Onderzoek

Nieuw wiskunde-examen kan nóg beter

Al ruim drie jaar (vanaf schooljaar 2009-2010) zijn docenten en vierdeklassers van zestien scholen aan het proefdraaien met nieuwe wiskunde-examens. Marjan Doijer, wiskunde-docente aan het Carmelcollege in Emmen, is met twee collega’s bij de pilots betrokken. Ze geeft wiskunde-A aan twee havo-klassen en wiskunde-B aan één vwo-klas. De vernieuwing is goed, vindt Doijer. ‘Ik denk wel dat het programma relevanter is. De havo krijgt in het A-programma meer statistiek met grote datasets. Dat lijkt me goed voor ze, want gegevens interpreteren zullen ze later in studie en werk ook tegenkomen. In het vwo-B-programma zit analytische in plaats van zuivere syntethische meetkunde. Dat sluit beter aan bij vervolgstudies en geeft de leerlingen meer houvast. Dat vinden ze zelf prettig.’

Maar er zijn ook minpuntjes. Doijer: ‘Bij wiskunde-B moet je als docent nog veel doen om ervoor te zorgen dat de leerling door de stof heen komt. Het programma bevat nog relatief weinig oefenopgaven.’ Toch mogen wat haar betreft de nieuwe programma’s snel worden ingevoerd. ‘Laatst sprak ik een oud-leerlinge die volgens het nieuwe programma wiskunde-B examen heeft gedaan en nu bewegingswetenschappen studeert. Zij zei: “Ik merk in mijn studie dat ik wiskunde beter begrijp dan mijn medestudenten.” Daar was ze heel blij mee.’

Zichtbaar

SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling, heeft de pilots geëvalueerd. Met wat aanpassingen moet het lukken de nieuwe programma’s over tweeënhalf jaar in te voeren, denkt Wilmad Kuiper, manager Onderzoek & Advies van SLO. Zorgen heeft hij over de kwaliteit van het lesmateriaal voor met name wiskunde-B in het vwo. ‘De geluiden die wij daarover hoorden, waren soms niet mis te verstaan. Docenten klaagden dat de vernieuwing niet goed zichtbaar is gemaakt. Het ministerie en de uitgevers zullen er hard aan moeten trekken om dat op niveau te krijgen. Ik denk dat dit soort pilots meer winst boeken als je vóór de start voorbeeldmateriaal ontwikkelt en beproeft. Een heldere uitwerking van nieuwe en vernieuwde onderdelen maakt voor docenten een vernieuwing beter zichtbaar.’ Voor een pilotschool was de kwaliteit van het lesmateriaal reden voortijdig af te haken.

Over het algemeen beoordeelden de pilot-docenten de programma’s als relevant. Kuiper: ‘Hoewel soms te overladen, zoals het examenprogramma van wiskunde-B voor de havo. Ook de pilotmodules vond men te vol. En wiskundige denkactiviteiten kwamen onvoldoende uit de verf, ook in het materiaal zelf. Een belangrijk punt van aandacht, want dat is nu juist een van de vernieuwingskenmerken.’

Meer info over de pilots via www.slo.nl/curriculumevaluatie en www.ctwo.nl

Dit artikel verscheen in Didactief, maart 2013.