Eerder vergeleek Yra van Dijk in NRC de leescrisis met de klimaatcrisis: ‘Er moet nú iets gebeuren, maar niemand weet precies wat.’ Een aspect van de leescrisis is het gebrek aan leesplezier bij leerlingen. Leerlingen uit Nederland, zo laten PIRLS en PISA zien, lezen buiten school het minst lang en beleven er weinig plezier aan, vergeleken met leeftijdgenoten elders. Maar leraren kunnen het tij keren.
Sinds 2016 is leesonderwijs een speerpunt van ons onderwijs. We richten ons op de doorgaande lijn, te beginnen met de taalontwikkeling van kleuters en het goed technisch leren lezen in groep 3. Binnen het thematische onderwijs (zie Didactief, oktober 2023) maken we plaats op het lesrooster voor het vertellen van verhalen en het lezen van (informatieve) teksten en gedichten, en schrijven leerlingen veel. Ook het voortgezet technisch lezen koppelen we aan thema’s. We dompelen leerlingen onder in een taalbad; het voeren van literaire gesprekken is een van onze pareltjes (zie kader).
We dompelen
leerlingen onder
in een taalbad
Leerlingen leren de structuur en opbouw van verhalen herkennen en leggen relaties met verhalen die ze al kennen. Ook leren ze door het samen lezen van een boek door te zetten. Lezen vraagt om aandacht en concentratie en dat is geen geringe opgave. Maryanne Wolf heeft in Reader Come Home (2018) laten zien dat het veel oefening vergt met langere, gedrukte teksten om van leerlingen lezers te maken. Toen wij in groep 7 het eerste boek hadden gelezen, kwam een leerling schoorvoetend naar de leraar toe en zei: ‘Juf, ik heb voor het eerst van mijn leven een boek uitgelezen.’
Samen boeken lezen en hierover praten doen we nu in de hele school. En leerlingen in groep 1/2 nemen een paar keer per jaar een prentenboek mee naar huis om daar thuis over te vertellen. Ook bereiden ze een bladzijde voor waarover ze met hun klasgenootjes willen praten. Om boeken en verhalen in te kunnen zetten, moeten leraren wel kennis van jeugdliteratuur hebben. We stimuleren onze leraren dan ook om te lezen, bijvoorbeeld in de vorm van een online boekenclub. Elk jaar lezen we acht kinderboeken en bespreken die. Dat is leuk en stimulerend, maar we kijken ook hoe we het boek in de klas kunnen inzetten. En leraren vertellen in hun klas over deze boeken. Niet alleen kinderboeken, maar ook volwassenliteratuur die ze privé lezen. Zo laten ze zien hoe belangrijk literatuur in hun leven is. En mede door de vele teksten die ze in de klas lezen en de gesprekken die ze voeren, kennen leraren de leesvoorkeuren van hun leerlingen. Zo kunnen ze hen helpen om een fijn leesboek te vinden.
Werkt onze methode nu ook? Begrijpen onze leerlingen langere verhalende teksten goed? Nicole Swart van het Expertisecentrum Nederlands onderzocht dit. Leerlingen uit groep 6 lazen twee teksten (één verhalend en één informatief) uit PIRLS-2021 en maakten de bijbehorende vragen. Daarnaast vulden ze de PIRLS-leerlingvragenlijst in om hun leesgedrag en houding ten aanzien van lezen in kaart te brengen.
Onze leerlingen
hebben gemiddeld
meer leesplezier
De verhalende tekst bevatte 17 vragen waarbij de maximaal te behalen score 20 punten bedroeg. Wat bleek? Onze leerlingen haalden een hogere gemiddelde score (15,36 punten) dan het gemiddelde van alle leerlingen uit Nederland die dezelfde vragen beantwoordden in 2021 (13,76 punten). Bij de informatieve tekst haalden onze leerlingen in de regel ook een hogere score dan gemiddeld, maar dit verschil was niet significant.
De PIRLS-vragenlijst bracht ook het leesplezier in kaart met 10 stellingen die leerlingen moesten beoordelen. Ook hier haalden leerlingen uit groep 6 van de Alan Turingschool een beduidend hogere score (10,02) dan gemiddeld voor leerlingen uit Nederland (8,8). Waar slechts 18% van de leerlingen uit Nederland in 2021 aangaf veel leesplezier te ervaren, rapporteerde meer dan de helft (52%) van onze leerlingen in groep 6 veel leesplezier.
Zo zie je dat een brede aanpak, waarbij we inzetten op hoogwaardig leesonderwijs met goede vakmensen voor de klas, het leesplezier van leerlingen een enorme boost geeft. Het is een prachtige bijvangst van goed leesonderwijs. Er zijn geen grote interventies voor nodig; het vraagt om vakmanschap. Dat kan er al uit bestaan dat je bij een leerling een mooi boek op tafel legt en zegt: ‘Ik moest aan jou denken.’
Literaire gesprekken
|
Dit artikel is geschreven samen met Nicole Swart, onderzoeker bij Expertisecentrum Nederlands.
Benieuwd naar meer mooie (praktijk)verhalen uit het onderwijs?
|
Bronnen
Cornelissen, G. (2019). Literaire gesprekken in de klas. Stichting Lezen.
Dijk, Y. van (2022). De leescrisis is als de klimaatcrisis: er moet nú iets gebeuren. Maar wat? Verschenen in NRC, 14 april 2022.
Wolf, M. (2018). Reader Come Home. The Reading Brain in a Digital World. HarperCollins.
Dit artikel verscheen in Didactief, november 2023.
1 Webinar diep lezen
2 PISA-lek is boven
3 Je eigen leesclub
4 Red het lezen op de pabo
5 In de biotoop van Denise Stok
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven