Leren doe je óók in de wereld

Tekst Yolande Emmelot
Gepubliceerd op 19-04-2022
Beeld Tom van Limpt
Yolande Emmelot - Dat was weer flink schrikken, toen de onderwijsinspectie liet weten meer aandacht te willen besteden aan de ‘basisvaardigheden’, omdat deze teruglopen. Wat gaat dat betekenen voor de andere vaardigheden, die de inspectie niet meet?

Wat wordt eigenlijk bedoeld met deze ‘basisvaardigheden’? Ik heb het even uitgezocht: het gaat om lees- en schrijfvaardigheid en rekenen. Daar moet dus meer aandacht, meer tijd voor komen, aldus de inspectie. Laten we ons voor nu beperken tot de leesvaardigheid: het valt te vrezen dat de inspectie bedoelt dat kinderen nog meer geplaagd moeten gaan worden door lessen begrijpend lezen, een vak dat alleen in Nederland gegeven schijnt te worden op basisscholen, een vak waarmee Arjen Lubach ooit terecht de vloer aanveegde. Wat hadden mijn kinderen daar een hekel aan!

Bovendien: meer aandacht voor basisvaardigheden gaat ten koste van andere vakken, zoals wereldoriëntatie en creatieve vakken, vakken die juist heel veel mogelijkheden bieden om bij te dragen aan de leesvaardigheid of het ‘ begrijpend lezen’. Want bij begrijpend lezen gaat het onder meer om woordenschat, grammaticale kennis en ‘voorkennis’, kennis die al aanwezig is over het onderwerp van de tekst voordat een tekst gelezen wordt. En die woordenschat en voorkennis leer je eerder via wereldoriëntatie, een vak waarvoor de motivatie van leerlingen ongetwijfeld veel groter is dan voor begrijpend lezen. Immers, leren doe je vooral als het iets betreft dat je interesseert. We weten allemaal hoe belangrijk motivatie is voor leren. En woordenschat en voorkennis doe je vooral ook op in de wereld zelf. Daarom leren we - en dus ook leerlingen - buiten de school op sommige terreinen meer dan binnen de school.

In plaats van het advies om de blik nog meer naar binnen te richten en nog meer lesjes begrijpend lezen te doen, denk ik dus dat leraren eerder met leerlingen ‘de wereld in’ moeten gaan. Want dat is wat sommige leerlingen heel erg missen.

Ik weet nog goed dat ik als onderzoeker op een school kwam in een wijk van Amsterdam met veel - Nederlandstalige - laagopgeleide ouders, met armoe en alle nare gevolgen daarvan, zoals alcoholisme.  De kinderen scoorden heel laag op taaltoetsen. Ze kenden niet alleen woorden als ‘strand’ en ‘meeuw’ niet, ze kenden ook de begrippen nauwelijks! Taal leren, dat wil concepten en ‘ labels’ leren en vloeiendheid van spreken, leer je ‘in de wereld’, aan de hand van een betrokken ouder. Een ‘leraar’ dus eigenlijk, iemand die weet wat het kind bezighoudt, interesseert, die daaraan tegemoet komt en de wereld uitbreidt. Op deze manier leren werkt het beste. En dat weten ook veel leraren al heel lang. Niet voor niets weken sommige leerkrachten van vroeger af van de gebaande schoolpaden: ze trokken de natuur in met hun leerlingen, zoals Theo Thijssen en de Friese Meester Franke*. Ze maakten het onderwijs aanschouwelijk en interessant. Ze inspireerden en enthousiasmeerden hun leerlingen. Deze onderwijzers van vroeger werden niet altijd gewaardeerd om wat ze deden: ze werden soms als lastpakken gezien door de autoriteiten. De tentoonstelling die vanaf half mei in het Theo Thijssenmuseum te zien is, laat zien wat de betekenis van deze dwarsdenkers was voor het onderwijs.

Je zou denken dat de inspectie voorafgaand aan het geven van adviezen over reparatie van de gebreken eerst eens de oorzaak nauwkeurig onderzoekt. Maar nee, de scholen, die hun kinderen keurig technisch lezen en schrijven leren (bij deze vakken zijn er doorgaans geen problemen en zijn de verschillen tussen (groepen) leerlingen ook niet zo groot), mogen het probleem dat buiten de school zijn oorzaak vindt, oplossen. Het is geen toeval dat die terugloop in wat de inspectie basisvaardigheden noemt in coronatijd groter werd. Het is ook geen toeval dat kinderen van ouders die hen, al pratend, meenemen naar het bos, museum en de dierentuin, vaak veel meer woorden kennen, een veel meer gevorderde taalontwikkeling hebben, dan kinderen van ouders die dit niet (kunnen) doen.

Laten we dus niet klakkeloos de adviezen van de inspectie volgen, maar ons baseren op wat die lastige onderwijzers allang wisten: kinderen leren pas echt - en juist óók taal - in de echte wereld, met een goede leraar erbij.

 

* Begin mei verschijnt het boek Op schoolreisje, een wandelgids met tien onderwijshistorische wandelingen, waarin veel ‘oude meesters’ als Theo Thijssen en Meester Franke figureren. Dit boek is gemaakt door Sjoerd Karsten en Yolande Emmelot.

Verder lezen

1 Schat onderwijs op waarde
2 Keuzeproblematiek vraagt ander onderwijs
3 Meertaligheid van kinderen vraagt om anders denken
4 Sjoerd Karsten

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent