Interview

‘Inclusief onderwijs is niet makkelijk’

Tekst Eline Geus
Gepubliceerd op 12-01-2018 Gewijzigd op 31-01-2018
Beeld Eline Geus
Finland wordt Nederlandse leraren vaak ten voorbeeld gesteld, bijvoorbeeld voor passend onderwijs. Leraren zijn er hoogopgeleid en genieten veel vrijheid. Maar ook daar gaat niet alles van een leien dakje. Marjaana Matilainen en Teija Trofimov vertellen hoe het is om in Finland les te geven.

Finland wordt vaak aangehaald als succesvol voorbeeld wat betreft passend onderwijs. Maar ook daar blijkt het niet per definitie van een leien dakje te gaan. ‘Het is niet altijd gemakkelijk,’ zo vertelt Teija Trofimov, leraar Russisch en Engels (links op de foto), een beetje terughoudend. ‘Sommige klassen zijn rusteloos, kinderen bewegen te weinig. Leerlingen vertonen storend gedrag en leiden anderen af. Dat is moeilijk voor ons. We mogen leerlingen niet aanraken of hen uit de klas zetten, we zitten soms met de handen in ons haar. Ik zag eens een systeem in Engeland waar een leerling na drie waarschuwingen in een aparte ruimte werd gezet om zelfstandig te werken. De leraar belde dan een begeleider die de leerling kwam halen en naar die ruimte bracht. Dat kan bij ons niet.’

Marjaana Matilainen, leraar Fins (rechts op de foto), beaamt in wat gebrekkig Engels: ‘We proberen het, met hulp van de schoolassistenten, dat zijn speciale leraren die leerlingen ondersteunen. In extreme gevallen bellen we de ouders om het kind op te halen. We volgen ook verplichte cursussen over special needs.’ Teija: ‘Het is vooral een probleem hoe je met de heftige gevallen omgaat. Het is een goed systeem, maar wij zijn ook maar mensen.’

‘Inclusief onderwijs is een mooi systeem, maar wij zijn ook maar mensen’

Finland staat onder meer bekend om zijn vele pauzes in een schooldag, je zou verwachten dat leerlingen dan minder rusteloos zijn. ‘De meeste scholen maken er één lange pauze van’, vertelt Teija. ‘Maar de meeste leerlingen op onze school zitten dan gewoon buiten met hun mobieltje voor zich, in plaats van te bewegen.’

Marjaana probeert beweging in haar lessen in te bouwen. ‘We hebben actieve lesmethodes. Ik laat leerlingen ook springen bij grammaticalessen. De ene groep moet springen als ze een partitief horen, de ander als ze een nominatief horen. Of ik geef elke leerling een zelfstandig naamwoord, werkwoord en dergelijke en laat ze rondlopen om samen een zin vormen.’

Marjaana is vanuit haar passie voor talen in het vak terecht gekomen. ‘Ik ben dol op mijn werk.’ Ze werkt op een kleine school voor de onder- en bovenbouw van het vo met ongeveer 150 leerlingen. De school staat in Vieremä, een gemeente met ongeveer 3700 inwoners in het midden van Finland.

Ze probeert haar leerlingen warm te maken voor lezen en literatuur, iets waar ook de Finse overheid momenteel op hamert. ‘Jongens blijven achter in hun leesprestaties, ze houden minder van lezen. Er is nu een nationaal beleid om meer aandacht aan lezen te besteden. Lange tijd bleven onze leesprestaties goed, terwijl die van de rest van de wereld daalde. Maar nu zijn ook de onze gedaald en moeten we er wat aan doen.’

FinlandZe kan het ook relativeren. ‘Mijn belangrijkste doel is leerlingen voor te bereiden op deelname in de Finse maatschappij en democratie. Ze moeten zichzelf goed kunnen uiten.’

Teija koos voor het leraarsvak uit praktisch oogpunt: ‘Als talenstudent kun je twee dingen doen: tolk worden of leraar. Leraar biedt meer baangarantie, dus koos ik daarvoor. Het lesgeven bevalt me goed. Het is fijn om je passie te onderwijzen.’ Teija geeft Engels en Russisch op een kleine school voor vo (ongeveer 150 leerlingen van 16 tot 19 jaar) in Orimattila, een gemeente met ongeveer 16.000 inwoners in het zuiden van Finland. ‘Ik probeer hun horizon te verbreden, hun begrip van andere culturen te vergroten. Men haat elkaar tegenwoordig zo snel. In mijn lessen probeer ik dit te verminderen, bijvoorbeeld tijdens mijn lessen Russisch. Daar hebben we het niet over politiek, maar bijvoorbeeld over kunst en klederdracht. Zo leren ze dat Rusland ook een mooi land is.’

Sleutel tot succes

Beide leraren zijn tevreden over het Finse onderwijssysteem. ‘Wij hebben een goede opleiding. Iedere leraar heeft hier een masterdiploma’, vertelt Teija. ‘En we zijn erg vrij. Ons curriculum is breed en we worden niet heel strikt geïnspecteerd. Men vertrouwt en respecteert ons.’ ‘Ook ouders respecteren ons’, voegt Marjaana toe. Het onderwijs heeft een hoge status en ook het salaris is volgens hen prima. Teija: ‘Vroeger was Finland arm. We zijn een afgelegen land, zonder olie of goud. In de jaren 70 zag onze overheid zag in dat onderwijs de sleutel tot succes is. Vanaf dat moment werd er flink geïnvesteerd in het onderwijs.’

‘Onze overheid zag in dat onderwijs de sleutel tot succes is.’

Vrijheid en geen strikte controle, komt er dan geen inspecteur kijken in de klas? ‘Nee’, vertelt Teija. ‘Niemand controleert hoe we les geven. Men vertrouwt erop dat wij ons werk goed doen.’ Marjaana vult aan: ‘Als de schoolleider in de les wil komen kijken, dan vraagt ze eerst of dat oké is. Na zo’n lesbezoek gaat het gesprek vooral over de inhoud en over wat goed gaat.’

‘Een ander sterk punt van het Finse systeem is dat we geen selectie hebben tot leerlingen 16 jaar oud zijn’, vertelt Teija. ‘Scholen zijn voor iedereen toegankelijk, ook voor zorgleerlingen, iedereen krijgt dezelfde opleiding.’

Hoewel er geen inspectiebezoeken zijn, stuurt de overheid wel op aanpak. Momenteel is Finland bezig met de omslag van cijfers naar feedback, vertelt Marjaana, in het basisonderwijs en de onderbouw van het vo dat in Finland in dezelfde ‘middenschool’ is ondergebracht. ‘We gaan landelijk verplicht meer met feedback werken in plaats van met cijfers. Oudergesprekken gaan nu zo min mogelijk over cijfers. We proberen op een positieve manier te bespreken wat de leerling moeilijk vindt, wat wel goed gaat en waar hij nog meer aan moet werken. Zo concreet mogelijk. Een cijfer zegt niks, het helpt je niet verder. Je hebt veel meer aan concrete aanwijzingen over wat je moet doen om verder te komen. Die verandering is nu doorgevoerd tot en met klas 7. Klas 8 en 9 werken nu nog met het oude systeem van cijfers.’

eTwinningDidactief ontmoette Marjaana en Teija op het seminar van eTwinning over fake nieuws (lees er meer over in Maak eens nepnieuws met een Noorse klas). ‘Door sociale media kunnen leerlingen zich uitgesloten voelen en denken dat hun leven er niet toe doet. Dat wil ik voorkomen’, vertelt Marjaana. Ze hoopt een internationale partner te vinden om een project mee te starten. Teija Trofimov is hier met hetzelfde doel. ‘Het is belangrijk dat we leerlingen leren hoe ze media moeten lezen, ook in het Engels, en hoe ze er kritisch naar kunnen kijken.’

Wil je meer weten over de internationale projecten in eTwinning rondom fake news? Lees dan Maak eens nepnieuws met een Noorse klas in het januari/februarinummer van Didactief. 
Didactief sprak ook twee leraren uit Luxemburg. Lees hun verhaal hier

Bronvermelding

1 eTwinning: de online community voor scholen in Europa

Verder lezen

1 Luxemburg: veranderchaos en integratieproblemen
2 ‘De overheid vertrouwt ons’
3 Zo werkt fake nieuws
4 Maak eens nepnieuws met een Noorse klas
5 in de biotoop van Jette Friis Tuca

Click here to revoke the Cookie consent