Voor de overgang van de basis- naar de middelbare school zijn er twee adviezen: het schooladvies dat jij als leerkracht in groep 8 geeft en een advies gebaseerd op een van de vijf eindtoetsen (Centrale Eindtoets, IEP, Route 8, AMN en DIA). Al jaren zijn er vurige discussies onder wetenschappers en in de media over welk van de twee adviezen het zwaarst moet wegen.
Sinds schooljaar 2014-2015 is niet langer de eindtoets, maar het advies van de leerkracht leidend voor de plaatsing, daarnaast neem je verplicht een eindtoets af als onafhankelijk extra hulpmiddel. De eindtoets is minder bepalend, omdat de toets pas wordt afgenomen nadat je het schooladvies al hebt gegeven.
De terugkerende vraag wie het beter weet, leerkracht of eindtoets, hebben wij beantwoord met gegevens van de Centrale Eindtoets (marktleider) over meerdere jaren. Hoe goed voorspellen beide adviezen (toets en leerkracht) de schoolloopbaan? Met andere woorden, komt het advies overeen met de werkelijke prestaties van de leerling in het vo? Verschillende onderzoekers hebben dit de afgelopen jaren bestudeerd (zie onder meer Lek en Van de Schoot, 2019; Feron, Schils en Ter Weel, 2015). Als eersten maken wij gebruik van meer gegevens en van gegevens uit meer schooljaren.
We hebben gekeken naar de adviezen van leerkrachten, de resultaten op de Centrale Eindtoets en de gegevens over het schooltype (niveau) in de derde klas van leerlingen die in de schooljaren 2010-2011 tot en met 2015-2016 in groep 8 zaten. De gegevens zijn afkomstig van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO; ook het Centraal Bureau voor de Statistiek gebruikt deze data). Hierin zitten geen zittenblijvers of leerlingen die met school zijn gestopt. Beide kunnen wijzen op een verkeerd advies, maar vormen een zo kleine groep van het totaal dat weglaten de uitkomsten niet vertekent. Per schooljaar hebben we gegevens van 130 tot 180 duizend leerlingen* gebruikt. Omdat een deel van de leerlingen de adviezen kreeg vóór de wetswijziging in 2014-2015 en een ander deel daarna, kunnen we ook de wetswijziging evalueren: zijn de schooladviezen correcter geworden?
Als maat voor een kloppend advies namen we het percentage leerlingen dat in de derde klas van het vo op het niveau zit dat het advies aangaf. Voor alle leerlingen met bijvoorbeeld een (enkelvoudig) havo-advies bekijken we het percentage leerlingen dat drie schooljaren later in 3 havo zit. Voor leerlingen met een dubbel advies (zoals vmbo-gt/havo) geldt dat ze in de derde klas op een van deze twee niveaus moeten zitten. Een dubbel advies voorspelt door deze manier van berekenen over het algemeen iets beter dan een enkelvoudig advies. Voor de Centrale Eindtoets is er alleen een vertaalslag beschikbaar naar een enkelvoudig of dubbel advies, daarom hebben we leerlingen met een breder advies buiten beschouwing gelaten.
In de situatie vóór 2014-2015 werd eerst de eindtoets afgenomen en daarna het schooladvies gegeven. Het eindtoetsresultaat zal vaak zijn meegewogen in het advies, evenals eerdere leerprestaties. Ook sinds de wetswijziging worden eerdere leerprestaties meegenomen in het advies.
Centrale Eindtoets
voorspelt slechtst bij
vmbo-kb en havo
Kort gezegd: het advies van de leerkracht is in alle jaargroepen en voor alle schoolniveaus vaker correct dan het advies op basis van de Centrale Eindtoets. Meestal gaat het om een verschil van enkele procentpunten, maar voor sommige adviesniveaus is het verschil een stuk groter.
Voor alle zes jaargroepen geldt dat ongeveer 75% van de leerlingen in de derde klas op het niveau zit van het leerkrachtadvies, terwijl 70% op het niveau van het eindtoetsadvies zit. Leerkrachten adviseren dus al jaren structureel iets beter dan de Centrale Eindtoets. De wetswijziging in 2014-2015 heeft daar geen verandering in gebracht: daarvoor waren hun adviezen al beter, erna zijn ze even goed gebleven.
Per schoolniveau zijn de verschillen tussen leerkrachtadvies en eindtoetsadvies groter. Voor het enkelvoudig advies vmbo-bb zijn de verschillen betrekkelijk klein (gemiddeld over alle jaargroepen zit 67% van de leerlingen in het derde vo-jaar op het niveau dat de leerkracht adviseerde, tegenover 59% op het niveau van het eindtoetsadvies), net als voor vwo (87 tegenover 82%) en voor de dubbele adviezen vmbo-gt/havo (91 tegenover 84%) en havo/vwo (91 tegenover 83%). Grotere verschillen zijn er bij enkelvoudige adviezen vmbo-kb (61 tegenover 38%), -gt (71 tegenover 60%) en havo (59 tegenover 46%) en dubbel advies vmbo-bb/kb (87 tegenover 74%).
Vaker een dubbel advies?Een dubbel advies voorspelt door onze manier van berekenen over het algemeen iets beter dan een enkelvoudig advies. Dat het advies van de leerkracht vaker klopt dan dat van de Centrale Eindtoets, kan in ieder geval niet komen doordat de leerkracht vaker een dubbel advies zou geven. |
De bevinding dat de leerkracht (op basis van eerdere toetsprestaties en andere factoren) het beter weet dan de Centrale Eindtoets, bevestigt de conclusie van onderzoeker Feron en collega’s (CPB) vóór de wetswijziging. De Utrechtse onderzoekers Lek en Van de Schoot zagen begin dit jaar dat de leerkracht de plaatsing van vmbo- en havo-leerlingen beter kan voorspellen, maar voor vwo-leerlingen deed het eindtoetsadvies het iets beter.
Leerkracht gaf ook
vóór de wetswijziging
al betere adviezen
Voor een deel weerspiegelen de getallen in ons onderzoek een zichzelf waarmakende voorspelling: het schooladvies is voor de vo-school leidend voor de plaatsing in het type brugklas. Een tweede kanttekening is dat we alleen naar de Centrale Eindtoets van Cito hebben gekeken. Dit zegt niks over de voorspellende waarde van andere eindtoetsen.
Al met al kunnen we het advies van de leerkracht behoorlijk accuraat noemen. De onderbouw van het vo is voor veel leerlingen een dynamische tijd: ze gaan een nieuwe levensfase in met nieuwe vrienden, meer huiswerk, meer zelfstandigheid en structurele toetsing. Ondanks deze dynamiek zit driekwart van de leerlingen in de derde klas op het door de leerkracht geadviseerde niveau.
* Precieze aantal leerlingen in het onderzoek: tussen de 156.044 en 179.250 leerlingen voor berekeningen met betrekking tot het schooladvies, en gegevens van tussen de 131.520 en 151.167 leerlingen voor berekeningen met betrekking tot het eindtoetsadvies.
Matthijs Warrens, Monique Dijks en Hanke Korpershoek zijn verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Erik Fleur is werkzaam bij DUO.
- Lek, K. & Van de Schoot, R., Wie weet het beter, de docent of de centrale eindtoets? In: De Psycholoog, 2019, 54 (4), pp. 10-21.
- Feron, E., Schils, T. & Ter Weel, B., Does the Teacher Beat the Test? The Additional Value of Teacher Assessment in Predicting Student Ability. CPB Discussion Paper no. 300, 2015.
Dit artikel verscheen in Didactief, juni 2019.
1 Te hoog of te laag schooladvies?
2 Het beste onderwijsstelsel bestaat niet
3 Bijna alles op een rij over… de overdracht van groep 8 naar het vo
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven