Taalonderwijs op de ABC-eilanden; de brede context

Tekst Juana Kibbelaar en Amos van Gelderen
Gepubliceerd op 15-08-2023
Beeld Michelle Raponi
Er is gegronde reden om jonge Papiamentstalige leerlingen in het primair onderwijs zo vroeg mogelijk vertrouwd te maken met Nederlandstalige instructies en (voorlees)teksten, schrijven Juana Kibbelaar en Amos van Gelderen. Dit komt zowel hun Papiamentstalige als hun Nederlandstalige ontwikkeling ten goede.

Bredere context


Juana Kibbelaar en Amos van Gelderen hebben in lokale media de onderwijsproblematiek van de ABC-eilanden in een bredere context geplaatst, waarin ze aanvullend reageren op het uitgevoerde onderzoek. Lees hier deel 1 en deel 2 van deze reactie.


Didactief heeft in maart een special uitgebracht over het taalonderwijs op de Benedenwindse eilanden (Aruba, Bonaire en Curaçao). (Deze special is gemaakt in opdracht van het Behavioural Science Institute van de Radboud Universiteit en de University of Curaçao., gefinancierd door de Stichting NWO, red.) In deze special wordt een lans gebroken voor onderwijs in het Papiaments, met name in het vroege leesonderwijs. Op de ABC-eilanden is het Papiaments de moedertaal voor een groot deel van de bevolking en in het dagelijks leven de belangrijkste taal. Vanwege dit maatschappelijk gegeven is het belang van onderwijs in het Papiaments evident en verdient ondersteuning. Maar om optimale leerresultaten van leerlingen mogelijk te maken moeten we de gehele onderwijscontext in aanmerking nemen. In dit artikel wijzen we op omstandigheden die in de special onderbelicht blijven, maar onontbeerlijk zijn voor beleidsbepaling.

Om te beginnen: in vergelijking met Nederlandstalig les- en leesmateriaal (boeken, websites, naslagwerken, tijdschriften e.d.) is het aanbod in het Papiaments zeer beperkt. Van de enorme leesvoorraad in grote talen bestaat in het Papiaments 99% gewoonweg niet. Noch op papier, noch online. Gezien de kleine omvang van de doelgroep is uitgifte op grote schaal onhaalbaar. Meer Papiamentstalig lesmateriaal is daarom geen oplossing voor deze omstandigheid. Om zich via lezen te kunnen verrijken met kennis en vaardigheden op allerlei gebieden is het voor alle Papiamentstaligen cruciaal dat zij vaardige lezers worden in één van de grote talen. In de huidige onderwijsinrichting moeten zij vaardige lezers worden in het Nederlands.

Gebaseerd op onderzoeken van de Radboud Universiteit naar beginnende geletterdheid en aanvankelijk lezen pleit de Didactief-special vooral voor de volgorde waarbij leerlingen eerst leren lezen in het Papiaments en dan pas in het Nederlands. Het Nederlands wordt gezien als een vreemde taal voor de meeste leerlingen en de redenering is dat onderwijs in de moedertaal, het Papiaments, de basis is voor multilinguale ontwikkeling.

 

De redenering dat onderwijs in de moedertaal (het Papiaments)
voldoet voor multilinguale ontwikkeling gaat niet op

 

De huidige lespraktijk is dat leerlingen op veel scholen in de eerste jaren van het primair onderwijs voornamelijk Papiamentstalig (kleuter)onderwijs krijgen terwijl het Nederlands, als vreemde taal, slechts enkele uurtjes per week aandacht krijgt. Echter vanaf de middenbouw verandert deze situatie ingrijpend, want dan wordt Nederlands de instructietaal met Nederlandstalig les- en leesmateriaal. Maar wat valt er in groep 5 te verwachten van kennisverwerving uit lesmateriaal dat is opgesteld in een taal waarin leerlingen in de jaren ervoor minimaal onderwijs hebben gehad? Hoe kunnen Papiamentstalige leerlingen zich redden met Nederlandstalige leesboeken waarin het wemelt van de woorden waarvan ze de betekenis niet kennen? Een gebrekkige ervaring in het gebruik van het Nederlands als voertaal en instructietaal in de beginjaren leidt ertoe dat leerlingen op latere leeftijd grote moeite hebben om kennis op te doen uit Nederlandstalige teksten. Dit terwijl Papiamentstalig les- en leesmateriaal minimaal beschikbaar is en slechts mondjesmaat uitgebreid kan worden. Met deze aanpak verloopt de (noodzakelijke) overstap van het Papiaments als thuistaal naar het leren van en in het Nederlands problematisch.

De redenering dat onderwijs in de moedertaal (het Papiaments) voldoet voor multilinguale ontwikkeling gaat niet op. Papiamentstalige leerlingen hebben grondige vaardigheden in minstens één andere grote taal nodig om kennis te verwerven via lezen en te communiceren over de verworven kennis. Zonder deze kennisverwerving hebben zij ook onvoldoende mogelijkheden om in hun moedertaal te communiceren over kennisonderwerpen. De kracht van de moedertaal wordt hiermee tenietgedaan. Bovendien: Papiamentstalige leerlingen die onvoldoende vaardigheden hebben in een andere taal bevinden zich in hun naschoolse loopbaan in een gedwongen isolement. Het is daarom in het belang van deze leerlingen dat ze ook gewapend worden met gedegen vaardigheden in minstens één andere taal die hun horizon kan verbreden.

Er is dus gegronde reden om jonge Papiamentstalige leerlingen in het primair onderwijs zo vroeg mogelijk vertrouwd te maken met Nederlandstalige instructies en (voorlees)teksten. Dit komt zowel hun Papiamentstalige als hun Nederlandstalige ontwikkeling ten goede. Een volwaardig meertalig curriculum met aandacht voor de gelijktijdige ontwikkeling van jonge kinderen in twee talen is nooit een belemmering voor ontwikkeling in de moedertaal, dat blijkt uit veel onderzoek. Het is hoog tijd dat in zowel onderzoek als onderwijsbeleid voor de ABC-eilanden de gehele onderwijscontext wordt meegenomen. Zo kunnen de verschillende partijen ervoor zorgen dat - van jongs af aan - een gebalanceerd meertalig curriculum gerealiseerd wordt.

 

 

Juana Kibbelaar is onderwijsadviseur/trainer met jarenlange ervaring in zowel het Caribische als het Europese deel van het Koninkrijk.

Amos van Gelderen is lector Taalverwerving en Taalontwikkeling bij Hogeschool Rotterdam en senior onderzoeker bij het Kohnstamm Instituut van de Universiteit van Amsterdam.

Verder lezen

1 Special: taalonderwijs in Caribisch Nederland

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent