Artikelen

Stevige basis geeft kleuters gelijke kansen

Tekst Eva Naaijkens, Martin Bootsma en Eva Kock
Gepubliceerd op 29-02-2024 Gewijzigd op 27-02-2024
Beeld Dorieke Fotografie
Schoolleider Eva Naaijkens en teamleider en leraar Martin Bootsma van de Alan Turingschool delen dit schooljaar hun gedachten en praktijken over goed onderwijs. Dit keer: een stevige kennisbasis draagt bij aan de kansengelijkheid van kleuters.

Benieuwd naar meer mooie (praktijk)verhalen uit het onderwijs?


Met een (digitaal) abonnement op Didactief kun je bij ons hele archief vanaf 2003: interviews, reportages, opinie en relevant onderwijsonderzoek. Lees bijvoorbeeld Op lesbezoekLeraar onderzoekt of Wijsheid uit de klas. Lid worden doe je hier.


Het idee dat jonge kinderen anders leren dan oudere kinderen en dus ook ander onderwijs nodig hebben, is diepgeworteld. Maar er zijn geen aanwijzingen voor (Van Koeven en Smits, 2016). Kleuters directe instructie geven of een kennisrijk curriculum aanbieden, is voor veel leraren dan ook een brug te ver. Toch is er overweldigend bewijs dat het van jongs af aan kennisrijk onderwijs aanbieden kansenongelijkheid tegengaat (Grissmer e.a., 2023). Hierbij geeft de leraar instructie en uitleg en oefent de leerling begeleid in.

De eerste reden om jonge kinderen veel te leren, is namelijk kansengelijkheid. E.D. Hirsch, die veel onderzoek heeft gedaan naar dit onderwerp, stelde in 1989 dat de basisschoolperiode cruciaal is voor leerlingen: ‘De eerste zes of zeven jaar van het onderwijs bepalen het intellectuele kapitaal van de volwassene.’
 

Theo Thijssen


In de biografie over onderwijzer Theo Thijssen beschrijft Peter-Paul de Baar (2023) dat de jonge Thijssen als kind van een schoenmaker kansen kreeg omdat de juf van de bewaarschool hem zo veel en goed onderwees tijdens de kleuterperiode. Toen Thijssen naar de lagere school ging, kon hij al lezen, schrijven en beheerste hij enkele tafels. Hij had dit geleerd op de bewaarschool, de voorloper van de lagere school. Het feit dat hij dit als jongen van eenvoudige komaf al kon, opende deuren voor hem die anders gesloten waren gebleven. Dit vormde de basis voor zijn succesvolle carrière als onderwijzer en later als vakbondsman en Kamerlid.

 

Rijk curriculum

Op een gemengde school is het soms schrijnend om te zien hoe groot de verschillen tussen kinderen zijn. Gelukkig valt daar iets aan te doen. Hirsch benadrukt het belang van het opbouwen van een stevige basis van algemene kennis van jongs af aan. Een gebrek aan gedeelde kennis kan volgens hem leiden tot ongelijkheid, omdat niet alle kinderen al op jonge leeftijd worden blootgesteld aan rijke taal- en leerervaringen. Hirsch pleit voor een curriculum dat zich niet beperkt tot het ontwikkelen van vaardigheden, maar ook een gemeenschappelijke kennisbasis overdraagt die alle kinderen op gelijke voet deel laat nemen aan het onderwijsproces.

Kleuters leren
een begrip als
‘metamorfose’

Daar heb je een leerplan voor nodig dat vanaf groep 1 cumulatief wordt opgebouwd. En leraren die weten wat leerlingen in welke fase moeten kennen en kunnen zodat ze hen bij de hand kunnen nemen, omdat de leerlingen anders de kennis en rijke leerervaringen niet opdoen. Wij bieden een flink aantal kerndoelen voor de zaakvakken al aan in de kleuterklas, om een uitdagend, rijk en veelzijdig aanbod te creëren (zie kader Bij de beesten af).

 

Schoolbrede aanpak

Onderzoek naar succesvolle scholen in Groot-Brittannië leert ons dat de kracht in de schoolbrede aanpak zit (De Bruyckere, 2017). Dit betekent onder meer dat al onze professionals dezelfde ritmes en routines hanteren. In een vorige aflevering hebben we dit laten zien aan de hand van gedrag, maar dit geldt ook voor hoe we schoolbreed werken aan kennisopbouw, de leesontwikkeling volgen, of rekeninstructie geven. Zo volgt het hele team alle scholing en inhoudelijke bijeenkomsten zodat alle leraren de leerlijn goed leren kennen en bij het vormgeven van hun onderwijs kunnen putten uit hetzelfde gereedschapskistje op het gebied van vakinhoud, pedagogiek en didactiek. Natuurlijk heeft de leraar van groep 1/2 daarnaast specialistische kennis nodig om deze aanpakken te vertalen naar wat past bij het jonge kind. Er zijn altijd specifieke vraagstukken die gaan over het aanbod van leerstof en de juiste didactiek voor het jonge kind, want hoe besteed je aandacht aan literaire competenties als leerlingen zelf nog niet kunnen lezen? Maar het feit dat alle leraren dezelfde scholing krijgen, versterkt de samenwerking en juist dat maakt het oplossen van dit soort lastige vraagstukken mogelijk.

 

Sterke basis

De schoolbrede afspraken die we voor gedrag, rekenen en een kennisrijk aanbod hebben gemaakt, hebben we ook voor taal. Minimaal 8 uur per week besteden we aandacht aan taalontwikkeling, gericht op beginnende geletterdheid, mondelinge taal- en woordenschat, en wat leerlingen eind groep 1/2 moeten kennen en kunnen om in groep 3 een goede start te maken met leren lezen. Denk aan kunnen rijmen, zinnen opdelen in woorden, woorden opdelen in klankgroepen, hakken en plakken, en klanken manipuleren (als de v in vis een m wordt, wat hoor je dan?). Verder moeten ze 16 letters kunnen benoemen en hun eigen naam kunnen schrijven. Om dit te bereiken, plannen leraren dagelijks activiteiten in om kinderen te leren kijken naar de vorm van woorden los van de betekenis, en hen te leren dat woorden uit afzonderlijke klanken zijn opgebouwd. Ook geven ze instructie over de letters die kinderen moeten leren.

Zaadje voor gelijke
kansen wordt geplant
in groep 1 t/m 3

Stapsgewijs leren kleuters het verband te zien tussen gesproken en geschreven taal en bouwen ze kennis op over ons schriftsysteem. Dit proces loopt natuurlijk door in groep 3. Leraren monitoren de leerontwikkeling van kleuters nauwgezet en grijpen in waar nodig zodat snelle leerlingen voldoende worden uitgedaagd en leerlingen die de doelen niet halen extra begeleiding krijgen, bijvoorbeeld via pre-teaching. Ook in groep 3 wordt verder aan kennisopbouw gedaan. Zo leren leerlingen over de spijsvertering en fotosynthese. Onderwerpen die ze aankunnen, omdat er in groep 1/2 een stevige kennisbasis voor is gelegd.

Een rijke leeromgeving, doelgerichte taal- en leesactiviteiten en veel aandacht voor klanken en letters in de kleutergroepen zijn vooral voor taalzwakke kleuters erg belangrijk. In het begin waren we zoekende hoe we een afgewogen aanbod met afwisselende werkvormen voor het jonge kind konden aanbieden. Hoeveel tijd moeten we inplannen voor activiteiten gericht op taal, rekenen en kennisopbouw? Hoe zorgen we ervoor dat er voldoende tijd overblijft voor spel, ontdekken, bewegen en de creatieve vakken? We hebben bij de start in 2016 dankbaar gebruik gemaakt van de kwaliteitskaarten van School aan Zet. Samen met onze onderbouwcollega’s hebben we een kennisrijk, cumulatief en afwisselend leerplan ontwikkeld. Na 7,5 jaar zien we dat de effecten ervan overweldigend positief zijn. Kinderen die nauwelijks met voorkennis binnenkwamen, ontwikkelen zich goed en we zien vooral veel kinderen die zin hebben in leren.

Het zaadje voor gelijke kansen wordt vooral geplant in groepen 1, 2 en 3. Daarvoor heb je een goed leerplan, en goede pedagogiek en didactiek nodig, maar het grootste verschil wordt gemaakt door sterke leraren die vanuit hoge verwachtingen hun leerlingen iedere dag weer meenemen in een wereld die ze op eigen kracht nooit zouden ontdekken.
 

Bij de beesten af


Tijdens het thema ‘Bij de beesten af’ leren kleuters over vlinders en andere insecten. Een leerdoel is dat ze kunnen vertellen en tekenen hoe de transformatie van eitje tot vlinder verloopt en de woonomgeving, voeding en vijanden van een vlinder kunnen benoemen. Ze leren tijdens een thema begrippen als ‘metamorfose’ en ‘waardplant’. Ook leren ze versjes en gedichten en luisteren ze naar verhalen.


Dit artikel is geschreven met Eva Kock, expert-leraar in de onderbouw.

 

Bronnen:

De Baar, P.-P. (2023). Theo Thijssen (1879-1943). Schrijver, schoolmeester, socialist. Van Oorschot.

De Bruyckere, P. (2017). Klaskit. Tools voor topleraren. Lannoo.

Grissmer, D., White, T., Buddin, R., Berends, M., Willingham, D., DeCoster, J., Duran, J., Hulleman, C., Murrah, W. & Evans, T. (2023). A Kindergarten Lottery Evaluation of Core Knowledge Charter Schools: Should Building General Knowledge Have a Central Role in Educational and Social Science Research and Policy? Annenberg Brown University.

Hirsch, jr., E.D. (1989). About Cultural Literacy. In: Cassee, H.C. & Van der Kaa, D.J. (red.). Cultureel Alfa-bètisme in Nederland. Swets & Zeitlinger.

Van Koeven, E. & Smits, A. (2016). Kleuters in de knel? Geletterdheid en schoolsucces.

 

Dit artikel verscheen in Didactief, maart 2024.

Verder lezen

1 Spieken bij de Alan Turing
2 Het gelijk van Hirsch: kennis telt
3 Rubie-Davies over gelijke kansen

Click here to revoke the Cookie consent