Een eerlijke toets en gelijke kansen voor iedereen, dat is een nobel streven. Cito wist mij en andere edubloggers tijdens een rondetafelgesprek afgelopen week ervan te overtuigen dat zijn bedoelingen goed zijn.
Maar dat is niet waar ik voor kwam. Wat ik graag van het Cito wilde weten is dit: Leerlingen kunnen niet meer rekenen. Waarom werkt Cito mee aan een verplichte rekentoets in het voortgezet onderwijs die dit probleem niet oplost? Zie mijn artikel in de Volkskrant van 2 oktober 2013.
'Omdat het een goede toets is. De toets is in overeenstemming met de referentie-niveaus' is het officiële antwoord van het Cito.
Zoals ik schreef, twijfel ik niet aan de goede bedoelingen van het Cito. Maar het volgende zit mij dwars. Alleen goede en eerlijke eindexamens en eindtoetsen lijken niet meer genoeg. Cito wil vooruitstrevend en uitdagend zijn. Lef tonen en vernieuwend zijn. Cito wil groeien, met adaptieve toetsen en leerlingvolgsystemen voor scholen. Toetsing als onderdeel van het leerproces.
Gaandeweg het gesprek doemde bij mij het volgende schrikbeeld op. Ik ben bang dat er een tweede agenda achter die malle rekentoetsen zit. De digitale en geheime vragen zijn geconstrueerd met het oog op de toekomst. Een toekomst met adaptieve Cito-tussenrekentoetsen en Cito-eindrekentoetsen in het voortgezet onderwijs.
Creëert elk aanbod zijn eigen vraag? Ik weet niet veel van economie. Maar wat ik wel weet is dit. Ons onderwijs is een systeem geworden waarin schooldirecteuren bang zijn om afgerekend te worden. Leraren zijn steeds minder hoog opgeleid, waardoor ze onzeker zijn. Wanneer er adaptieve toetsen door het Cito worden aangeboden, zal de verleiding groot zijn om ze tegen betaling af te nemen. Toen ik mijn directeur een jaar geleden suggereerde om aan de hand van een basisboek rekenen met leerlingen sommen te gaan oefenen, was zijn reactie namelijk: 'Zo makkelijk kan het toch niet zijn?'
In mijn ogen zijn goed geschoolde leraren uitstekend in staat om leerlingen voor te bereiden op het eindexamen. Scholen hebben al een heel goedkoop adaptief en goed werkend leerlingvolgsysteem. Dat zijn de repetities, de so-tjes, de SE's, de rapporten, de overgangsnormen en niet te vergeten: de leraren.
Zo makkelijk kan het wel zijn. Het geld dat zal worden besteed aan het ontwikkelen en inkopen van fancy toetsen (waarvan ik overigens de kwaliteit ernstig betwijfel) hoort besteed te worden aan het hart van het leerproces: het onderwijs in de klas.
Karin den Heijer is lerares wiskunde aan het Erasmiaans Gymnasium Rotterdam.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven