Diep leren op afstand

Tekst Fred Janssen
Gepubliceerd op 22-04-2020
Fred Janssen - Alle docenten zijn nu noodgedwongen overgeschakeld op afstandsonderwijs. Het is behoorlijk arbeidsintensief, terwijl diep leren niet wordt gegarandeerd. Kan dat beter?




Twee varianten komen het meeste voor bij afstandsonderwijs: opdracht- en projectgestuurd. In de eerste variant werken leerlingen thuis vooral aan een hele serie kleinere opdrachten behorend bij de verplichte leerstof. In de tweede variant staan grotere projecten centraal waarbij de relatie met de verplichte leerstof vaak onduidelijk is.

Eigenlijk is opdrachtgestuurd afstandsonderwijs niet wezenlijk anders dan regulier klassikaal onderwijs: de docent geeft eerst uitleg over de nieuwe stof waarna leerlingen individueel aan de slag gaan met een serie opdrachtjes uit het boek. Wat niet af is krijgen leerlingen mee naar huis. In opdrachtgestuurd afstandsonderwijs maken ze àlles thuis en ontbreekt vaak de voorafgaande uitleg door de docent. Deze aanpak heeft voor- en nadelen. Positief is dat je als docent weet dat leerlingen in ieder geval hebben geoefend met de verplichte stof. Het nadeel is dat leerlingen zich door een hele serie, vaak minder interessante, opdrachtjes moeten worstelen. Voor de docent is het bovendien niet eenvoudig om goed zicht te houden op wat leerlingen kunnen, door de aard en enorme hoeveelheid ‘werkjes’ die ze produceren.

Bij projectgestuurd afstandsonderwijs werken leerlingen in plaats van aan een hele reeks opdrachtjes aan een groter project. Ook dit herkennen we uit het reguliere klassikale onderwijs. De voor-en nadelen zijn ook vergelijkbaar. Het voordeel is dat er gewerkt wordt aan meer betekenisvolle en relevante  projecten. Een belangrijk nadeel is echter dat de verbinding met de verplichte leerstof soms onduidelijk blijft. De projecten zijn vaak niet leerstofvervangend. In de praktijk moeten docenten na een incidenteel project veelal weer snel overschakelen op opdrachtgestuurd werken zodat de verplichte leerstof toch tijdig wordt behandeld.

 

Recept voor verdieping

Verdieping van het afstandsleren is mogelijk door een combinatie van opdracht- en projectgestuurd afstandonderwijs. Ik bied hiervoor een eenvoudig ‘recept’ bestaande uit vier stappen. Deze stappen zal ik eerst kort illustreren aan de hand van een project over planten. Daarna zal ik laten zien hoe op deze aanpak kan worden gevarieerd.
 

Stap 1: Bepaal de leerstof die je wilt gaan behandelen

Niet alles in het schoolboek is even belangrijk. Kies dus wat tot de leerstofkern behoort. Hoofdstuk 2 uit de biologiemethode voor 1 havo/vwo gaat bijvoorbeeld over de bouw en functie van planten. Ik besluit om geen aandacht te besteden aan begrippen als bladoksel, okselknop en eindknop en kies de begrippen waarvan ik het belangrijk vind dat leerlingen deze kunnen gebruiken voor het begrijpen of veranderen van concrete situaties (tabel 1), zoals de functies van stengels en fotosynthese. Bovendien voeg ik nog een leerstofonderdeel toe waarvan ik vind dat dit te weinig aandacht krijgt in het boek, zoals een vergelijking van voeding bij planten en dieren (laatste kolom tabel 1)

 

Tabel 1:  Leerstofoverzicht

Geselecteerde leerstof hoofdstuk 2 Planten 1 havo/vwo

Vorm worstelstelsel in relatietot de omgeving waar de plant voorkomt

 (p.42/ opdr. 6)

Functies van wortels (vastzetten,

 opname en opslag) (p. 42)

Stengel

Functies van stengels (dragen van bladeren, transport)

(p. 46/ opdr. 11)

Functie van bladeren

Fotosynthese schematisch: water + koolstofdioxide + licht à glucose + zuurstof

 (p. 49 / opdr. 15 en 16)

https://schooltv.nl/video/fotosynthese-hoe-een-plant-glucose-en-zuurstof-maakt/

Vergelijking voeding bij planten en dieren.

              

Stap 2: Bepaal voor welk project leerlingen deze leerstof moeten gaan gebruiken

In veel methodes staan ideeën voor mogelijke projecten, meestal aan het einde van het hoofdstuk. Deze projectsuggesties worden vaak overgeslagen wegens tijdgebrek.In dit geval wordt gesuggereerd een onderzoek te laten uitvoeren naar verdamping door planten en een project waarbij je van groente en fruit in huis nagaat welke delen je eigenlijk eet. Beide projecten kunnen makkelijk leerstofdekkend worden gemaakt. Maar ik besluit zelf een project te formuleren over iets waar ik me enkele maanden geleden over verbaasde: de Breatharians, een groep mensen die geloven dat wij net als planten ons voedsel zelf kunnen maken uit lucht en licht. Een jaar geleden overleed in Nederland nog iemand die er vanuit ging dat eten overbodig is. Kernvraag van mijn project zou kunnen zijn: waarom overleven wij niet zonder eten, terwijl planten dat prima lijken te redden?

 

Stap 3: Maak een specifieke projectformulering

Deze kernvraag moet nog wel worden aangescherpt omdat anders voor leerlingen onduidelijk is waaraan hun uitwerking moet voldoen. Dit kan vrij eenvoudig door het project zo concreet mogelijk te formuleren en leerlingen de opdracht te geven om de geselecteerde leerstof (tabel 1) bij hun uitwerking te verwerken.

Breatharians zijn mensen die geloven dat ze niet hoeven te eten. Ze denken dat ze net als planten van licht en lucht kunnen leven. Bekijk het korte filmpje over Breatharians. Jeanette (61) was ook een Breatharian, maar heeft dit helaas niet overleefd.

Waardoor heeft Jeanette dit niet overleefd terwijl de kamerplanten in het huis van Jeanette dat wel kunnen?

Gebruik in je uitwerking alle begrippen uit tabel 1. Ook als een begrip volgens jou niet van toepassing is, leg dan uit waarom dit niet het geval is. De totale omvang van je uitwerking is minimaal een ½ A4 en  maximaal 1 A4 (lettergrootte 11 en regelafstand 1).

 

Stap 4: Selecteer bestaande uitleg en opdrachten als hulp op maat

Leerlingen verschillen in de behoefte die ze hebben aan uitleg en oefeningen om een project te kunnen uitwerken. De ene leerling gaat het liefst meteen aan de slag en zoekt dan wel wat op als het niet lukt. De ander vindt het fijner om eerst wat over de leerstof te lezen of hiermee te oefenen voordat hij of zij het project gaat uitwerken. Het is voor een docent lastig om dit van te voren te kunnen inschatten. Het is veel eenvoudiger om bestaande lesonderdelen (met eventueel aanvullende bronnen) als hulp op maat aan te bieden waarbij de leerling zelf mag kiezen of hij of zij er gebruik van maakt. In dit geval heb ik achter de geselecteerde leerstof verwezen naar betreffende pagina’s met relevante uitleg uit het schoolboek en daarbij behorende oefenopdrachtjes. Tevens heb ik nog een kennisclip over fotosynthese toegevoegd (tabel 1).

 

Variatiemogelijkheden

Met bovenstaand ‘recept’ kun je eenvoudig en snel leerstofvervangende projecten voor afstandsonderwijs ontwerpen waarbij de bestaande uitleg en opdrachten worden gebruikt als hulp op maat. Dergelijk afstandsonderwijs is vrij eenvoudig en kost weinig tijd (15 tot 30 minuten voor het ontwerpen van onderwijs met leerstof voor een heel hoofdstuk). Het nodigt leerlingen uit tot diep leren. Bovendien leveren ze zo veel minder ‘werkjes’ in waar je naar moet kijken. Ook laten ze meteen zien in hoeverre ze de leerstof kunnen toepassen in het betreffende project. Op basis van ingeleverd werk kun je desgewenst nog extra uitleg geven en/of (bepaalde) leerlingen extra opdrachten laten maken.

Voor de leerling blijft het werk thuis zo overzichtelijker. Ze hebben immers maar een paar projecten van verschillende vakken die over een langere tijd lopen waarbij ze (deels) hun eigen tijd kunnen indelen. Ze hoeven niet hele reeksen opdrachten in te leveren maar maken alleen de opdrachten die nodig zijn om het project te kunnen uitwerken. Ze ervaren de projecten vaak als betekenisvoller en motiverender dan de reeksen opdrachten.

Met dit ‘recept’ kun je als docent eindeloos variëren. Allereerst in omvang. In dit voorbeeld is een project uitgewerkt met de leerstof van één hoofdstuk van één schoolvak, maar het is ook mogelijk om projecten te ontwerpen waarin leerstof van meerdere hoofdstukken wordt behandeld, of leerstof van meerdere vakken in een vakoverstijgend project. Het is ook mogelijk om leerlingen (in toenemende mate) zelf een rol te laten spelen bij het ontwerpen van hun project en zo variatie aan te brengen. Voor meer concrete aanwijzingen voor beide varianten verwijs ik naar mijn blog over vragen leren stellen voor het leven (Janssen, 2020). 


Verder lezen
Voor meer informatie over de principes die aan de hier beschreven aanpak ten grondslag liggen en voorbeelden van leerstofvervangende projecten voor bijna alle schoolvakken:

Janssen, F.J.J.M. (2019). Motiveren, gedifferentieerd uitdagen en formatief evalueren. Didactief

Janssen, F. J. J. M., Hulshof, H., & Van Veen, K. (2016). Uitdagend gedifferentieerd vakonderwijs. Praktisch gereedschap om je onderwijsrepertoire te blijven uitbreiden. Leiden/Groningen: UFB

Janssen, F.J.J.M. (2020). Vragen leren stellen voor het leven. Didactief

 

Fred Janssen is hoogleraar Didactiek van de Natuurwetenschappen en werkzaam bij het Interfacultaire Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing (ICLON) aan de Universiteit Leiden.

Verder lezen

1 De gevaarlijke mythe van de brede vaardigheden
2 Biesta’s wenkend en wijkend wonderland
3 Biesta’s drieslag als denkstopper
4 Vragen leren stellen voor het leven
5 Kerndoelen herzien? Ja graag. Maar hoe dan?
6 Wat willen we onze kinderen leren?
7 Motiveren, gedifferentieerd uitdagen én formatief evalueren

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent