Serie kijken… of 'n boek pakken?

Tekst Hanneke Bootsma
Gepubliceerd op 12-11-2015
Hanneke Bootsma - Het is inmiddels een vertrouwd beeld. Mijn twee puberdochters opgekruld op de bank, laptop of i-pad op schoot en oortjes in. Onbereikbaar voor wie dan ook, urenlang soms. Meestal heb ik de neiging er iets van te zeggen, vaak doe ik dat ook. Iets in de trant van 'niet de hele middag naar dat scherm staren he' of 'hoe zit het met je huiswerk?'. Zonder effect overigens, want ze horen me toch niet.

Zou ik zo'n opmerking ook maken als de laptop een boek was? Ik denk het niet. Integendeel zelfs, een middagje op de bank een boek lezen zou ik enorm toejuichen. Want lezen moet je zoveel mogelijk stimuleren en dat heb ik ook altijd gedaan. Van jongs af aan zijn mijn dochters opgegroeid met boeken. Eindeloos hebben hun vader en ik ze voorgelezen. Van peuterprentenboeken, Pluk van de Petteflet en Mees Kees, tot en met de hele Hoe overleef ik-serie van Francine Oomen. Die ze trouwens liever zelf lazen.

Vrijwel iedere zaterdag gingen we naar de bibliotheek om een nieuwe dosis leesvoer te halen. De afgelopen jaren is die frequentie echter flink afgenomen en namen de boetes voor te laat ingeleverde boeken juist toe. Hoe dat komt? Beide dochters zitten inmiddels op de middelbare school en zijn de gelukkige bezitters van een smartphone. Huiswerk en sociale media slokken nu veel van hun tijd op (niet per se in de genoemde volgorde). Voor het lezen van fictie hebben ze steeds minder tijd.

En sinds een half jaar is er nog een reden waardoor het hoekje-boekje-beeld drastisch is veranderd. Na lang zeuren van de dochters hebben wij namelijk een abonnement genomen op Netflix. Met als gevolg dat fictie op papier nog meer in de vergetelheid is geraakt en heeft plaatsgemaakt voor het zogenoemde seriekijken. Series zoals Gossip girl, een soort bewegende chicklit waarvan de jongste – die pas twaalf is – nog smult, en het serieuzere werk dat haar grote zus verslindt zoals Homeland, Breaking Bad en The Wire. Wat moet ik daar nou mee? Ik denk dat ik het erg moet vinden, maar ik doe er ondertussen niets aan. Want ik begrijp het ook wel. En is het eigenlijk echt erg?

Als aankomend docent Nederlands hoor ik niet anders dan dat jongeren boeken moeten lezen en dat we de 'ontlezing' (die al jaren aan de gang is en niet alleen onder jongeren) moeten tegengaan. Die ontlezing beperkt zich overigens vooral tot de gedrukte media. Digitaal wordt er meer gelezen dan ooit, maar dan gaat het over vluchtig en scannend lezen en niet over e-boeken. Maakt dat wat uit?

Waarom moeten we eigenlijk boeken lezen? Het antwoord op die laatste vraag is natuurlijk dat lezen, dus ook boeken lezen, bijdraagt aan de ontwikkeling van je woordenschat en taalvaardigheid. Maar als je een Engelstalige serie kijkt, lees je ondertitels. Telt dat dan niet?

Uit onderzoek over digitaal lezen blijkt dat het lezen van ondertitels niet te vergelijken is met het lezen van een boek. Want ondertitels lezen is een snelle en oppervlakkige bezigheid, die weinig concentratie vraagt. Maar jongeren in Nederland leren wel veel Engels door te kijken naar Engelstalige tv-series met ondertiteling. De ondertiteling maakt de input begrijpelijker en heeft een positief effect op het leren van talen. Dat kan zeker kloppen, want ik verbaas me regelmatig over het uitstekende Engels van mijn dochters. Beide halen hoge cijfers voor dit vak, zonder dat ze zich ervoor inspannen en zonder dat wij thuis Engels spreken of naar Engelstalige landen op vakantie gaan.

Dat seriekijken bevordert dus wellicht niet hun woordenschat en taalvaardigheid in het Nederlands, maar wel in het Engels. En dat laatste wordt in ons land steeds hoger gewaardeerd. Kijk maar naar het groeiende aanbod van het tweetalig middelbaar onderwijs, wat me overigens ook niet erg bevorderlijk lijkt voor de Nederlandse taalvaardigheid, maar daarover hoor ik (nog) niemand.

Dat het lezen van ondertitels een oppervlakkige bezigheid is, valt te betwisten vind ik. Vraag een dyslect er maar eens naar. Je moet in ieder geval een getraind en vlot technisch lezer zijn, wil je ondertitels kunnen bijhouden. Als je surft over het internet is je concentratie vanzelfsprekend versnipperd. Je scant, scrolt, klikt door en klikt weg. Maar als je naar een serie kijkt, ben je toch juist wel geconcentreerd? Althans, mijn dochters zijn dat zeker en hebben nergens anders meer oog voor.

In de Leesmonitor.nu, een uitgave van de Stichting Lezen, kom ik nog een reden tegen waarom boeken lezen ertoe doet. Het lezen van verhalen stimuleert je sociaal-emotionele ontwikkeling. Je hersenen blijken namelijk weinig onderscheid te maken tussen je eigen ervaringen en die waarover je leest.

Als je verhalen begrijpt en interpreteert, activeer je dezelfde gebieden in je hersenen als wanneer je contact maakt met anderen. Dus iemand die veel verhalen leest, profiteert daarvan in zijn sociale leven. Je inleven in verhaalpersonages, helpt je om je te kunnen inleven in de mensen om je heen. Dat vind ik een belangrijk argument om het boeken lezen te stimuleren.

Maar eerlijk gezegd denk ik dat de series waar mijn meiden naar kijken ook hun empathisch vermogen en sociaal-emotionele ontwikkeling bevorderen. Dat is in ieder geval mijn eigen ervaring. Want ik moet toegeven dat ik mijzelf bij vlagen ook 'schuldig' maak aan urenlang seriekijken. Bijvoorbeeld naar The Killing, Borgen of The Wire. Heerlijke series waarin je je volledig kunt verliezen in het verhaal en bepaalde personages. Net als bij het lezen van een goed boek. Natuurlijk hoef je het beeld niet zelf te verzinnen, maar je inlevingsvermogen is er niet minder om.

Volgens mij activeren seriekijken en een boek lezen wat dat betreft dezelfde gebieden in mijn brein. Wetenschappelijk bewijs heb ik hiervoor niet gevonden, maar schrijfster Manon Uphoff bevestigt mijn gedachte in haar pamflet 'De blauwe muze'. Daarin breekt ze een lans voor de betere televisieseries op zenders als Netflix en HBO. Volgens Uphoff (en ik citeer nu) 'laten deze series veranderingen zien in de posities van vertellers, personages, vertelperspectieven en de verhalen zelf, waarbij vooral de westerse kijker regelmatig een spiegel wordt voorgehouden. Ze nemen ons mee naar werelden van andere sociale groeperingen, de 'onderklasse', de 'marginalen', en spelen met vooroordelen en stigmatisering.' Dat is bij uitstek iets wat literatuur doet, maar volgens Uphoff doen series als Breaking Bad en The Wire dat dus ook. Door te kijken naar deze series hervond ze zelfs haar liefde voor het verhaal, na een flinke dip in haar persoonlijke leven en schrijversbestaan.

Voor veel mensen, onder wie Uphoff en mijzelf, valt seriekijken onder de 'guilty pleasures'. In literaire kringen wordt een boek lezen hoger aangeslagen dan alle afleveringen van Breaking Bad achterelkaar kijken. Daarmee loop je dus niet te koop. Maar Uphoff heeft haar mening daarover bijgesteld, omdat ze ervoer dat veel van wat ze in die series zag, doorwerkte in de weken daarna. De personages wandelden met haar mee en ze dacht eraan terug. De series zijn goed gelaagd, je krijgt door hoe nauw alles met elkaar verbonden is en je wordt, net als bij een goede roman, een kolkende wereld ingetrokken. In deze series, die meerdere seizoenen hebben, is er voldoende tijd om karakters te ontwikkelen en om personages naar de voor- en achtergrond te laten verdwijnen, met veel oog voor ontwikkelingen in de westerse wereld. Volgens Uphoff zijn de series gemaakt met een kritisch, creatief en literair oog. Dus wat haar betreft tellen ze volwaardig mee als literatuur.

Ik kan eigenlijk niet anders dan Uphoff gelijk geven. En dat is goed nieuws voor mijn dochters. Want voor hun Nederlands is het misschien beter om een boek te lezen, voor hun Engelse taalvaardigheid is het seriekijken juist prima en met de stimulering van hun sociaal-emotionele ontwikkeling zit het dus ook wel snor.

Trouwens, toen wij in de zomervakantie een paar weekjes naar de zon gingen, zaten de koffers van beide dochters boordevol boeken. We vertrokken naar een Netflix-loos oord, dus moest hun behoefte aan fictieve verhalen op de traditionele manier worden ingevuld. Het fijne is dat alle boeken ook daadwerkelijk zijn gelezen. Dus eigenlijk hoef ik me helemaal geen zorgen te maken, het zit best goed met dat leesgedrag van mijn pubers. En voortaan laat ik ze lekker ongestoord seriekijken!

Hanneke Bootsma, freelance tekstschrijver en leraar in opleiding.

Bronnen
Driessen, M. (2013). Het nieuwe lezen. Van oppervlakkig klikken en scrollen naar aandachtig digitaal lezen. Levende talen magazine, jaargang 100 (2013) 8. Geraadpleegd hier op 22-5-2015.

Kennisnet onderzoekreeks ICT in het onderwijs (2010). Wat we weten over ICT en het leren van moderne vreemde talen. Zoetermeer: Kennisnet. Geraadpleegd hier op 22-5-2015.

Nooit meer slapen (2014, 31 oktober). Interview met Manon Uphoff over De blauwe muze. Hilversum: VPRO. Geraadpleegd hier op 23-5-2015.

Stichting Lezen (2012). Leesmonitor.nu, het magazine. Amsterdam: Stichting Lezen.

Uphoff, M. (2014). De blauwe muze. Waarom de beste literatuur op tv te zien is. Amsterdam: De Bezige Bij.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent