Finland verliest zijn koppositie, Estland maakt een groeisprong(etje) en Nederland weet weer aan te haken bij de top. Hoe worden die gegevens in Nederland eigenlijk verzameld. In de WOB-stukken die ik met Anja Vink en Bea Ros voor het Cito-dossier in Didactief bestudeerde stuitten wij op mailwisseling tussen medewerkers van het ministerie van OCW en Cito over de bereidwilligheid van scholen om deel te nemen aan het PISA onderzoek. Uit de mails blijkt dat het steeds meer moeite kost om het gewenste aantal scholen te verzamelen.
In Nederland wordt het PISA onderzoek door Cito verzorgd. Om geldige uitspraken te kunnen doen is het van groot belang dat er voldoende vo-scholen aan het onderzoek meedoen. Deelname van een te gering aantal scholen zou betekenen dat het onderzoek ongeldig verklaard wordt waardoor geen internationale vergelijking mogelijk is. Het zal daarom geen verbazing wekken dat de tanende animo bij scholen om aan het internationale vergelijkingsonderzoek mee te doen de alarmbellen bij Cito en OCW laten rinkelen. Via mail worden zorgen gedeeld over het aantal neezeggers en worden mogelijkheden besproken om het tij te keren. Onderstaande mailwisseling laat zien hoe er gezamenlijk wordt opgetrokken om scholen te bewegen (alsnog) medewerking te verlenen aan het onderzoek.
Het gebruiken van PISA resultaten voor onderwijshervormingen en ongunstige afnameperiode in verband met de examentijd vmbo zijn overigens niet de enige door scholen geuite bezwaren. In andere mails wordt ook gesproken over toetsvermoeidheid en toezeggingen van deelname aan andere onderzoeken zoals dat van de rekentoets vo.
Voor toenmalig VO-raad voorzitter Sjoerd Slagter wegen de bezwaren blijkbaar niet zo zwaar. Hij is bereid een brief naar de schoolbesturen te sturen waarin hij hen vraagt weigerende scholen alsnog te overtuigen van het belang om aan PISA mee te werken.
Om een einde aan dit geleur te maken dient de regering afgelopen voorjaar een wetsvoorstel in waarin onder meer vastgelegd wordt dat scholen verplicht zijn om deel te nemen aan internationale onderzoeken (blz 26/27). Een verplichting die Cito, in het geval van PISA, in staat stelt om probleemloos scholen te verzamelen en OCW internationaal vergelijkingsmateriaal oplevert.
Opmerkelijk genoeg adviseert de Raad van State om deelname aan dit soort internationale onderzoeken niet verplicht te stellen.
De Raad zegt letterlijk: 'Mede vanuit het uitgangspunt dat de overheid terughoudend moet omgaan met opleggen van verplichtingen die de eigen ruimte van scholen inperken, acht de Afdeling het verplicht stellen van deelname aan internationaal vergelijkende onderzoeken een te zwaar middel. Gelet daarop adviseert de Afdeling geen verplichting tot deelname aan internationaal vergelijkende onderzoeken op te leggen.'
NB: Begin 2012 zijn de voorbereidingen gestart voor het PISA onderzoek 2015.
Deze blog is eerder op 3 december gepubliceerd op Ronaldsonderwijsblog.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven