Expliciete instructie essentieel voor kinderen met ADHD en dyslexie

Tekst Paul Kirschner
Gepubliceerd op 02-09-2025
Wanneer ik een lezing geef over expliciete directe instructie, krijg ik vaak de vraag of wat ik zeg ook geldt voor kinderen met speciale onderwijsbehoeften zoals ADHD of dyslexie. Dan weet ik vaak even niet wat ik moet antwoorden, omdat ik niet veel onderzoeken ken die hierover gaan. Ja, mijn onderbuikgevoel zegt dat het zo is ̶   en wel om een aantal goede redenen. Maar een van mijn vuistregels is: vertrouw niet op onderbuikgevoelens; ze zijn geen bewijs. Gezond verstand is soms ongezond of kan juist het tegenovergestelde zijn van wat juist is.

Bij leren moeten we steeds bepalen wat belangrijk is, waar we onze aandacht op richten en hoe we nieuwe informatie koppelen aan wat we al weten. Maar voor leerlingen met leerstoornissen zoals dyslexie of ADHD is dit proces veel moeilijker ̶   vooral zonder duidelijke begeleiding.

In een onderzoek uit 2025, Computational markers show specific deficits for dyslexia and ADHD in complex learning settings, vergeleken Yafit Gabay en drie collega’s het effect van expliciete instructie bij het oplossen van complexe problemen, bij leerlingen mét en zonder leerproblemen. Ze keken hoe leerlingen met ADHD en dyslexie leren als de informatie die ze nodig hebben niet vanzelfsprekend is. In het onderzoek moesten ze zelf ontdekken welke stappen in een complexe taak tot succes leiden ̶   net zoals proberen een ingewikkelde puzzel op te lossen zonder uitleg.

Leerlingen met en zonder deze leerproblemen kregen ofwel extra hints en aanwijzingen, of moesten de complexe problemen zonder hulp oplossen. Niet verrassend hadden de leerlingen met leerproblemen daar meer moeite mee dan hun leeftijdsgenoten. Maar zodra ze expliciete instructie kregen ̶ dus duidelijke aanwijzingen over waar ze hun aandacht op moesten richten  ̶ ging de prestaties van iedereen sterk omhoog. En het belangrijkste: leerlingen met ADHD en dyslexie deden het beter zodra ze precies wisten waar ze hun aandacht en inzet op moesten richten.

Gabay en collega’s keken ook naar hoe de taken werden uitgevoerd. Leerlingen met ADHD waren geneigd om sneller en simpeler met trial and error te werken, in plaats van strategisch na te denken en hun aanpak bij te stellen. Expliciete instructie gaf hen een ankerpunt: een duidelijk doel dat het makkelijker maakt om de aandacht erbij te houden. Ondertussen vergeten leerlingen met dyslexie nieuwe informatie vaak snel als er geen duidelijke aanwijzingen zijn om de verbanden te leggen. Wanneer leraren expliciet benoemen wat belangrijk is en dit regelmatig herhalen, kunnen deze leerlingen beter onthouden en toepassen wat ze hebben geleerd.

De auteurs schrijven:

We zagen dat leerlingen met ADHD en dyslexie meer belemmeringen hadden dan hun controlegroep. Tekorten in leren, aandacht of beide dragen mogelijk bij aan hun mindere prestaties. Het is denkbaar dat zij hun aandacht wel kunnen richten, maar moeite hebben met trial and error leren om de meest voorspellende aanwijzing voor succes te vinden, of dat ze snel de geleerde verbanden vergeten. Ook kan het zijn dat ze in het begin moeite hebben hun aandacht te richten op de relevante kenmerken, waardoor effectief leren wordt beperkt.

Expliciete instructie betekent niet dat je de lat lager legt of kant-en-klare antwoorden voorschotelt. Het betekent dat je onnodig giswerk weghaalt over wat en hoe geleerd moet worden, zodat leerlingen hun aandacht en energie kunnen steken in hoe ze het leren. Expliciete instructie werkt voor álle leerlingen. Maar voor kinderen met ADHD en dyslexie is het niet alleen nuttig ̶   het is essentieel. Duidelijk lesgeven creëert gelijke kansen en helpt iedere leerling de vaardigheden en het zelfvertrouwen op te bouwen die nodig zijn om verder te komen.

Effectief lesgeven betekent dat je begrijpt welke cognitieve eisen verschillende leeromgevingen stellen, en dat je de ondersteuning daarop afstemt. Dus bij leerlingen met leerproblemen zijn helderheid en steun geen krukken ̶   het zijn bruggen waar alle leerlingen overheen kunnen. En voor velen maken juist die bruggen het verschil.

Gabay, Y., Jacob, L., Mansour, A., & Hertz, U. (2025). Computational markers show specific deficits for dyslexia and ADHD in complex learning settingsnpj Science of Learning10(38). 

Paul A. Kirschner is emeritus hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit en gasthoogleraar aan de Thomas More Hogeschool (België). 

Deze column is verschenen in Didactief, september 2025.

Contact met de redactie: contactpagina

Click here to revoke the Cookie consent