Maar hierdoor kunnen ze 'onmogelijk excelleren in het huidige onderwijs met zijn achterhaalde lesaanpakken'. Digital natives, samen met hun stamverwant homo zappiëns, vormen volgens Prensky een generatie 'voor wie leren spelen is', waar scholen bestaan om 'vrienden te ontmoeten in plaats van te leren' die 'betekenisvolle kennis kunnen construeren uit discontinu audiovisuele en tekstuele informatiestromen'.
Aan de andere kant staat Manfred Spitzer die in zijn boek Digitale dementie betoogt dat we dement worden van de media die wij gebruiken. Hoewel er enige waarheid zit in zijn positie, overdrijft hij en zijn niet al zijn standpunten even goed onderbouwd. De onderwijswetenschappers Loh en Kanai schilderen in een reviewartikel in The Neuroscientist ook een verontrustend beeld van wat er aan de hand is, maar dan wél goed onderbouwd: 'Digital natives neigen naar ondiepe informatieverwerking gekenmerkt door snelle aandachtswisselingen en verminderd nadenken. Zij multitasken veel met als gevolg dat ze meer afgeleid zijn en kunnen dit niet tegenhouden. Digital natives vertonen ook tekenen van verslavingsgedrag. Recent breinscanonderzoek suggereert een verband tussen deze gedragingen en structurele veranderingen in het brein.'
Wat betekent dit? De Amerikaanse auteur Nicholas Carr schreef al dat intensief internetgebruik (waar teksten vol hyperlinks zitten) gepaard gaat met een toename van ondiepe informatieverwerking. Lezers verschuiven voortdurend hun aandacht, lezen de tekst oppervlakkig, denken minder diep na over wat zij lezen en onthouden de informatie slecht. Dit komt overeen met de bevindingen van de onderzoekers Sparrow, Liu, and Wegner: als wij informatie zomaar kunnen vinden (via Google of andere zoekmachines) onthouden wij die slechter.
Een tweede probleem is dat het cognitief verwerken van zulke 'niet-lineaire' teksten veel onproductieve cognitieve belasting veroorzaakt, waardoor je slechter leert. In ons artikel Do Learners Really Know Best? spreken Jeroen van Merriënboer en ik spottend van 'een nieuw soort ADHD'. Dat past ook bij het welhaast dwangmatig snel afgeleid zijn.
In 2009 lieten Ophir, Nass, en Wagner zien dat studenten van Stanford die veel zeiden te multitasken, niet (meer) in staat waren om irrelevante stimuli te weren of onderdrukken. Veel onderzoek laat ook een sterk verband zien tussen multitasken tijdens het leren en slechtere leerresultaten. Overigens is multitasken een hardnekkige mythe. Mensen kunnen weliswaar schakelen van de ene taak naar de andere, maar kunnen geen twee of meer cognitieve processen tegelijk uitvoeren. Dit schakelen levert blijkbaar niet alleen tijd- en accuratesseverlies op, maar ook het vermogen om afleiding te negeren.
Ten slotte de verslaving. Loh en Kanai stellen dat internet gebruikers 'conditioneert' op een manier zoals behaviorist Skinner dit zou voorschijven, namelijk via onregelmatige beloning. De beloning is onvoorspelbaar qua ritme (zoals bij Facebooklikes en YouTubeviews) en qua omvang en kwaliteit. Dit leidt alleen maar tot meer internetverslavingsgedrag. Zoals een drugsverslaafde hunkert de internetverslaafde naar onmiddellijke beloning die leidt tot nog meer internetgebruik, ook al kent de verslaafde de nadelen daarvan. Dit is ook te zien op hersenscans: neuronetwerken die verantwoordelijk zijn voor zelfbeheersing en verwerking van beloningen maken veranderingen door.
Misschien is het dus echt zo dat 'deze generatie onmogelijk kan excelleren in het huidige onderwijs'. Niet omdat de onderwijsaanpak achterhaald is, maar door veranderingen in hun hersenen die het diepe leren tegenhouden.
Bronnen
Carr, N. (2011). The shallows: what the Internet is doing to our brains. New York, NY: WW Norton.
Kirschner, P. A., & van Merriënboer, J. J. G. (2013). Do learners really know best? Urban legends in education. Educational Psychologist, 48(3), 1-15.
Loh, K. K. & Kanai, R. (2015). How has the Internet reshaped human cognition? The Neuroscientist, online first, 1-15.
Ophir, E., Nass, C. I., & Wagner, A. D. (2009). Cognitive control in media multitaskers, Proceedings of the National Academy of Science of the United States of America, 106, 15583–15587.
Prensky, M. (2001). Digital natives, digital immigrants. On the Horizon (NCB University Press, Vol. 9 No. 5, October 2001).
Sparrow, B., Liu, J., & Wegner, D. M. (2011). Google effects on memory: Cognitive consequences of having information at our fingertips. Science, 333(6043), 776-778.
Veen, W. (2006). Homo Zappiens. Retrieved March 16, 2011 from http://www.hansonexperience.com/blog/2006/12/slides_van_de_p.html
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven