof afneemt, zakt het niveau van leerlingen altijd iets. Neem daarbij de zomervakantie en er kan zelfs sprake zijn van een ‘dubbele dip’ (Roeleveld e.a., 2011). De afscheidsactiviteiten hoeven niet overboord, maar koppel aan een excursie bijvoorbeeld een leesopdracht of geef een geschiedenisles tijdens een schoolkamp.

 

 

Met dank aan Hanke Korpershoek (Rijksuniversiteit Groningen), Jacques Dijkgraaf (Advocatenkantoor Dijkgraaf) en Thoni Houtveen (Hogeschool Utrecht).

Alles op een rij is een artikelenserie waarin Didactief terugblikt op onderwijsonderzoek uit de afgelopen vijftien jaar.

Tekst Winnifred Jelier


 

Literatuur

Bea Ros, Zorgvuldig adviseren zonder Cito-toets. Didactief, januari/februari 2015, onderzoek.

Aarsen, E. van, Roeleveld, J., en Luyten, H. (2014). Voorspellende waarde van LOVS-toetsen voor schoolsucces. Utrecht: Oberon.

Anderson, L.W., Jacobs, J., Schramm, S., en Splittgerber, F. (2000). School Transitions: Beginning of the End or a New Beginning? International Journal of Educational Research, 33(4).

Batenburg-Eddes, T. van, en Jolles, J. (2013). How Does Emotional Wellbeing Relate to Underachievement in a General Population Sample of Young Adolescents: A Neurocognitive Perspective. Frontiers in Psychology, 27.

Bea Ros, Kort & Goed: Regeldruk. Didactief, januari/februari 2017, onderzoek.

Bergen, K., Paulussen-Hoogeboom, M., Weerd, M. de, en Bleeker, Y. (2016). Regeldruk in het primair onderwijs. Regioplan/OCW.

Doorlopende leerlijnen taal en rekenen/OCW (2009). Referentiekader taal en rekenen. De referentieniveaus. Enschede.

Inspectie van het Onderwijs (2016). De staat van het onderwijs. Onderwijsverslag 2014/2015. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Judith Simon, Schooladvies is geode voorspeller. Didactief, januari 2006, onderzoek.

Driessen, G., Doesborgh, J., Ledoux, G., Overmaat, M., Roeleveld, J., en Veen, I. van der (2005). Van basis- naar voortgezet onderwijs. Voorbereiding, advisering en effecten. Nijmegen/Amsterdam: ITS/SCO-Kohnstamm Instituut.

Galton, M., Morrison, I., en Pell, T. (2000). Transfer and Transition in English Schools: Reviews the Evidence. International Journal of Educational Research, 33(4).

Hanke Korpershoek, Neem eindtoets mee in schooladvies. Didactief, juni 2016, onderzoek.

Korpershoek, H., Beijer, C., Spithoff, M., Naaijer, H.M., Timmermans, A.C., Rooijen, M. van, Vugteveen, J., en Opdenakker, M.C. (2016a). Overgangen en aansluitingen in het onderwijs. Deelrapportage 1: reviewstudie naar de po-vo- en de vmbo-mbo-overgang. Rijksuniversiteit Groningen, GION.

Hanke Korpershoek, Laaggeschoolde ouders eisen minder vaak hoger advies. Didactief, maart 2016, onderzoek.

Korpershoek, H., Beijer, C., Spithoff, M., Naaijer, H.M., Timmermans, A.C., Rooijen, M. van, Vugteveen, J., en Opdenakker, M.C. (2016). Overgangen en aansluitingen in het onderwijs. Deelrapportage 1: reviewstudie naar de po-vo- en de vmbo-mbo-overgang. Rijksuniversiteit Groningen, GION.

Korpershoek, H., Naayer, H.M., en R.J. Bosker (2016b). De inrichting van de onderbouw. Onderzoek naar motieven en beweegredenen van vo-scholen naar soort brugklas. Groningen: GION.

Looman, B.L.J., Jager, M. de, Tuk, B., Onrust, S.A., Lammers, J., Spijkerman, M. en Buijs, G. (2014). Sociaal-emotionele ontwikkeling in het primair onderwijs. Een doorlopende integrale aanpak? Pharos/Trimbos-instituu/CBO.

Nederlands Jeugdinstituut (2016). Handreiking gegevensuitwisseling. Voor scholen die samenwerken met externe partners.

PO-Raad en VO-raad (2015). Toelating tot het voortgezet onderwijs.

Redactie Didactief, Waarom lieten leerkrachten factoren als herkomst meewegen?Didactief, juni 2016, onderzoek.

Korpershoek, H., Beijer, C., Spithoff, M., Naaijer, H.M., Timmermans, A.C., Rooijen, M. van, Vugteveen, J., en Opdenakker, M.C. (2016). Overgangen en aansluitingen in het onderwijs. Deelrapportage 1: reviewstudie naar de po-vo- en de vmbo-mbo-overgang. Rijksuniversiteit Groningen, GION.

Lia Mulder en Jaap Roeleveld, Dubbele dip ligt op de loer. Didactief, januari/februari 2012, onderzoek.

Roeleveld, J., Mulder, L., en Paas, T. (2011). De gevolgen van een latere afname van de Cito-Eindtoets Basisonderwijs. Nijmegen: ITS/Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Maaike van Rooijen en Hanke Korpershoek, Meervoudig advies helpt vooruit. Didactief, oktober 2016, onderzoek.

Rooijen, M. van, Korpershoek, H., Vugteveen, J., Timmermans, A.C., Opdenakker, M.C. (2016). Overgangen en aansluitingen in het onderwijs. Deelrapportage 2: empirische studie naar de cognitieve en niet-cognitieve ontwikkeling van leerlingen rondom de po-vo-overgang. Rijksuniversiteit Groningen, GION.

Rosenblatt, J.L., en Elias, M.J. (2008). Dosage Effects of A Preventive Social-Emotional Learning Intervention on Achievement Loss Associated with Middle School Transition. The Journal of Primary Prevention, 29(6).

Smeets, E. (2007). Samenwerking tussen primair onderwijs, voortgezet onderwijs, regionale expertisecentra en jeugdzorg. Onderzoek naar innovatie in vijf regio’s. Radboud Universiteit/ITS.

 

 

Click here to revoke the Cookie consent