Op Aruba, Bonaire en Curaçao groeien kinderen veelal op met het Papiaments als moeder- en het Nederlands als vreemde taal. Een groot deel van hen start er zelfs met aanvankelijk leesonderwijs in het Papiaments. Heeft dat invloed op de ontwikkeling van begrijpend lezen in de midden- en bovenbouw van de basisschool? Dat is onlangs onderzocht bij 293 kinderen in de groepen 6 tot en met 8 van 11 verschillende scholen. Gelukkig boekten de leerlingen allemaal vooruitgang in het begrijpend lezen in beide talen, maar gemiddeld genomen waren zij beter in het Papiaments. Dit komt waarschijnlijk doordat hun mondelinge vaardigheid in het Papiaments verder ontwikkeld is dan die in het Nederlands.
Voorkennis telt
bij begrijpend
leren lezen
In welke taal de kinderen hadden leren lezen in de onderbouw, maakte voor Papiaments begrijpend lezen niet uit. Voor begrijpend lezen in het Nederlands maakte het wel uit: kinderen die hadden leren lezen in het Nederlands, scoorden hoger op begrijpend lezen Nederlands dan kinderen die hadden leren lezen in het Papiaments. Dat valt te verklaren door het feit dat de eerste groep een jaar of langer extra Nederlands op school had gehad. Die extra instructietijd betaalde zich blijkbaar uit.
Uit onderzoek weten we dat taalvaardigheid en technische leesvaardigheid belangrijk zijn voor begrijpend lezen. Daarom zijn we nagegaan in hoeverre de ontwikkeling van begrijpend lezen verklaard kan worden door de taalvaardigheid (gemeten met toetsen voor grammatica en basis- en leeswoordenschat) en door de vaardigheid in technisch lezen. Voor Papiaments begrijpend lezen bleken technisch lezen en leeswoordenschat de belangrijkste voorspellers voor succes. Voor Nederlands begrijpend lezen bleek de basiswoordenschat van leerlingen een extra voorspeller. Blijkbaar is leersucces in begrijpend lezen mede afhankelijk van de omvang van de mondelinge en schriftelijke woordenschat die leerlingen hebben opgebouwd.
Tot slot hebben we nog gekeken of de begrijpend leesvaardigheden die leerlingen in de ene taal leren invloed hebben op de andere taal. Dat bleek inderdaad zo te zijn. Wie goed leert lezen in de ene taal, gaat ook meer vooruit in begrijpend lezen in de andere taal. Bij de overgang van groep 7 naar groep 8 was er geen invloed meer van het Papiaments op het Nederlands, maar andersom wel. Dit komt misschien doordat de meeste vakken in de bovenbouw worden aangeboden in het Nederlands, aangezien het leermateriaal voornamelijk in die taal beschikbaar is.
Handvaten voor de meertalige praktijk
Besteed vanaf de kleuterperiode tijd aan taalvaardigheid in het Papiaments en het Nederlands. Geef leerlingen daarna een goede basis voor het lezen in het Papiaments als moedertaal of in het Nederlands en begin daarnaast zo vroeg mogelijk met het leren lezen in de andere taal.
Gebruik gemodelleerd lezen voor het aanleren van woordenschat. Lees een tekst voor en behandel actief strategieën om de betekenis van woorden te achterhalen (bijvoorbeeld goed letten op de zin waarin een woord staat). Benadruk de betekenis van nieuwe woorden en behandel ze uitgebreid. Voor begrijpend lezen in het Nederlands is vooral de basiswoordenschat van belang. Begin elke dag met een of twee nieuwe woorden. Hang de woorden op vóór in de klas waar leerlingen het kunnen zien en bespreek de betekenis uitgebreid. Moedig kinderen aan om dit woord te gebruiken in gesprekken en tijdens het schrijven. Gebruik bij moeilijke woorden een plaatje ter ondersteuning. Groepeer woorden bij het aanleren, bijvoorbeeld in een bepaald thema (dieren) of op basis van klank (maan en kraan).
Stem het Papiaments en het Nederlands zoveel mogelijk op elkaar af. Bestaande kennis in een taal kan ervoor zorgen dat leerlingen nieuwe kennis en vaardigheden in de andere taal gemakkelijker aanleren. Zo kun je een bepaalde leesstrategie die je in een taal hebt aangeleerd ook aan de orde stellen bij het begrijpend lezen in de andere taal. Bied de woorden van de dag in beide talen aan. Begin eerst met het woord in het Papiaments (bijvoorbeeld fruta). Introduceer hierna het bijbehorende woord in het Nederlands (fruit). Hang het woord in beide talenop. Reflecteer samen op de verschillen en overeenkomsten van de spelling van het woord in de twee talen. Vooral bij het introduceren van moeilijke Nederlandse woorden kan de Papiamentse woordenschat dienen als ondersteuning.
Behandel de verschillen en overeenkomsten van de letters en klanken bij het technisch lezen als preteaching voor een les begrijpend lezen. Bespreek welke letter-klankcombinaties in het Papiaments en het Nederlands hetzelfde zijn en welke van elkaar verschillen.
Stem de talen op elkaar af tijdens gemodelleerd lezen. Verdeel de tijd tussen de twee talen en maak per nieuw geleerd woord in de ene taal een koppeling met datzelfde woord in de andere taal. Laat leerlingen actief meedoen aan dit proces. Als je een Papiaments woord behandelt, vraag dan bijvoorbeeld: wat is het woord hiervoor in het Nederlands? |
Dit artikel verscheen in de special Taalonderwijs in Caribisch Nederland van Didactief, maart 2023.
1 Zijn we ambitieus genoeg?
2 Special: taalonderwijs in Caribisch Nederland
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven