Maak mantelzorg bespreekbaar in de klas

Tekst mantelzorg.nl
Gepubliceerd op 21-10-2019
In elke klas zitten er wel twee, kinderen of jongeren die thuis moeten helpen omdat er problemen zijn of zelf om die reden zorg tekortkomen. Wat kun je doen?

Ongeveer 1 op de 10 kinderen groeit op met een familielid dat ziek is of een beperking heeft. Vader, moeder, broer of zus heeft bijvoorbeeld kanker, autisme, een handicap, een depressie of een verslaving. Deze kinderen helpen thuis, maken zich vaak zorgen en komen soms zelf juist zorg tekort. Zonder dat ze iets laten merken, omdat ze hun situatie niet uitzonderlijk vinden of anderen niet met hun problemen willen opzadelen. Ook kan schaamte een rol spelen. Ze vragen geen hulp of weten niet waar ze terecht kunnen. Aandacht voor jongeren die al heel vroeg in hun leven extra zorgtaken verrichten is belangrijk. Wanneer zij tijdige hulp missen, lopen ze het risico dat op latere leeftijd gezondheidsproblemen, probleemgedrag, angsten of zelfs depressies ontstaan.

 

Andy Hargreaves (bestseller-auteur van Professional Capital) dacht decennialang dat hij geen wiskundeknobbel had. Altijd weer de herinnering aan dat commentaar in zijn rapporten uit de tweede, derde en vierde van het vo: Je had harder kunnen werken, volgend semester een paar tandjes er bij. Op een congres in de Rotterdamse Doelen voorjaar 2019 legde hij uit wanneer hij besefte dat het anders zat: ‘Pas toen mijn vrouw laatst zei: “Maar je vader stierf toch toen je in de brugklas zat?”, snapte ik het. Mijn moeder - een werkster – stortte in na zijn dood en al die jaren daarna probeerde ík de boel draaiende te houden. Ik maakte de kachel aan, stofzuigde het huis, deed de boodschappen en ik ging pas om 11.00 uur naar school als mijn oma kwam om voor mijn moeder te zorgen. De reden dat ik wiskunde niet snapte, was dat ik niet naar les ging, niemand mij steunde en niemand met mij praatte. Ik worstelde met wiskunde, maar dat had niets te maken met dat vak, maar vooral met andere dingen in mijn leven.’

Als zo’n leerling bij jou op school komt, zie je aanvankelijk niet wat hij of zij in z’n rugzakje heeft zitten. Hargreaves noemt ook vluchtelingen als voorbeeld: ‘Dat hun huis gebombardeerd werd of dat ze in een bootje een gevaarlijke zee overgestoken zijn. Ze lopen op adrenaline en doen lekker mee. Maar na vier maanden gaan ze zich soms ineens misdragen, ze knijpen of ze schreeuwen of ze sluiten zich af en jij snapt maar niet waar dat vandaan komt. Well, het komt uit hun leven.’ / MM

 

Hoe kun je een leerling als school ondersteunen en faciliteren in zo’n geval? Lida Ebbelaar en Paulien Moezel van het Mundus College in Amsterdam vertellen hoe ze dat op hun school vormgeven.

‘Mantelzorgende leerlingen?’ Lida denkt even na. ‘Die zijn er best veel op onze school. Als ik signalen krijg, probeer ik het met een kind bespreekbaar te maken. Ik probeer met ouders in contact te komen. We voeren geregeld driehoeksgesprekken. Met mij, met de ouder, en met de leerling. We bespreken dan ook de schoolresultaten. Vaak wordt de thuissituatie dan wel duidelijk – maar helaas is daar lang niet altijd een pasklare oplossing voor. Ouders willen altijd wel meedenken. Want iedere ouder wil uiteindelijk het beste voor zijn kind.’

Lida Ebbelaar en Paulien Moezel

 

En hoe gaat dat in de klas?

‘Ik ben decaan en docent Zorg en Welzijn, ik heb vrijwel alleen meiden in mijn klas,’ gaat Lida verder. ‘Of ze begrip hebben voor elkaars situatie? Die meidengroepen herkennen wel het nodige in elkaar. Veel van hen hebben thuis extra taken. Soms is het niet duidelijk of dat nu mantelzorg betreft, of dat het in een bepaalde cultuur vanzelfsprekend is dat meisjes meedraaien in het huishouden - of ze nu naar school gaan of niet. Veel van mijn leerlingen hebben naast school een baantje bij een supermarkt. Van de leerlingen die geen bijbaantje hebben, weet ik vaak dat dit komt omdat ze thuis worden ingezet. Zo kom je daar dus als docent achter. Extra zorgtaken zijn overigens lang niet altijd terug te zien in de schoolresultaten. Sommige leerlingen zijn heel goed in staat dit te combineren. Ik geef onder meer kooklessen en zorglessen. In de les zie ik het vaak al aan de handigheid van een leerling: Ah, die heeft dit al veel vaker gedaan.’

 

Zorgstructuur op school

Paulien Moezel is intussen aangeschoven, zij is werkzaam als leerlingbegeleider. ‘Veel extra zorg hebben wij hier in huis. Als leerlingbegeleiders werken wij in kernteams. Per leerling maken we een individueel plan. Zijn er problemen, dan ga ik met een leerling in gesprek. Ik betrek daar met name ook de wereld buiten school bij. Als leerlingen hier binnenkomen, worden ze door ons getest. Er is hier een jongen op school die voor zijn moeder in een rolstoel zorgt. De vader werkt veel, de zorg komt dus goeddeels op hem neer. Op school komt hij meestal op tijd en doet hij zijn best. Als hij dan eens te laat is, zijn we wel bereid om dat door de vingers te zien.’

‘Binnen school is er een ouder- en kind adviseur, maatschappelijk werk en hulp bij passend onderwijs voorhanden. Ik sta als leerlingbegeleider feitelijk tussen de docent en de zorgverlener in. Veel ouders van onze kinderen komen uit een cultuur waar om hulp vragen bijzonder moeilijk is. Maar lukt het me om ze hier om tafel te krijgen, dan is er veel mogelijk. Dan kan ik ze verschillende vormen van hulp in overweging geven. En zo houdt de leerling meer tijd over voor school.’

 

Niet vanzelfsprekend

MantelzorgNL ziet dat de ondersteuning van kinderen die mantelzorgtaken verrichten nog niet vanzelfsprekend is. Rianne Hanning, projectleider ondersteuning jonge mantelzorgers: ‘Het begint bij het zien van de jonge mantelzorger in je klas. Groeit jouw leerling op in een gezin waar iemand ziek is, dan is de kans groot dat hij of zij extra taken doet thuis. Dat is soms lastig te combineren met school. Wees dus alert bij slechtere schoolprestaties, te laat komen of veel afwezigheid. En ook juist heel volwassen gedrag kan wijzen op mantelzorg. Maak het bespreekbaar en help hen. Misschien kunnen individuele afspraken gemaakt worden die de combinatie makkelijker maken. Jonge mantelzorgers hebben er baat bij als ze 'gewoon' ongestoord naar school kunnen gaan. Dit biedt afleiding, structuur en waardering voor wie de jongere is en wat hij kan. In sommige gevallen is het goed als de school flexibele regels hanteert voor een jonge mantelzorger. Kijk per leerling en per situatie wat nodig is. Denk bijvoorbeeld aan afspraken over huiswerk, moment van toetsing of een verlofregeling bij bijvoorbeeld een opname van het zieke gezinslid. Maar ook leerlingbegeleiding is hier van belang. Volg de prestaties van de leerling en wees alert op dreigende schooluitval. En je kunt hen bijvoorbeeld helpen bij het organiseren van de thuissituatie als de leerling niet mee kan met schoolactiviteiten.’ Voor basisscholen en het voortgezet onderwijs ontwikkelde MantelzorgNL een scholentoolkit. Daarin zitten hulpmiddelen voor docenten bij het signaleren en het ondersteunen van deze groep.

 

Jong en zorgen voor je moeder:
‘Geen idee dat ik mantelzorger was’

 

Janna* (20) zorgt sinds haar vijftiende in haar eentje voor haar moeder, bij wie in 2010 baarmoederhalskanker werd vastgesteld. Haar ouders zijn gescheiden toen zij en haar zusje nog klein waren. Haar zus is ouder en woont niet meer thuis. Volgens Warda is de zorg voor haar moeder best zwaar. ‘Ze heeft geestelijk en lichamelijk zoveel schade opgelopen. De chemo heeft veel gezonde cellen kapot gemaakt, waardoor haar weerstand bijzonder laag is. Ze is extreem snel vermoeid. En als ze koorts krijgt, is het alsof ze dood gaat en zijn we in grote paniek. Hoe vaak ik al niet ’s nachts met haar bij de eerste hulp heb gezeten.’

Janna vindt de zorg voor haar moeder moeilijk te combineren met school. Ze moest de havo uiteindelijk opgeven. Wat mee speelt, is dat ze op weinig begrip of steun kon rekenen. ‘Er was één leraar die echt naar me luisterde, maar uiteindelijk kon hij toch te weinig voor me doen.’ Volgens Janna is er op scholen weinig bekend over kinderen die voor een ziek familielid zorgen. Dat betekent dat leerlingen er alleen voor staan en zich op den duur van school terugtrekken. De druk van thuis bovenop die van school wordt hen te veel. Bovendien kunnen of willen ze er niet over praten.

Ondanks alles is Janna positief over de toekomst. ‘Ik leef nog,’ zegt ze. Het startpunt is een opleiding tot beveiliger/luchtcoördinator, waarvoor ze zich heeft ingeschreven. Ze begint in oktober. Dan heeft haar zus haar diploma op zak en kan parttime aan het werk, terwijl zij de zorg voor hun moeder van Janna overneemt. Dat is het plan en zo gaat het gebeuren.

 

Meer weten over het begeleiden van jonge mantelzorgers in de klas? Ga voor de scholentoolkit naar mantelzorg.nl/scholen.

*Janna is een gefingeerde naam.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent