Nieuws

Rekenen gaat weer meetellen bij examen

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 10-11-2018 Gewijzigd op 23-01-2019
Rekenen wordt onderdeel van het schoolexamen en daarmee de verantwoordelijkheid van de school. Met dit voorstel in hun Kamerbrief van 9 november vellen ministers Slob en Van Engelshoven het definitieve doodsvonnis voor de verplichte landelijke rekentoets.  

Iedereen keek al weken uit naar deze Kamerbrief over de rekentoets. Hij zou vlak na de zomer al komen en in elk geval voor 1 november, de datum waarop vo-scholen hun Programma voor Toetsing en Afsluiting (PTA) voor het volgend schooljaar bij de inspectie moeten inleveren. Het is immers wel handig om te weten of ze daar rekenen wel of niet in moeten opnemen.
Die duidelijkheid is er nu: het toetsen van rekenen gebeurt vanaf schooljaar 2019-2020 niet meer met een landelijk verplichte rekentoets, maar wordt als onderdeel van het schoolexamen (vo) dan wel instellingsexamen (mbo) de verantwoordelijkheid van scholen zelf. Vo-scholen em mbo’s mogen zelf kiezen of ze een apart vak rekenen met een eigen toets geven of dat ze rekenvaardigheden en het toetsen daarvan onderbrengen bij andere vakken, bijvoorbeeld binnen wiskunde of economie. Wel moet rekenen met een apart cijfer op de cijferlijst vermeld  worden.Voor scholen die dat willen blijft de ‘oude’ rekentoets van Cito nog twee jaar beschikbaar.

Onrust

De rekentoets is vanaf het begin een hoofdpijndossier geweest. Wiskundeleraren en andere rekendeskundigen hadden veel inhoudelijke kritiek op de toets en er kwamen twee commissies (Bosker en Steur) aan te pas om de toets te verbeteren. Door de contextsommen in de toets laaide bovendien de discussie over wel of niet realistisch rekenen weer op. En daarnaast leidde de invoering van de toets tot onrust op scholen, mede door de lage scores op de toets.  
In schooljaar 2013-2014 was de eerste verplichte afname van een rekentoets op vo-scholen. Vanaf schooljaar 2015-2016 zou het cijfer voor rekenen ook mee gaan tellen in de zak- en slaagregeling: een leerling zou kunnen zakken als hij de rekentoets niet haalde. Vervolgens bleek die soep steeds minder heet gegeten te hoeven worden. Eerst bedacht staatssecretaris Dekker dat een 4,5 ook als voldoende mocht gelden. Eind 2015 werd onder druk van de Tweede Kamer bepaald dat de rekentoets op vmbo, havo en mbo ‘tot nader orde’ nog niet zou meetellen voor het eindexamen en eind 2017 bepaalde minister Slob dat ook op vwo de toets niet zou meetellen.
Met de nieuwe Kamerbrief mag de landelijke rekentoets van de baan zijn, rekenen gaat straks dus wel weer meetellen voor het examen. Het wordt immers onderdeel van het school- of  instellingsexamen. Op deze manier, zo hopen de ministers, blijven scholen serieus werk maken van rekenonderwijs: ‘Wij vinden het belangrijk dat deze opgebouwde expertise en stijgende lijn in rekenresultaten wordt vastgehouden. Het huidige beleid, waarbij de rekentoets4 wel wordt afgenomen maar niet meetelt, waarborgt dat nog onvoldoende.’
Net als voor andere examenvakken en -onderdelen geldt dat het eindcijfer voor rekenen niet lager mag zijn dan een vier. Het cijfer voor rekenen wordt apart vermeld op de cijferlijst, maar telt niet mee voor de berekening van het gemiddelde van de eindcijfers en de centrale examens.
Deze regeling geldt nog niet voor eindexamenkandidaten van dit en volgend schooljaar, maar pas vanaf schooljaar 2020-2021. Zo hebben scholen - en leerlingen - tijd om zich voor te bereiden.

Alternatief

Deze Kamerbrief doorkruist afspraken in het regeerakkoord 2017-2021. Volgens dat akkoord zou de rekentoets verdwijnen en zou vanaf schooljaar 2019-2020 het alternatief voor de rekentoets ingevoerd worden. Afgelopen schooljaar heeft de Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren (NVvW) samen met OCW en SLO gewerkt aan zo’n alternatief: Een nieuw perspectief voor rekenen in het voortgezet onderwijs. 
Dit alternatief gaat minder over toetsen, maar vooral over hoe scholen goed rekenonderwijs zouden kunnen verzorgen. Sleutelwoord daartoe is ‘rekenbewust vakonderwijs’: wiskundeleraren, maar vooral ook andere vakleraren moeten in hun lessen aanknopingspunten zoeken voor het functioneel gebruik van rekenvaardigheden.
Minister Slob had de NVvW eerder al laten weten dat hij eerst de curriculumherziening wilde afwachten alvorens het alternatief in te voeren en dat wordt in deze Kamerbrief herhaald: ‘In het kader van de integrale curriculumherziening wordt bezien hoe op de lange termijn rekenen een structureel en geïntegreerd onderdeel van het onderwijsaanbod kan worden. Het vergt enkele jaren voordat het geactualiseerde curriculum vertaald is in een nieuw eindexamen.’
De NVvW mag lof toegezwaaid krijgen in de Kamerbrief ( ‘waardevolle input’), ze is not amused door dit uitstel. Ze pleit voor het zo snel mogelijk invoeren van het alternatief. Haar bezwaar tegen het tussenvoorstel van de ministers is dat ‘hiermee de focus weer ligt op het toetsen en niet op het rekenonderwijs. Wij blijven pleiten voor het zo snel mogelijk invoeren van het alternatief.’
Het woord is eerst aan de Tweede Kamer. Ook daar vallen al de eerste kritische noten te horen. Zo twitterde D66-Kamerlid Paul van Meenen dat hij het teleurstellend vond: 'Zo komen we er niet met beter rekenen. Het gaat te veel over toetsen en te weinig over beter onderwijs. Leerlingen en studenten verdienen beter rekenonderwijs, in plaats van een afrekentoets 2.0.'
En daarmee zijn we weer terug bij dezelfde bekende discussie als bij de invoering van de rekentoets: leren jongeren beter rekenen door goed rekenonderwijs of door ze te toetsen? 
 

Click here to revoke the Cookie consent