Een brief van de minister over dit onderwerp trok al enige aandacht, maar haar uitlatingen in een interview ontstaken een veenbrandje. Alle media hadden het minstens anderhalve dag over de relatie tussen ouders en de school en het twittergeteutel hield nog langer aan. Het pleit voor de minister dat ze het niet bij woorden alleen laat. De extra 100 miljoen die naar de grotere gemeenten gaat voor voorschoolse en vroegschoolse educatie en extra leertijd mag mede worden besteed aan het thema ouderbetrokkenheid. Hieronder vallen ook programma’s om kinderen thuis te stimuleren, volgens onderzoek de beste manier om de ontwikkeling van kinderen op een hoger plan te brengen. In het verleden zijn hiervoor in Nederland enkele uitstekende programma’s ontwikkeld, zoals Boekenpret, Opstap, Opstapje en Overstap. Die hebben zich nu al jarenlang zonder steun van de landelijke overheid op een bescheiden niveau gehandhaafd. Er was geen geld voor onderhoud of actualisering: ze zitten dus wel onder een dikke laag stof. Mogelijk kunnen ze worden opgepoetst en geactualiseerd of kan er gewoon een nieuw en eigentijdse aanpak worden ontwikkeld. Tot zover goed nieuws dus.
Iets anders is de dikke laag van suikerstroop die voortdurend over het onderwerp ouderbetrokkenheid wordt uitgestrooid. Ouders en de school, dat gaat volgens de vaak uit het welzijnswerk afkomstige auteurs over partnerschap, samenwerken, elkaar helpen, de school als gemeenschap van elkaars hand vasthoudende gelijkgezinden. Zoet is goed, is de boodschap. Iedere leerkracht en iedere ouder weet echter dat de relatie tussen ouders en de school helemaal niet suikerzoet is. Leerkrachten moeten zich inhouden om overdadig pamperende ouders of ouders met overspannen ideeën over de kwaliteiten van hun kind niet achter het behang te plakken. En ouders ergeren zich nogal eens groen aan de slechte communicatie of de ongeïnteresseerde houding van de school als zij ergens mee zitten. Bovendien zijn ouders het onderling bepaald niet altijd eens. Elke ouder kijkt naar zijn eigen kind en meestal niet verder. Het zijn dus vaak tegengestelde belangen en uiteenlopende opvattingen die de verhouding tussen ouders en school bepalen. En dat is heel normaal en maar goed ook. Jammer is dat de tegenstellingen vaak worden weggemoffeld en niet uitgesproken.
De verhouding tussen ouders en school zou opknappen als er eerst eens een stevig robbertje zou worden gevochten tussen beide. Dat klaart de lucht. Je zou als school bijvoorbeeld drie ouderbijeenkomsten kunnen beleggen. De eerste gaat dan over wat ons scheidt, de tweede over wat ons bindt en de derde over hoe nu verder. Eerst maar eens alle pijnpunten bespreekbaar maken, en dan kijken wat je samen kunt doen.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven