Bij de havo ging het zoals verwacht. Ik kon alle vragen foutloos maken. Ik twijfelde wel een klein beetje hier en daar, maar in grote lijnen was het prima. De leerlingen hadden een brede grijns op hun gezichten en huppelden, op een enkele uitzondering na, vrolijk mijn lokaal uit.
Donderdag kwamen de antwoorden. Ik kon niet wachten om het na te kijken, ik zag de achten al vliegen en ging er lekker voor zitten. Lekker muziekje aan, kopje thee, heerlijk. En toen bleek het een broodje babykoalavlees te zijn.
Bij het oefenen van de luistertoetsen haalde nooit iemand onder de 5. Als ik het nu goed inschat, bij de normering van vorig jaar, is een 5 het gemiddelde. Ik heb de toets inmiddels laten doen door een knul die die dit jaar voor het eerst Frans heeft gevolgd. Hij scoort een 4.8.
In de voorgaande alinea zit goed nieuws en slecht nieuws. Het goede nieuws is dat je een 5 kunt halen voor deze luistertoets, als je nog nooit eerder Frans hebt gehad. Het slechte nieuws is dat je een 5 kunt halen voor de luistertoets als je 5 jaar hebt geleerd voor Frans.
Ik snapte er niks van, ik ben in de scores gedoken en zag dat kandidaten die nooit kwamen, identiek scoorden vergeleken met de braveriken die er altijd zijn… Hoe kan zoiets? Hoe kunnen ze altijd bij het oefenen hoog scoren en nu ineens naar die 5 duiken? Is het alleen stress?
Zondagochtend, toen ik inmiddels had begrepen dat het bij meer docenten speelde, heb ik uitgezocht welke leerlingen welke vragen fout hadden, heb ik de versies geneutraliseerd en de antwoorden inzichtelijk gemaakt. Dat is een helse klus, want wat een A is in versie 1, is een C in versie 2 en een B in versie 3 dus ik moest echt even mijn best doen… Maar het is gelukt. Na bijna drie uur heb ik gezien welke vragen veel fout zijn gegaan en welke door iedereen goed zijn beantwoord.
Op zich weet je dan natuurlijk nog steeds niet wat er aan de hand is, want een vraag die iedereen slecht maakt kan een prima vraag zijn. Ze hebben het gewoon niet begrepen. Kan gebeuren. Geen probleem. Maar er zijn ook items die veel vragen oproepen en waar iedereen die de vraag fout heeft, koos voor hetzelfde andere (officieel foute) antwoord. Daar moeten redenen voor zijn. En die gaan we nu even gezellig langs lopen.
Een Kijk en Luistertoets bestaat uit 2 delen. Een kijk en een luisterdeel. Het kijkdeel is beeld en geluid, (zeg maar tv), het luisterdeel is alleen geluid (zeg maar radio).
Havo vraag 3 (audiodeel)
Wat zegt Valérie over de buren van het hostel?
Die klagen regelmatig over geluidsoverlast.
Daar heeft ze al heel lang een goede band mee
De conflicten die ze met hen had, zijn opgelost.
Het goede antwoord is: ‘Daar heeft ze al heel lang een goede band mee.’ Dat is ook gewoon het goede antwoord, want uit alles wat gezegd is, is dat de grote lijn. Maar… Valérie zegt: ‘Als de buren ergens een probleem mee hebben, dan komen ze rechtsreeks bij mij. Dan lossen we het probleem op.’ En ze zegt: ‘Het gaat goed zolang er geen muziek speelt.’
Dus wat zegt Valérie over de buren van het hostel? Het gaat heel goed, als er problemen zijn, komen de buren rechtstreeks naar haar toe, lossen ze de problemen samen op en zolang ze geen muziek maken is er niets aan de hand.
U mag het zeggen… de conflicten die er waren zijn opgelost… is dus een prima antwoord. Maar het is wel fout. Van de 8 leerlingen die deze vraag fout hadden, hadden er 7 dit antwoord.
Vraag 4 (audiodeel)
Waarover praat Valérie hier?
over het enthousiasme van de jonge mensen die bij haar werken
over de leuke reacties die ze van gasten krijgt tijdens hun verblijf
over het bijzondere contact dat er tussen haar en de gasten ontstaat
Valérie is blij met de respectvolle en aardige manier waarop de gasten zich gedragen. U mag het zeggen. Reageren ze dan leuk of is dat een bijzonder contact? Ik zou zeggen dat beide antwoorden kunnen, maar niet overtuigend. Ik kon tijdens de toets niet kiezen en was opgelucht dat het niet het bovenste antwoord moest zijn, maar waarom? Geen idee. Van de 6 leerlingen die vraag 4 fout hadden, hadden 5 leerlingen de leuke reacties gekozen boven het bijzondere contact. 4 van deze leerlingen waren bij vraag 3 ook al het schip in gegaan…
Vraag 12 (audiodeel)
Wat is er op een camping in Sarlat gebeurd?
Er is ingebroken in het receptiegebouw
er is geld gestolen uit tenten en caravans
er zijn kampeerders vertrokken zonder te betalen
Het goede antwoord is ondubbelzinnig: antwoord receptiegebouw. Maar… de toetsmakers doen er alles aan om dat zo goed mogelijk te verbergen. Ze zeggen het alleen helemaal in het begin en gaan het dan hebben over de campinggasten, over de tenten, de caravans. Iemand die iets gezien of gemerkt heeft, moet contact opnemen met de politie. Van de 5 leerlingen die deze vraag fout hadden, hadden 5 leerlingen de tenten en caravans verkozen boven het receptiegebouw. Denkt u even terug aan uw campingtijd… Hoe goed was uw zicht vanuit de tent op het receptiegebouw? 5 van deze 5 leerlingen hadden vraag 3 ook al fout. 4 van deze 5 leerlingen had vraag 4 ook al fout…
Vraag 13 (audiodeel)
Deze vraag is een beetje opgezet als vraag 12. In het begin even het goede antwoord geven en dat goede antwoord daarna verzuipen in een heleboel indicaties voor een ander antwoord. Van de 5 leerlingen die deze vraag fout hadden kozen er 5 voor het treiterende antwoord.
Tot zover het audiodeel.
Nu gaan we naar het Videodeel en dat is veel spannender.
Zoals het woord het al zegt, videodeel…. Dus we kijken EN luisteren. Heeft kijken een meerwaarde… NEE. We beginnen met Nicolas Jean, directeur van de VVV van Sancerre.
Mooi die vallei op de achtergrond toch? Zie je de Loire zo mooi slingeren daar in de diepte?
Mooi hè? Die heuvels aan de horizon?
Hier krijg ik bijna hoogtevrees…
De vraag is: Wat vertelt de directeur over de fietsroute “La Loire à vélo”?
Ik zal het maar meteen verklappen, het goede antwoord is dat de route voor velen toegankelijk is omdat er niet veel hoogteverschillen in zitten. Bij vraag 4 zijn alle antwoorden te verdedigen, en ja het officiële antwoord is het beste. Als je kijkt, zie je een ander antwoord dan als je luistert. Het is een kijk- en luistertoets maar bij deze vraag is het een kijk- OF luistertoets. Ik hoop dat ze trots op zichzelf zijn….
Vraag 8 (videodeel)
Wat vertelt Mw Mercier over het naschilderen van “Het Straatje van Vermeer”?
ze heeft daarmee haar techniek flink verbeterd
ze maakte er uiteindelijk een heel eigen versie van
ze ontdekte al doende hoe goed de oorspronkelijke schilder was.
Ze is een beetje dubieus, die hele mevrouw Mercier, want ze begint met: «Ik hield erg van dit schilderij omdat het niet erg bekend is… hoe langer ik er naar keek hoe meer details ik moest schilderen. Maar ik wilde geen kopie maken. Natuurlijk is het wel een kopie geworden, maar die ansichtkaart was echt te klein om de details te kunnen zien. Dus heb ik het met mijn mogelijkheden/ middelen/ op mijn manier een kopie gemaakt geïnspireerd op Vermeer.»
Wederom aan u de eer... Als je maar vaak genoeg zegt dat iets een kopie is, dan wordt het vanzelf een geheel eigen versie… ?
Bij vraag 11 maakt de toetsmaker gebruik van de techniek van Cézanne: vlekken…, daar kan ik nu een driftbui over krijgen, maar ik bewaar liever even mijn energie voor de laatste vraag van het videodeel. Vraag 17…
U moet even iets weten. Wij, dociele, keurig afgerichte docenten, trainen onze kinderen in het herkennen van signaalwoorden en verbindingswoorden en zo. Rode vlaggen. Als je dat hoort, dan moet je iets snappen. Mijn klas had de week voor de toets ‘Pourtant’ in de woordenlijst staan… Een leerling die braaf de woordjes had geleerd stond dus 6-0 achter. Vorig jaar ging de discussie over ‘en outre en d’ailleurs’. Kortom, de examenmakers hebben wat moeite met de signaal en verbindingswoorden waar onze examenkandidaten inmiddels in excelleren.
Nu wil het toeval dat de laatste vraag van het videodeel gaat over een hele aardige burgemeester die zijn signaalwoorden ongeveer net zo scherp heeft als de toetsmakers. Dat is ook toevallig! Hij gebruikt het woordje ‘pourtant’ twee keer en twee keer verkeerd. Eén keer als ‘parce que’ en één keer omdat hij adem wil halen en even bladvulling nodig heeft… dat mag. Hij is burgemeester en hij bepaalt zelf wat hij zegt en tegen wie. Het vervelende is dat hij met zijn stopwoordje onze leerlingen laat zoeken naar een tegenstelling die de arme schat helemaal niet bedoelt. Die vraag is niet te beantwoorden.
Op zich kan dit gebeuren natuurlijk, maar is het niet vreemd: die onjuist gebruikte signaalwoorden waren eerst problematisch bij de examens en nu bij de luistertoets… Er is dus goed nieuws…. De examenmakers zijn waarschijnlijk gepromoveerd tot luistertoetsmakers. Dat is excellentissime voor de examens. Maar wie gaat er volgend jaar de luistertoetsen redden?
Au secours!!! Ik zei nog zo… geen broodje babykoala!!!
Charlotte Goulmy is sinds twintig jaar een enthousiast Vavo docent Frans
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven