Begrijpend lezen in groep 3: 'de mier'

Tekst Marita Eskes
Gepubliceerd op 09-06-2016
Marita Eskes - Ook groep 3, het schooljaar waarin leerlingen starten met het technisch leren lezen, is geschikt om aandacht te besteden aan tekstbegrip. Niet alleen middels begrijpend luisteren, maar ook al middels aandacht voor begrijpend lezen.

Begrijpend lezen krijgt doorgaans niet altijd aandacht in de groepen 3 en 4, omdat scholen zich dan vooral richten op het technisch lezen en daarnaast de luistervaardigheden van leerlingen. Logisch én noodzakelijk, immers kinderen moeten eerst vlot en accuraat leren lezen voordat ze de aandacht op de inhoud kunnen richten. Hun werkgeheugen is aan het begin van het technische leesproces druk met het decoderen, waardoor er weinig ruimte over is om de inhoud van de tekst te analyseren. Maar nu, tegen het einde van groep 3, zijn leerlingen meestal in staat om teksten van AVI E3 niveau vlot te lezen. Als je teksten zoekt die passen bij dit technische leesniveau, kun je ook zeker werken aan tekstbegrip.

Kijkdoos
Zelf geef ik les aan 34 leerlingen in groep 3, die mijn instructie rondom tekstbegrip allemaal kunnen volgen. Hiervoor gebruik ik teksten met onderwerpen binnen wereldoriëntatie, zoals de 'Kijkdoos'-boeken. Deze informatieve boeken behandelen verschillende onderwerpen en bevatten naast duidelijke, technisch leesbare teksten ook rijke illustraties. Ze hebben ook een inhoudsopgave waarin alle hoofdstukjes van het onderwerp worden benoemd. Dit geeft mij als leerkracht de ruimte om het onderwerp te introduceren, met de kinderen de voorkant en de inhoudsopgave te bekijken en vervolgens één of twee hoofdstukken voor te lezen. Hierna krijgen de kinderen twee hoofdstukjes uit het boek zelf als tekst uitgedeeld.
Afgelopen week stond de tekst over 'mieren' centraal. Ik leidde het onderwerp in door te vertellen dat we in het voorjaar dieren tegenkomen in de natuur die we in de winter nauwelijks zien. Zo had ik deze week de eerste mieren in mijn huis, terwijl ik ze toch liever buiten de deur houd...

De aandacht van de kinderen was gewekt. Ze kregen de taak om de tekst uit het boek 'de mier' even te verkennen. Wat zien we op de plaatjes? Waarover denken we te gaan lezen? De kinderen zagen aan een afbeelding van een uitvergrote mier en een getekend mierennest dat we vast informatie zouden gaan krijgen over hoe het lijf van de mier eruit ziet en hoe een mierennest is opgebouwd onder de grond. Hierna lazen we gezamenlijk het lesdoel op het bord:

'Na afloop van de les kan ik vertellen uit welke lichaamsdelen de mier bestaat en hoe een mierennest er onder de grond uit ziet. De verwijswoorden helpen mij om de tekst goed te begrijpen zodat ik kan leren van de tekst'.

Eerst lazen we de tekst in koor. Vervolgens las ik de tekst nogmaals hardop voor. De kinderen wezen bij, en mochten hun vinger opsteken wanneer zij een verwijswoord hoorden. Woorden als 'zij, hij, hem, ze, die' worden allemaal al herkend in groep 3. Samen met de kinderen lezen we telkens een regel terug, om te achterhalen met elkaar wie we bedoelen met 'zij, ze, hem of die'. Ik benadruk continu dat het even teruglezen kan helpen om de zinnen goed te begrijpen. Daarna bespreken we wat 'lichaamsdelen' zijn. Ik benoem dat wij armen, handen, benen, vingers en voeten hebben en dat dit voorbeelden zijn van delen van ons lichaam, lichaamsdelen dus. We hebben ook kunnen lezen uit welke lichaamsdelen de mier bestaat. De kinderen gaan in tweetallen op zoek naar de lichaamsdelen en onderstrepen deze woorden. Zo herlezen zij de tekst en gaan zij gericht op zoek naar informatie die hen helpt om het lesdoel te behalen.

Wanneer de groepjes klaar zijn, bespreken we of we alle woorden hebben gevonden en waar nodig onderstrepen leerlingen nog een lichaamsdeel dat zij nog niet hadden opgemerkt in de tekst. Daarna koppel ik de informatie aan de illustratie: ik vraag de kinderen waarom de maker van het boek ook nog een tekening van de mier zou hebben geplaatst met de namen van de lichaamsdelen erbij. We weten toch immers al uit de tekst welke lichaamsdelen de mier heeft? Er klinkt geroezemoes, de schoudermaatjes overleggen opnieuw. Daarna geef ik een leerling de beurt, die vertelt: 'Je weet wel de namen van de lichaamsdelen, maar je kan nog niet zomaar weten waar alles zit'.

Functionele illustraties
Mooi dat leerlingen deze redenering zelf maken en het verband tussen de tekst en illustratie begrijpen. Deze illustratie staat er niet alleen om de bladzijde mooier te maken, maar heeft ook een belangrijke functie: ze helpt ons te tekst te begrijpen, de lichaamsdelen te kunnen plaatsen en ordenen en dus ook om de informatie beter te onthouden. Aandacht en instructie voor illustraties bij teksten is heel belangrijk (van de Mortel & Ballering, 2014). Leerlingen moeten leren dat deze een functie hebben en hebben ons als leerkracht nodig om dit te beseffen en te leren dat ze hier vervolgens zelf ook bewust mee omgaan.

Ook het tweede stukje tekst, over het mierennest, behandelen we zoals hierboven beschreven. We lezen de tekst, de leerlingen worden geactiveerd om aan de hand van tekstgerichte vragen met elkaar te overleggen en de illustratie van het mierennest krijgt de aandacht. Aan het eind van de les herlezen we het lesdoel met elkaar en vraag ik de kinderen of ze nu in staat zijn om te vertellen uit welke lichaamsdelen de mier bestaat en hoe een mierennest is opgebouwd. Verschillende kinderen kunnen dit hardop verwoorden. Daarnaast heb ik hele betrokken kinderen ervaren, enthousiast over wat zij leerden en vol trots nemen zij de tekst mee naar huis om te laten zien wat zij nu weten over 'de mier'.

Werksters
Later die week behandelen we nog een hoofdstuk uit hetzelfde boek. Dit keer gaat het over 'de werksters'. Na het behandelen van het lesdoel en het lezen van de tekst, geef ik de kinderen de opdracht om de taken van de werksters eens te zoeken in de tekst en te onderstrepen. Ik doe het eerst voor op het bord en denk hierbij hardop na. Ik analyseer de eerste zin 'de werksters doen al het werk'. Ik model hardop:

'Wordt hier al een taak van de mier genoemd? Volgens mij hoor ik wel dat er veel taken zijn voor de werksters, maar lees ik nog niet wát voor een taak. Dit is dus nog geen voorbeeld. Ik lees verder: "Ze graven de gangen en de kamers." Deze woorden beschrijven wél een taak van de werksters. Dit is dus iets om te onderstrepen, want graven kun je doen en is dus een voorbeeld van één van de taken die de werksters uitvoeren.'

mierHierna gaan de groepjes aan de slag om de taken van de werksters te vinden. We bespreken ze na en tellen ze, waarbij ik mee turf op het bord om het visueel te maken. Conclusie: wel acht verschillende taken! Als laatste geef ik aan dat deze tekst twee woorden bevat die we al hebben gelezen, maar die goed zijn om nog eens te bespreken met je schoudermaatje. Het zijn woorden die belangrijk zijn om te onthouden: 'voedsel' en 'dieper'. Door kinderen met hun schoudermaatje te laten overleggen denken kinderen met elkaar na over de leerstof en werken zij samen (Schmeier, 2015). Zo wordt over de context van 'dieper' gepraat. Hier bedoelt de schrijver 'verder naar beneden graven'. Ik leer de kinderen dat ze dit erbij kunnen schrijven, zodat je het later nog eens terug kunt zoeken. Door de kinderen aantekeningen te laten maken (onderstrepen, informatie erbij schrijven, ergens een rondje of vraagteken bij zetten) worden verbindingen beter gelegd en wordt informatie beter opgeslagen (Schmeier, 2015). Wat geniet ik van dit soort lessen, en wat wordt er hard gewerkt!

We zijn in twee lessen telkens 20 tot 30 minuten bezig geweest met technisch lezen (met aandacht voor herhaald lezen), aandacht voor verkennen, voorspellen, relaties leggen binnen de tekst, informatie selecteren uit de tekst, het leren van nieuwe woorden, het begrijpen en kunnen plaatsen van belangrijke illustraties, het overleggen met schoudermaatjes en dus met de mondelinge taalvaardigheid. Daarnaast mag nooit vergeten worden: strategieën oefenen en leren is nooit een doel op zich! Het inhoudsdoel van deze natuurlessen stond centraal, namelijk leren over de mier. Dit doel is bereikt: ik zag 34 betrokken leerlingen aan het werk tijdens deze lessen. Het mag duidelijk zijn: aandacht voor begrijpend lezen kan óók in groep 3!

Tot slot: de volgende dag kwam een leerling met een klein potje binnen. Hij vroeg of hij dit straks aan de klas mocht laten zien. Drie keer raden wat hier in zat...

Marita Eskes, leerkracht, leescoordinator en remedial teacher PO, [email protected], T: @maritaeskes

Literatuur:
Mortel, K. van de & Ballering, C. (2014). Verdiepend lezen. Amersfoort: CPS
Schmeier, M. (2015). Expliciete Directe Instructie. Huizen: uitgeverij Pica

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent