Thoni Houtveen, 59 jaar
Lector Geletterdheid, Faculteit Educatie, Hogeschool Utrecht
‘Veertig jaar onderzoek heeft aangetoond dat de leerkracht voor de groep essentieel is: zij speelt de belangrijkste rol als het gaat om het behalen van goede resultaten bij alle kinderen. We weten inmiddels ook om welke leerkrachtvaardigheden het gaat: goede instructie geven; de beschikbare tijd zo effectief en efficiënt mogelijk besteden; vertrouwen en hoge verwachtingen uitstralen naar de kinderen; het gebruik maken van gegevens (waaronder toetsen) om je onderwijs af te stemmen op de verschillende onderwijsbehoeften van de kinderen en last but not least: het beschikken over kennis van het vak dat je aan het geven bent.’
‘Je zou dan ook verwachten dat de leerkracht als vakman/vrouw een leidende rol heeft in hetgeen de leerlingen wordt aangeboden. In werkelijkheid blijkt echter veelal de methode centraal te staan. Nederlandse leerkrachten lijken soms methodeslaven. Ze hebben moeite om als vakmensen naar een methode te kijken en te zeggen: dit doe ik wel en dit sla ik over. Wat ook een rol speelt, is dat met name jongere leerkrachten erg afhankelijk zijn van diezelfde methoden. Ze weten onvoldoende over bijvoorbeeld leesonderwijs om zelfstandig keuzes te maken uit wat ze in de methodes aantreffen’.
‘Het is gevaarlijk om zo afhankelijk te zijn van die boekjes, om een aantal redenen. Ook al doen uitgevers hun uiterste best om een goed product te leveren, er is per definitie een spanningsveld tussen wat echt belangrijk is in het leerproces voor de leerlingen en daar waaraan verdiend wordt. Het bekendste voorbeeld zijn de beroemde “werkbladen”. Zo langzamerhand zou iedereen die bij het onderwijs betrokken is kunnen weten dat lang niet alle oefeningen in de werkbladen bijdragen aan het leren, bijvoorbeeld het leren lezen. En dan zeg ik het heel netjes. Veel leerkrachten houden er echter aan vast om kinderen met werkbladen te laten werken. Het argument is dat de methodeontwikkelaars er hard aan gewerkt hebben en zij dat niet voor niets hebben gedaan. In een kleine onderwijsmarkt als de Nederlandse wordt relatief weinig geïnvesteerd in onderwijsmethodes. Ze worden vaak geschreven door onderwijsbegeleiders of leerkrachten in hun vrije uren, mensen die het toch al druk hebben. Dat is niet de beste garantie voor uitstekend onderwijsmateriaal dat up to date is.’
‘Om de kwaliteit van het onderwijs echt te verbeteren moeten we natuurlijk werken aan het kennisniveau waarmee studenten van de pabo komen. Daarbij gaat het niet alleen om kennis van bijvoorbeeld het leesproces, maar ook om kennis van wat goede instructie is en de andere hierboven genoemde aspecten van effectief leerkrachtgedrag. De kennisbasis waaraan alle pabo’s zich nu moeten houden, is een belangrijke stap in die richting. Ik zou er verder voor willen pleiten effectieve leerkrachtvaardigheden veel explicieter in het curriculum van de pabo’s op te nemen en deze vaardigheden ook te trainen. Een goed voorbeeld hiervan is het observeren van lessen en het geven van feedback daarop, zoals elders in deze special beschreven is. Het vakmanschap moet terug.
Dit artikel verscheen in de special Lekker leren lezen in Didactief, november 2011. Deze special is gemaakt door medewerkers van de Hogeschool Utrecht. Een financiële bijdrage is geleverd door dezelfde organisatie.
1 Lekker leren lezen
2 Boeiend voorlezen is een vak apart
3 Durf te leiden
4 Laat toetsen je onderwijs niet verarmen
5 Plezier met echte boeken
6 Lezen wordt weer leuk
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven