Niet dat ik de politiek een partij van geen betekenis acht, integendeel. Maar niet te vroeg alstublieft! Een oude versleten jas zit nog altijd lekkerder dan een te haastig gekochte nieuwe. Ik zal mijn vrees toelichten.
Nagenoeg gelijktijdig met Rosenmöller's oproep luchten nog twee andere deskundigen, zij het met veel minder media aandacht, hun hart over het onderwijs.
Professor Rob Martens pleit in het blad Onderwijsinnovatie van de Open Universiteit voor een radicale onderwijsvernieuwing als antwoord op de islamradicalisering. Hij stelt dat, terwijl uit onderzoek blijkt dat iemands persoonlijkheid en motivatie belangrijke voorspellers zijn van de kans op een baan, zijn loon en het aantal jaren dat wordt geïnvesteerd in onderwijs, persoonlijke ontwikkeling nauwelijks aandacht krijgt in het onderwijs. Martens concludeert dat de eenzijdige focus op cognitieve toetsing de sociaal economische kansen van leerlingen uit minder bevoorrechte milieus wel eens kan verslechteren in plaats van verbeteren. En tot overmaat van ramp denken veel mensen dat die achterstelling hun eigen schuld is. 'Dan had je maar beter je best moeten doen op school'.
En Kees Boele, bestuursvoorzitter van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, presenteerde zijn nieuwe boek Onderwijsheid. Terug naar waar het echt om gaat. Daarin houdt hij een vurig pleidooi voor persoonsvorming in het onderwijs. 'Om staande te blijven in de moderne maatschappij en de sterk veranderende arbeidsmarkt zonder baanzekerheid, heb je juist four centuries before Christ skills nodig. Daar moeten scholen veel meer aandacht voor hebben.'
Leerlingen leren kennen
Drie keer achter elkaar een hartstochtelijke roep om anders. Het zo vertrouwde fenomeen school voldoet niet meer. Steeds luider klinkt deze roep. Stop met de nadruk op een eenzijdig standaard curriculum, zet persoonsvorming weer centraal, laat elk talent bloeien, van massaproductie naar maatwerk. Of, zoals de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid het vorig jaar opschreef: 'Organiseer onderwijs vanuit een individueel gericht dienstverleningsconcept in plaats van een industriële oriëntatie'. Ronkende taal, uit mijn hart gegrepen.
Tegelijk ben ik van mening dat we de begrippen maatwerk, persoonsvorming en kansen voor talent nogal gemakkelijk in de mond nemen. Realiseren we ons dat we daarmee zeggen elke leerling in school écht te willen kennen? Dat we willen weten wie hij is, waar hij voor staat, hoe het thuis gaat, wat zijn passies zijn, zijn dromen, waar hij goed in is, waar hij beter in wil worden, hoe hij denkt dat te gaan aanpakken, en wat zijn leraar moet doen, zodat hij optimaal kan leren? En dat we alleen antwoord op die vragen krijgen wanneer alles in school rond dit persoonlijke contact tussen de leraar en de leerling georganiseerd is? Zowel in tijd als in kwaliteit? Want daar begint en eindigt goed onderwijs voor mij. Technologie is hier een bescheiden toeschouwer.
Samen met mijn teams geef ik hier leiding aan deze transformatie in de scholen. Een verandering van formaat. A wonderfull hell of a job. Niet middels lesbrieven, een extra mentoruur of door een iPad te verstrekken. Evenmin door het schrijven van beleidsstukken of het uitvaardigen van decreten.
Dappere stappen
Wel door het handwerk van onderop te ondersteunen. Leraren ontwerpen nieuwe onderwijsvormen die maatwerk en echt persoonlijk contact met hun leerlingen mogelijk maken. Ze verdelen de werkzaamheden onder elkaar en zoeken met leerlingen naar andere invullingen van de begrippen tijd en plaats. Mijn rol is vooral het stellen van de vraag aan leraren: 'Wat kan ik doen, zodat jullie je werk optimaal kunnen doen?' Inmiddels ben ik erachter dat het antwoord vooral over drie dingen gaat:
1. toon leiderschap dat ruimte en vertrouwen geeft en heb geduld,
2. organiseer de school radicaal anders en
3. zorg voor voldoende maatwerk in professionalisering voor leraren.
Steeds meer scholen zetten deze dappere stappen. Op hun eigen manier en op hun eigen tempo. Het zijn broedende kippen met gouden eieren. Verstoor dat broeden niet met nieuwe wetten.
Binnenkort ontvang ik ambtenaren van het ministerie op mijn school. Met hen ga ik de vraag verkennen wat zij kunnen doen, zodat wij ons ontwikkelwerk optimaal kunnen verbreden en verdiepen. Dat is de rol die politiek en ministerie zou moeten nemen. Vragen stellen, ondersteunen waar en hoe het kan en geduld hebben. Het zit in onze natuur om verbeteringen via regels en wetten af te dwingen. Maar de huidige omstandigheden zijn te complex en onvoorspelbaar. We leven in een tijd waarin het niet meer uitmaakt wat je plant om het systeem zeker te stellen, het zal toch niet gebeuren. Dus laat nieuwe wetten voorlopig achterwege.
Jan Fasen, directievoorzitter Mundium College.
Deze tekst is op 29 maart gepubliceerd op Joop.nl .
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven