Wat kunnen we leren van de smartphone-introductie?

Tekst Wouter Jansen
Gepubliceerd op 16-09-2024
Als onderwijzers zijn we getraind om ons doen en laten in de klas te onderbouwen. Pedagogiek en didactiek zijn de grondslag voor onze lessen en omgang met de leerlingen. Maar waar is deze onderbouwing als we een oordeel vellen over AI in de klas? De welbekende N=1, ofwel de eigen observatie, is al snel de leidraad. 

Toen grootschalig smartphonegebruik haar intrede deed in onze klaslokalen, koos ook ik (N=1) al snel voor het standpunt “Goed!”. Ik was toen een grote technologie-optimist, jong, geloofde in vooruitgang en het adagium het-is-er-dus-leer-er-maar-mee-omgaan. Uit onderzoeken (o.a. Beland et al., 2016; Carter et al., 2016) blijkt echter dat deze smartphones afleidend zijn, waardoor vooral kwetsbare leerlingen in de problemen komen. Recent schreef Ben Tiggelaar er nog een verontrustende column over [Het probleem smartphone is nóg groter dan ik al dacht - NRC.] Inmiddels heb ik mijn mening herzien, maar het kwaad is al geschied. Pas dit jaar grijpt de overheid in.

Kunnen we het gesprek over de introductie van AI meer onderbouwd voeren? De startvraag van het gesprek zou dan moeten veranderen: niet “Wat...?” maar “Hoe vind je iets van AI in het onderwijs?” Door de hoe-vraag te stellen gaan we voorbij de N=1. We gaan nadenken over hoe we tot een mening kunnen komen. Daarvoor lijkt een wetenschappelijk onderbouwd beoordelingskader voor de hand te liggen. Iets waarmee we inzicht krijgen in het effect van AI op het pedagogisch en didactisch klimaat in de klas. 

Probleem is alleen dat harde feiten ontbreken en wetenschappers het nog lang niet eens zijn over de waarde of nadelen van AI. En ik ken al helemaal geen specifieke kaders die vanuit pedagogiek en didactiek kijken naar AI. Er bestaan wel bredere kaders zoals TPACK, die gaan over technologie-adoptie door onderwijzers op school. Maar helpen deze kaders genoeg om uitspraken te doen over de invloed van AI op pedagogiek en didactiek in onze scholen? Dat is nog onontgonnen gebied.

Laten we heel bewust bezig zijn met de introductie van AI in onze klassen en hopen dat er goede kaders komen over hoe we dat kunnen doen. De hoe-vraag helpt ons uiteindelijk om antwoord te geven op de vraag wat we nu vinden van AI in het onderwijs. En wellicht hoef ik dan deze keer, in tegenstelling tot toen met die smartphone, over enkele jaren mijn mening over AI in het onderwijs niet te herzien…

Wouter Jansen is leraar NASK op het Corbulo College in Voorburg. Als teacher in residence is hij ook betrokken bij NOLAI, het Nationaal Onderwijslab AI.

Verder lezen

1 Wat u zegt, meneer Jansen!
2 Leestips Inge Molenaar
3 AI helpt bij leerproces
4 Persoonlijker onderwijs met AI
5 Digitale geletterdheid op de schoolagenda

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent