De lerende school: het ideaal (6)

Tekst Annemarie Neeleman
Gepubliceerd op 25-09-2024
Lector Onderwijskundig leiderschap in lerende onderwijsorganisaties Annemarie Neeleman geeft in deze serie fijne handvatten voor wie met het thema de lerende school aan de slag wil. In deel 6 aandacht voor de ideale inrichting van zo’n lerende organisatie, in theorie en in de praktijk.

Kools (2020) onderscheidt zeven dimensies van de school als lerende organisatie, een daarvan is ‘Dimensie V, systemen inbedden voor het verzamelen en uitwisselen van kennis en leren’. Dit omvat het volgende:

  • Er zijn systemen voor het onderzoeken van de voortgang op leeropbrengsten en de hiaten tussen de huidige en verwachte leeropbrengsten.

  • Er zijn structuren voor regelmatige dialoog en kennisuitwisseling.

  • Praktijkvoorbeelden – goede en slechte – worden voor analyse ter beschikking gesteld aan alle medewerkers.

  • Onderzoeksbronnen zijn beschikbaar en toegankelijk.

  • Medewerkers zijn in staat verschillende gegevensbronnen te analyseren en te gebruiken voor feedback, ook met behulp van ICT, om hun onderwijs te onderbouwen en middelen doelmatig te besteden.

  • School(jaar)plannen zijn gebaseerd op kennis en zelfevaluatie en worden regelmatig bijgewerkt.

  • De school evalueert regelmatig haar handelingswijzen en wijzigt en actualiseert deze indien nodig.

In de praktijk is dat nog niet zo makkelijk, constateert Hilde Groenendijk-de Vries, afdelingsleider bovenbouw van het Marnix Gymnasium in Rotterdam (categoraal gymnasium met ruim 500 leerlingen, 70 docenten en onderwijsondersteuners): ‘Schoolleiders nemen vaak op basis van hun intuïtie en onderbuik beslissingen. Een leider neemt veelal het voortouw, maar zou eerst een stap naar achteren of opzij kunnen doen. Daardoor geeft hij anderen en zichzelf ruimte om te analyseren en kennis te verzamelen. Op scholen komen we hier vaak te weinig aan toe. In de hectiek van alle dag zoeken collega’s en ik naar snelle oplossingen als problemen zich voordoen. Tijd nemen om na te denken en onderzoek te doen zou ons handelen als professionals ten goede komen. Dan groei je samen en kom je tot een verdieping van het leren.’

Tijdens een reis naar Engeland zag ze goede voorbeelden. ‘Sommige scholen sloten bijvoorbeeld de deuren voor de leerlingen op vrijdagmiddag, zodat collega’s tijd konden nemen voor hun eigen professionalisering. Ze analyseerden resultaten, ontwikkelden nieuwe lesmethodieken, volgden een masteropleiding of deden een eigen onderzoek, waarbij steeds onderling kennis werd gedeeld.‘

Het Marnix Gymnasium kent sinds schooljaar 2023-2024 een vaste middag voor collegiaal overleg op de dinsdag. Groenendijk: ‘Er is een cyclus van vijf weken: de ene week afdelingsoverleg, daarna volgen mentoroverleg, werkgroepoverleg – over onderwerpen als differentiëren of het nieuwe schoolplan –, sectieoverleg en overleg over actuele zaken. Daarna begint de cyclus opnieuw. Het is een mooi begin om het verzamelen en delen van kennis in te bedden.’

Groenendijk is lid van een professionele leergemeenschap van afdelingsleiders op CVO-scholen, die wordt begeleid door Annemarie Neeleman. ‘Wij komen niet altijd toe aan het goed doorlopen van een PDCA-cyclus binnen onze afdelingen. Neeleman geeft ons meer zicht op hoe we dit kunnen aanpakken.’ Zo trachten docenten bijvoorbeeld achteraf een toetsweek of een open dag te evalueren op het gewenste effect.

Het Marnix Gymnasium kent vijf interne studiedagen per schooljaar en een aantal organisatiedagen, waarop collega’s algemene schooltaken kunnen verrichten en studeren terwijl leerlingen bijles kunnen volgen. Docenten hebben een leesclub opgericht die onderwijsboeken bespreekt zoals Grip op de mini-samenleving van Iliass el Hadioui en Hallo witte scholen van Anousha Nzume.

De schoolleiding stimuleert docenten om naar externe studiedagen te gaan en met collega’s te delen wat ze hebben opgestoken. Groendijk signaleert daarbij een barrière: ‘Collega’s zeggen soms: “Wie ben ik om dit te delen? Ik kan het nooit zo goed vertellen als de inleider op de studiedag.” Dat is jammer, want leren gaat over “proberen” en juist ook fouten mogen maken. Dit soort processen mogen hun tijd hebben.’

Om scholen te helpen ontwikkelt het lectoraat een Nederlandstalige vragenlijst, ‘de school als lerende organisatie’. Deze is gebaseerd op een Engelstalige vragenlijst (1) en onderzoek van Kools (2020). Momenteel vindt validatie plaats, de vragenlijst zal in de toekomst online beschikbaar komen.

 

Annemarie Neeleman is lector Onderwijskundig leiderschap in lerende onderwijsorganisaties bij Kenniscentrum Talentontwikkeling van Hogeschool Rotterdam. Dit artikel is een bewerking van de lectorale rede die zij uitsprak op 16 mei 2024.

Bekijk hier alle bronnen bij de lectorale rede van Neeleman.

 

(1) Ik heb onder meer Engelse taal en cultuur aan de Universiteit van Amsterdam gestudeerd.

 
Verder lezen

1 De lerende school: leiderschap (1)
2 De lerende school: de theorie (2)
3 De lerende school: schoolleider cum suis (3)
4 De lerende school: docenten leren van/met elkaar (4)
5 De lerende school: kennisgedreven werken, evidencebased of evidence-informed?(5)
6 De lerende school: de omgeving (7)

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent