TALENTontwikkeling 9

Tekst Hannie Gijlers
Gepubliceerd op 08-05-2018
In het NRO-project TALENTontwikkeling volgen we hoe de kinderen van basisschool Het Talent zich ontwikkelen op het gebied van de 21e-eeuwse vaardigheden kritisch denken, samenwerken en digitale geletterdheid. Bij de start van het project ontbraken goede testen om deze vaardigheden bij basisschoolkinderen te meten. Voor elke vaardigheid is daarom een nieuwe test ontwikkeld op basis van bestaande inzichten uit de literatuur. Deze column gaat over de vaardigheid ‘samenwerken’.


De taak: Leerlingen als ontwerpers

Een ontwerpteam, bestaande uit vier leerlingen, wordt gevraagd een eerste ontwerp te maken voor de nieuwe schooltuin. In de tuin moeten groenten, fruit en bloeiende planten groeien, en de tuin moet omheind zijn. De kinderen mogen creatief zijn, maar moeten ook rekening houden met ontwerpeisen die door betrokkenen binnen en buiten de school zijn opgesteld. Zo horen de leerlingen, onder andere, dat de ‘directie’ het belangrijk vindt dat de tuin er netjes uitziet. De tuin moet zo worden ingericht dat het onkruid makkelijk verwijderd kan worden. De ‘medeleerlingen’ vinden het belangrijk dat er in de tuin altijd iets eetbaars groeit. Daarnaast geven de ‘buurtbewoners’ aan dat er aan de buitenzijde van de tuin groene én bloeiende planten te zien moeten zijn en dat er geen hoge gebouwen in de tuin mogen staan. De ‘conciërge’ is verantwoordelijk voor het beheer van het gereedschap en wil graag dat dit veilig kan worden opgeborgen. Om het samenwerkingsproces vorm te geven, heeft iedere leerling in het team een kaartje met één ontwerpeis voor zich liggen. Tijdens het ontwerpproces moet deze leerling ervoor zorgen dat deze eis in het ontwerp wordt verwerkt.

 


Het ontwerpen van de schooltuin is een voorbeeld van een samenwerkingstaak die is gebruikt tijdens ons project. De taak en de scoringscategorieën zijn gebaseerd op de taken die door PISA zijn ontworpen om de vaardigheid ‘samenwerkend probleem oplossen’ te meten.

Om deze taak tot een succesvol einde te brengen moeten leerlingen overleggen. Ze moeten samen kritieke punten in het ontwerpproces herkennen, bespreken en oplossen. Er moet bijvoorbeeld een opbergplek komen voor het tuingereedschap van de conciërge, terwijl de buurtbewoners geen hoog schuurtje willen hebben. Daarnaast moeten leerlingen werken aan een goed functionerend team, waarin iedere leerling actief betrokken is bij het ontwerpproces en er geen ruzies ontstaan die de samenwerking bedreigen.

Het meten van samenwerkingsvaardigheden

Om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de samenwerkingsvaardigheden van de leerlingen in de bovenbouw van het Talent, zijn er drie ontwerptaken gemaakt. Hoewel er in iedere taak een ander ontwerp centraal staat, is de opzet en structuur van de taak gelijk. Gedurende drie achtereenvolgende leerjaren voeren de ontwerpteams (die ieder jaar uit dezelfde drie of vier kinderen bestaan) steeds één van de drie taken uit. Leerlingen ontwierpen een schooltuin, een schoolshirt en een speeltoestel.

Met behulp van deze taken onderzoeken wij de manier waarop de leerlingen in kleine groepen zelfstandig samenwerken aan een taak. Dit betekent dat de onderzoeker de leerlingen niet bijstuurt. Zelfs niet als zij zich niet op de taak focussen, onderdelen van de taak vergeten of problemen ervaren met het samenwerken. Op het moment dat leerlingen elkaar beledigen of agressief reageren, grijpt de onderzoeker wel in.

De teams worden tijdens het samenwerken gefilmd. De opnames worden vervolgens gecodeerd om te bepalen in welke mate de kinderen in staat zijn ideeën in het team te delen, gericht aan de taak werken, gepaste acties te plannen en uit te voeren, en een goede en evenwichtige samenwerking in het team tot stand te brengen. Daarnaast wordt voor iedere ontwerptekening vastgesteld in hoeverre het ontwerp aan de ontwerpeisen voldoet.

De resultaten?

Inmiddels hebben de ontwerpteams alle drie ontwerpen gemaakt en zijn de onderzoeksdata verzameld. De analyse is in volle gang. De eerste resultaten laten zien dat de meeste teams enthousiast met de taak aan de slag gaan. Dit enthousiasme vertaalt zich echter niet altijd in een kwalitatief goede samenwerking en eindproduct. Eén team ging bijvoorbeeld heel enthousiast aan het werk met het ontwerp van een schooltuin. Zij ontwikkelden een ingenieus irrigatiesysteem. De leerlingen gingen helemaal op in dit systeem, en verloren daarbij de ontwerpeisen uit het oog. Uiteindelijk scoorde het team laag op het plannen en uitvoeren van gepaste acties en de score op de uiteindelijke ontwerptekening bleef ook laag.

Teams kwamen soms met verrassend creatieve oplossingen zoals een kelder waarin je gereedschap kon bewaren, maar die ook geschikt was om groente gedurende de zomer koel en in de winter vorstvrij te bewaren. Op deze manier kwamen ze tegemoet aan de wens van de conciërge die zijn gereedschap kon bewaren, buurtbewoners die geen hoge gebouwen in de tuin wilden en medeleerlingen die graag altijd iets eetbaars wilden.

De resultaten van een eerste, voorzichtige, analyse laten zien dat het vooral voor de jongere leerlingen lastig is om 20 minuten lang aan een taak te werken. Het lukt hen vaak niet om groepsgenoten op een constructieve manier aan te spreken op hun gedrag. Het monitoren en reguleren van het groepsproces is hierdoor lastig. Wel zijn veel teams gegroeid in het creëren en onderhouden van gedeeld begrip. Wanneer de kinderen ouder zijn, blijken zij beter in staat tot het einde taakgericht samen te werken. Of de kwaliteit van het ontwerp ook is verbeterd zal uit nadere analyses blijken.

Tot slot

De huidige wijze van het meten van samenwerkingsvaardigheden sluit aan bij de werkwijze van Het Talent. De taken en de manier van samenwerken zijn voor de leerlingen herkenbaar. Teams lieten tijdens de taken gedrag zien dat in de klas geoefend was, bijvoorbeeld stemmen om tot een besluit te komen, of iedereen de beurt geven. Als leerlingen een manier vinden om iedereen bij te laten dragen aan het gesprek en het ontwerp, kunnen verschillende ideeën worden ingebracht en is de kans groot dat deze worden verwerkt in het uiteindelijke ontwerp.

 

Hannie Gijlers is universitair docent bij de afdeling Instructietechnologie van de Universiteit Twente.

Verder lezen

1 TALENTontwikkeling
2 TALENTontwikkeling 2
3 TALENTontwikkeling 3
4 TALENTontwikkeling 4
5 TALENTontwikkeling 5
6 TALENTontwikkeling 6
7 TALENTontwikkeling 7: het meten van kritisch denken
8 TALENTontwikkeling 8

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent