Het pleidooi van de VO-raad in een brief aan de Tweede Kamer voor een nieuw niveau-advies na twee jaar voortgezet onderwijs en flexibilisering van ons onderwijssysteem komt niet uit de lucht vallen. De roep om reparatiemogelijkheden in ons sterk gestratificeerde onderwijssysteem staat hoog op de politieke agenda. Ook scholen zelf lijken meer en meer zoekende naar alternatieve mogelijkheden om al hun leerlingen een passend onderwijstraject te bieden.
Deze wens om opnieuw een niveau-advies te formuleren aan het eind van jaar twee sluit naadloos aan bij recente onderzoeken die aanzienlijke op- en afstroompercentages in het voortgezet onderwijs laten zien. Behoorlijk wat leerlingen presteren in hun schoolloopbaan beter of minder goed dan verwacht kon worden in groep 8. Zij stappen tussentijds over naar een hoger of lager niveau en/of stapelen diploma’s na hun eindexamen. Voor de goede orde; voor het overgrote deel van de leerlingen is het schooladvies een goede voorspeller van het onderwijsniveau dat een leerling aankan, evenals eindtoetsresultaten, maar op- en afstroom zijn zeker geen uitzondering.
Het schooladvies in groep 8 zou een advies voor de start in de onderbouw moeten zijn (en niet over het eindniveau), zo bepleit de VO-raad, en dat is precies wat het schooladvies feitelijk al is. Het schooladvies is een bindend advies voor plaatsing in de brugklas en meer niet. Op- en afstroom naar een ander niveau is ook nu al bij wet geregeld en scholieren maken volop gebruik van deze mogelijkheden (zij het niet allemaal even succesvol). Daarbij komt dat leerlingen sowieso elk jaar naast de meetlat worden gelegd wat hun functioneren betreft om te bepalen of zij mogen overgaan. Gaat het niet goed dan wordt overlegd of een leerling wellicht op een lager niveau beter tot zijn recht komt of het jaar over kan doen. Opstroom komt, blijkt uit recent onderzoek, wat minder vaak voor.
Wat gaat er dan feitelijk veranderen? Dat valt te bezien. De VO-raad zet in op 'een ongelijkere benadering van leerlingen om gelijke kansen te bereiken'. Scholen lijken zich ook wat meer bewust te worden van de wettelijke beleidsruimte die ze hebben om leerlingen een passend onderwijstraject aan te bieden. Hoe ze dat doen is, in lijn met de uitkomsten van Commissie Dijsselbloem uit 2008, aan de scholen zelf, zolang de uiteindelijke opbrengsten goed zijn. Laten we daarom onze (onderwijsonderzoekers, scholen, leraren) aandacht richten op de onderwijskundige vraagstukken om dit alles te kunnen bereiken. Ik noem er een paar: Hoe zorg je als school voor een soepele overstap naar een ander niveau, welke leerstof moet een leerling inhalen als hij/zij wil opstromen (of afstromen), hoe organiseer je dat, op welk niveau geef je les in een heterogene klas zodat doorstroom naar elk niveau mogelijk is? Dit zijn complexe vragen waarop geen eenduidig antwoord te geven is. Er is nog een lange weg te gaan, maar we zetten weer een stap in de goede richting.
1 Neem Eindtoets mee in schooladvies
2 Maak brugklas breed en meerjarig
3 Motivatietheorie
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven