De eerste paar jaar als leraar zijn cruciaal. Je kan van alles hebben geleerd in je opleiding, maar in de klas is het toch anders. Jan van Driel, Nico Verloop en Wobbe de Vos (1998) lieten zien dat het echte leren van onderwijzen (zij noemden dat het verwerven van teachers’ craft knowledge; vakkennis van leraren) plaatsvindt in de school na de opleiding. Zij definieerden vakkennis van leraren als de verzamelde wijsheid van leraren over hun onderwijspraktijk. Het leidt hun praktisch handelen, inclusief de didactiek, de studenten, de leerstof en het curriculum.
Afhankelijk van waar je terechtkomt, kunnen die eerste jaren plezierig en geolied verlopen waarbij je een heleboel leert of je kunt ze ervaren als een ware beproeving waarvan je verzuurt en afknapt. Resultaat van dat tweede is verminderd werkplezier, slechtere leerlingprestaties en uiteindelijk vertrek uit het beroep (leraaruitval). In een poging beginnende leraren te ondersteunen, bieden sommige scholen al dan niet ‘formele’ introductieprogramma’s aan. Helaas is zo’n formeel en uitgebreid programma eerder uitzondering dan regel.
De eerste jaren
maken of breken
de starter
In sommige landen is dit op nationaal niveau geregeld en is het recht hierop bij wet geregeld, zoals in Engeland. Daar is voor beginnende leraren een Early Career Framework in het leven geroepen, inclusief financiële middelen en gereserveerde tijd voor ondersteuning en begeleiding om zich professioneel te ontwikkelen. Het kader voorziet in een volledig gefinancierd (jaarlijks £130 miljoen, krap €150 miljoen), tweejarig pakket van gestructureerde training en ondersteuning, gekoppeld aan het best beschikbare bewijs uit onderzoek. De ondersteuning omvat onder andere geld om leraren uit te roosteren, hoogwaardige gratis curricula en trainingsmaterialen, geld voor de training van mentoren van beginnende leraren en voor de begeleiding die zij bieden. Maar helpt dit?
Een formeel introductieprogramma is gepland en bedoeld om leraren te helpen zich in hun vak te ontwikkelen en te groeien. Volgens Wood en Stanulis (2009) is een lerarenintroductie een ‘veelzijdig proces van leren en ontwikkeling van beginnende leraren via een georganiseerd professioneel ontwikkelingsprogramma bestaande uit mentorondersteuning en formatieve beoordeling’ (mijn cursivering, p. 3). Zulke programma’s omvatten de volgende elementen: verminderde onderwijsbelasting, meer planningstijd, extra professionele ontwikkeling of training, ingeroosterde lesvrije tijd om aan deze activiteiten deel te nemen, mogelijkheden om ervaren leraren te observeren, niet-evaluatieve observatie en feedback door andere leraren en de schoolleiding, en mentoring. Dergelijke uitgebreide introductieprogramma’s leveren aantoonbaar positieve resultaten op voor beginnende leraren, waaronder minder uitval en verbeterde instructiekwaliteit en leerlingprestaties.
Via een rigoureuze meta-analyse keken Jeffrey Keese en collega’s of introductie- en mentorprogramma’s statistisch significante effecten hadden op de resultaten van leraren en leerlingen, zoals leraarretentie, hun effectiviteit en prestaties van leerlingen. Gepubliceerd in de Educational Research Review keken zij naar de effecten van in-service introductieprogramma’s voor beginnende leraren. Het ging om studies die geformaliseerde introductie en/of mentoring van beginnende leraren in het basis- en voortgezet onderwijs bestudeerden (17 in totaal). Over het algemeen vonden zij positieve resultaten wat betreft het behouden van leraren, door leraren ervaren zelfeffectiviteit, tevredenheid, en effectiviteit van hun instructie. De programma’s hadden ook een positieve invloed op de prestaties van leerlingen. Kortom: minder uitval, meer tevreden leraren en beter leren!
De eerste jaren als leraar zou je ‘make-or-break’-jaren kunnen noemen. Gooi ze in het diepe en de kans is groot dat zij verzuipen. Geef ze de ondersteuning die ze nodig hebben en zij worden topzwemmers. Misschien tijd om het landelijke project Begeleiding Startende Leraren (BSL) uit 2014 snel nieuw leven in te blazen?
Paul A. Kirschner is emeritus hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit en gasthoogleraar aan de Thomas More Hogeschool (België).
Bronnen:
Keese, J., Thompson, C. G., Waxman, H. C., McIntush, K., & Svajda-Hardy, M. (2023). A worthwhile endeavor? A meta-analysis of research on formalized novice teacher induction programs. Educational Research Review, 38, 100505.
Van Driel, J. H., Verloop, N., & De Vos, W. (1998). Developing science teachers’ pedagogical content knowledge. Journal of Research in Science Teaching, 35, 673-695.
Wood, A. L., & Stanulis, R. N. (2009). Quality teacher induction: “Fourth-wave” (1997–2006) induction programs. The New Educator, 5, 1–23.
Dit artikel verscheen in Didactief, april 2023.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven