De Facebookgroep Actief lesgeven zonder cijfers groeide onstuimig. Het is illustratief voor het feit dat steeds meer leraren en schoolleiders ambities formuleren voor formatieve toetsing. Ze willen toewerken naar een feedbackcultuur; niet het cijfer maar de aanpak en het proces centraal stellen en leraar én leerling meer zicht geven op het leerproces.
In maart 2017 startten SLO en de VO-raad twee leernetwerken. Vanaf oktober 2017 las je hier maandelijks over de ervaringen van de deelnemers aan die netwerken.
Dit keer zijn we te gast op de prachtig verbouwde locatie van Het Nieuwe Lyceum in Bilthoven. Op het programma: de opbrengsten en evaluatie van een praktisch instrument waar alle scholen komend schooljaar profijt van kunnen hebben.
Een jaar geleden schreef ik 'Leraren, schoolleiders en experts zetten in op samen leren'. Na mij deelden verschillende docenten en schoolleiders hun ervaringen met de implementatie van formatief evalueren op hun school. Dit keer trapt schoolleider Agaath Mauritz van Het Nieuwe Lyceum af. Ze vertelt dat uit de visitaties die zijn gedaan, blijkt dat de leerlingen een nogal consumerende houding hebben. Wat haar betreft is het versterken van hun betrokkenheid een speerpunt. Meer formatief lesgeven is een van de middelen om dat te bereiken.
Vraag is – en die wordt eigenlijk op elke school in het netwerk in meer of mindere mate gesteld - hoe krijg je je collega’s mee? En minstens zo belangrijk: hebben alle collega's wel hetzelfde beeld bij formatieve evaluatie? Wat bedoelen we met vage visionaire aanduidingen als 'we willen werken aan meer maatwerk', of met 'leerlingen eigenaar maken van hun leerproces'. De grote les, aldus van Nol van Beurden, zelf directeur-bestuurder van CVO 't Gooi en verbonden als adviseur aan dit leernetwerk: creëer gedeelde beelden bij collega’s. Voer gesprekken in groepjes in telkens wisselende samenstelling, niet alleen met voorlopers onder de collega’s. Ga met elkaar in gesprek en beantwoordt de vraag: hoe willen we dat de nieuwe werkelijkheid eruitziet in termen van concrete leeractiviteiten van leerlingen? Wat zeggen en doen de leerlingen in de school? Beschrijf dat met elkaar in concreet en observeerbaar gedrag. Dus niet: leerlingen zijn eigenaar van hun leren. Maar bijvoorbeeld: leerlingen voeren een keer in de drie weken een gesprek over hun voortgang met hun mentor. Voer deze gesprekken niet een keer, aan het begin van de verandering, maar gedurende het hele proces van implementatie van formatief evalueren, zodat je gezamenlijk gecreëerde beelden ook kunt bijstellen.
Op het Nieuwe Lyceum starten docenten komend schooljaar met de cursus Didactisch coachen. Dit meerjarige traject waarbij steeds groepen docenten de cursus volgen, is een van de aanpakken om te streven naar een voor leerlingen herkenbare aanpak van het werken aan groei en ontwikkeling. Ook is het een middel om met elkaar in gesprek te gaan, gezamenlijke beelden te creëren en een gemeenschappelijke taal te ontwikkelen.
Als handvat voor dat gesprek heeft SLO samen met de Hogeschool Utrecht de contextscan Implementatie formatief evalueren ontwikkeld (hier te downloaden). Nathalie Evers, teamleider havo onderbouw op Het Nieuwe Lyceum, heeft de scan ook laten invullen door collega's met verschillende functies en van verschillende vakken. Collega's beantwoordden stellingen rondom een negental aspecten, waaronder:
* Gedeelde visie zoals waarom wordt deze onderwijsontwikkeling in gang gezet.
* Leiderschap: Het is voor iedereen bijvoorbeeld duidelijk wie welke rol speelt en taak heeft bij de implementatie van formatieve evaluatie op deze school.
* Lerende organisatie: Docenten worden onder andere gestimuleerd om kritisch te reflecteren op de toepassing van formatieve evaluatie in hun lessen.
* Eerdere ervaringen: Er is vertrouwen in een succesvolle implementatie van formatieve evaluatie in de school, vanwege eerdere successen met innovaties.
Tijdens de leernetwerkbijeenkomst evalueren Mauritz en Evers de opbrengsten: wat zijn de belangrijkste waarnemingen, wat zijn de belangrijkste gevolgtrekkingen voor je gestelde doelen en strategieën (koers houden, bijstellen?) en wat is je belangrijkste vraag die uit deze analyse voortkomt voor het vervolg in dit leernetwerk? Zij noteren op hun poster een aantal waarnemingen, zoals 'Het waarom van formatief evalueren is nog niet duidelijk voor alle collega's, dus op welke behoeften het aansluit' en 'Collega's geven aan formatief evalueren (nog) beperkt toe te passen in hun lessen'.
Een belangrijke gevolgtrekking is dat de kartrekkers en voorlopers aan de slag zullen moeten gaan om met collega's vast te stellen hoe formatief evalueren bijdraagt aan de gestelde doelen en daardoor de noodzaak ervan zichtbaar en door iedereen erkend wordt. En: om formatief evalueren meer zichtbaar te maken in de lessen, moet eerst bij de collega's worden geïnventariseerd wat hun behoeften zijn om er (nog meer) mee aan de slag te gaan. Een concrete vraag die Evers voor het leernetwerk heeft, is: 'Hoe pakken we het gezamenlijk beantwoorden van de 'waarom-vraag' goed aan?' en 'Hoe pak je een initiatief wat bij collega's klein begonnen is, schoolbreed goed op?'
De ervaringen van de verschillende scholen in het leernetwerk komen in grote lijnen met elkaar overeen. Nog niet iedereen is overtuigd van de noodzaak van de innovatie (lees: meer formatief werken). En ook opvallend: op de stelling 'Er is consensus bereikt onder docenten en de schoolleiding over de visie op formatieve evaluatie', antwoordden docenten opvallend vaak ontkennend. De opvallendste en meest genoemde: de schoolleiding moet aan de bak. Want vaak is de feedback van docenten: we krijgen ruimte, maar we zien geen verandering. Om dat te bereiken moet de schoolleiding een meer actieve rol spelen, legt Van Beurden uit. 'Er is een verschil tussen een schoolleiding die dingen laat gebeuren en een schoolleiding die ruimte, regels en ruggesteun biedt vanuit een gezamenlijke visie. In dat laatste geval denkt ook de schoolleiding na over hun rol in de vernieuwing en vindt er continu gesprek plaats binnen de school.
Wat dat precies betekent, wordt duidelijk als Ronald Prins van het Marianum College de aanpak van zijn school toelicht. Op basis van een abstract schoolplan hebben vaksecties concrete doelen geformuleerd inclusief concrete activiteiten en die gezamenlijk vormgegeven. Sectieleiders hebben dat ook weer gezamenlijk uitgewerkt: wat zijn de doelen in concreet observeerbaar gedrag, waar staan we en wat gaan we doen? Zo ziet bijvoorbeeld het teamplan van de sectieleiders eruit:
Op het Marianum heeft deze aanpak succes. De kracht is, volgens Prins, dat op elk niveau van de school ontwikkeling zichtbaar is en er concrete doelen en activiteiten worden uitgewerkt. Het uitgangspunt: 'Elke collega ontwikkelt zich als het gaat om formatieve evaluatie. Maar ook: elke collega staat ergens anders in zijn ontwikkeling en dat respecteren we, zolang we allemaal bewegen richting het gestelde doel.’
Een duidelijke les voor de deelnemende scholen aan het leernetwerk: elke sectie geeft zijn eigen onderwijs vorm en zorgt voor de inhoud, maar de schoolleiding zorgt voor de kaders.
Meer informatie over de leernetwerken en over instrumenten om met collega's in gesprek te gaan, vind je op: formatiefevalueren.slo.nl. Download hier de contextanalyse en download hier de gesprekskaarten om met collega's in gesprek te gaan over formatief evalueren.
Vragen en/of opmerkingen: Gerdineke van Silfhout ([email protected])
1 Leernetwerken Formatief Evalueren
2 Leernetwerken Formatief evalueren 1
3 Toetsmachine houdt ons stevig in de greep
4 Bezint, ook nadat ge begint!
5 Leernetwerken Formatief Evalueren 3
6 De horizon komt ooit dichterbij
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven