Artikelen

Plezier met echte boeken

Tekst Monique Marreveld m.m.v. Dorothé Cras
Gepubliceerd op 22-05-2018 Gewijzigd op 24-05-2018
Beeld Richard Lotte
Gewoon lekker lezen op school, elke dag, op een vast moment, ieder voor zich. Op cbs De Wierde zijn leraren overtuigd van de kracht van deze aanpak: leerlingen lezen geen woordrijen, maar echte boeken.

‘Juf, ik vond lezen altijd verschrikkelijk saai. Maar thuis denk ik nu: was ik maar weer op school, dan kon ik tenminste verder met mijn boek.’ Sander onderstreept daarmee de woorden van Mariska Roelofs, leerkracht groep 8 van christelijke basisschool De Wierde in Almelo. Zij heeft gemerkt dat stil lezen werkt: ‘Sander en zijn klasgenootjes zijn meer gemotiveerd om “echte” boeken te lezen sinds we meer tijd besteden aan stil lezen. Achter in het lokaal heb ik mandjes met stripboeken. Eén keer in de week mogen ze er één pakken. In het begin van het jaar wilde iedereen dat, maar nu lezen ze liever een boek. Ook bij kinderen die eerst niet wilden lezen, is dat leesplezier er echt.’

Achtste-groepers huilen niet (Vriens), Naar de brugklas (Cazemier), Kappen! (Slee): de klassenbibliotheek achterin groep 8 is tegenwoordig goed gevuld met moderne kinderboeken. De eerste voorwaarde voor succesvol stil lezen is zo vervuld: een rijke leesomgeving met interessante boeken van goede kwaliteit. De Wierde heeft als norm dat alle kinderen minimaal 25 leeftijdsadequate boeken naar eigen keuze per jaar lezen. Maar dan moeten ze er wel zijn.

Voor de school vergde het een enorme investering. Carla Wild, intern begeleider: ‘We mochten drie jaar lang voor €100 per groep aanschaffen, verhalende en informatieve boeken. Voor zwakke lezers kochten we ook meer delen uit een serie, van dezelfde schrijver of over eenzelfde onderwerp.’

Wat de kinderen lezen wordt bepaald door hun belangstelling en hun begripsniveau. ‘Bij het kiezen van de boeken heb ik vooral de klas betrokken, vertelt Roelofs: ‘Welke boeken vinden jullie leuk? Wat hebben jullie al gelezen uit de bibliotheek, maar zou je willen herlezen?’

Didactiek

De didactiek rondom stil lezen is in Nederland weinig uitgewerkt. Mede daarom voelen leraren zich onzeker bij het uitvoeren van de stilleeslessen: wat moeten ze doen, als stil lezen niet vanzelf gaat? Er zijn altijd leerlingen die niet willen. Het lijkt veiliger om ze hardop te laten lezen, dan hoor je ze tenminste. Wild: ‘Die angst hadden wij eerst ook, met name in de onderbouw. Maar binnen het leesverbeteringsproject LIST (zie pagina 11, red.), hebben we nu drie jaar veel aandacht besteed aan stil lezen en we zien, dat gaat gewoon. Je moet het durven.’

Om 10.00 uur is het muisstil in De Wierde. De hele school leest. Wat later vertelt Wild: ‘Elke dag leest de hele school van 9.55 tot 10.25 uur. Leerlingen zijn voor deze lessen wel gehergroepeerd, want niet iedereen kan al stil lezen. Door in de gehele school het lezen op hetzelfde moment in te roosteren, kunnen de kinderen uit elke groep geplaatst worden in de aanpak (hardop of stil lezen) waar zij thuishoren.’

 

Hoe ziet zo’n les stil lezen er nu uit? Is er nog wel les of ligt de les gewoon stil? ‘Dat laatste zou je kunnen zeggen’, aldus Roelofs, ‘maar er zijn wel spelregels: zorg ervoor dat je een extra boek op je tafeltje hebt, voor als je boek niet leuk is; ga niet lopen en kies een plekje waar je lekker kunt zitten. De kinderen hoeven dus niet per se op hun eigen stoel achter hun eigen tafel.’

Roelofs leest altijd een stukje voor en twee keer per week praat ze over het boek waaruit ze voorleest. ‘Zo’n miniles of boekenbabbel is bedoeld om ze te stimuleren tot lezen, mijn enthousiasme te delen.’ (zie ook pag. 14). Daarna mogen de leerlingen zelf lezen (twintig minuten). Roelofs observeert, monitort de vorderingen en grijpt in als een kind niet leest. ‘Tijdens de stilleesles is het gewoon stil. Ik wist niet dat het kon. Tien minuten okee, maar een half uur? De kinderen zeggen dat het komt omdat we nu hele leuke boeken hebben.’ Twee keer per week eindigt de leesles met praten over boeken. Soms naar aanleiding van het minilesje, soms vertellen kinderen gewoon waarom hun boek zo mooi is dat iedereen het zou moeten lezen.

Logboek


Aardig hulpmiddel bij de observaties zijn de logboekjes die leerlingen bijhouden. Roelofs: ‘Heel simpel: datum, schrijver, titel en vervolgens geven ze met een smiley aan wat ze ervan vinden. Het leuke is dat wanneer kinderen een nieuw boek kiezen, ze vaak in dit schriftje kijken om te zien wat een vriendje heeft gelezen en wat die ervan vond’.

Ook een observatieschema kan helpen. Houdt een leerling het lezen vol en leest hij voldoende bladzijden? Roelofs turft of een leerling gedrag vertoont waaruit blijkt dat hij niet leest (bladeren, opkijken, praten). Tevens houdt ze bij of leerlingen hun boek waarderen (verandert van boek, vindt boek niet leuk, leest weinig bladzijden). Roelofs: ‘Als een kind niet leest, ga je praten over hoe dat komt. Vaak hebben ze het gekozen vanwege de voorkant, maar valt het tegen. Dan zoeken we samen een andere titel. Vóór LIST had ik geen idee van wat er op mijn plank stond. Als een kind een titel niet leuk vond, was mijn reactie: er staan zoveel leuke boeken op de plank, zoek maar een ander. Nu ben ik zelf gaan lezen en merk ik dat ze gelijk hebben, sommige titels zijn echt niet leuk.’
 

Wanneer een leerling de AVI-toets die bij zijn didactische leeftijd hoort en/of het doel van de stilleestoets niet haalt, zijn maatregelen nodig. Wie achterloopt, maar wel goed doorleest in de klas kan optreden als tutor voor een jongere leerling met leesproblemen. Ook vier maal per week twintig minuten extra stilleestijd kan helpen. Voor leerlingen met een achterstand, die niet goed doorlezen, is extra begeleiding door een leerkracht noodzaak. In groep 5 komen kinderen in het begin soms niet tot lezen: dat geldt voor langzame lezers en ook voor kinderen met concentratieproblemen. Als de leraar een stukje met zo’n kind mee opleest, gaan ze een boek iets sneller leuk vinden. Zodra een titel aanslaat, kan de leerling het zelf verder uitlezen. Ook hier is vier keer twintig minuten extra stilleestijd per week aan te raden.

Stil lezen

Stil lezen verbetert het vloeiend lezen en vergroot de kennis van de wereld, de woordenschat en het leesbegrip. Het is effectiever, efficiënter en motiveert meer dan hardop lezen. Het is bovendien effectiever dan het lezen van losse woorden doordat woorden in een context makkelijker begrepen worden dan wanneer ze alleen staan. Het lezen van tekst is daardoor gemakkelijker dan van losse woorden. Het doorlezen in een boek is nog weer effectiever dan het lezen van losse teksten. In een boek komen vaak dezelfde woorden voor in licht wisselende contexten, waardoor automatisering kansrijker is. Stil lezen is efficiënter dan hardop lezen doordat het gemiddeld dertig procent sneller is. Kinderen komen alleen tot veel stil lezen wanneer ze daar plezier aan beleven.

Meer boeken in de klas?

  • Op de jaarlijkse NOT kosten boeken vaak een prikkie, sla je slag.

  • De openbare bibliotheek verkoopt regelmatig “afgeschreven” boeken.

  • Plaatselijke afdelingen van Amnesty International of andere goede doelen organiseren vaak boekenverkopen voor een goed doel.

  • Kijk eens bij de kringloopwinkel.

  •  Neem je eigen kinderboeken mee en zet ze in je klas.

 

Dit artikel verscheen in de special Lekker leren lezen in Didactief, november 2011. Deze special is gemaakt door medewerkers van de Hogeschool Utrecht. Een financiële bijdrage is geleverd door dezelfde organisatie.

Verder lezen

1 Lekker leren lezen
2 Boeiend voorlezen is een vak apart
3 Geef de juf haar vakmanschap terug
4 Praten over boeken
5 Plezier met echte boeken
6 Laat toetsen je onderwijs niet verarmen

Click here to revoke the Cookie consent