Een cultureel Waterloo

Tekst Martin Bootsma
Gepubliceerd op 05-12-2023
Martin Bootsma - De leraar moet de aanraakbaarheid van onze prachtige, waardevolle maar o zo weerloze culture erfenis tot stand brengen. Het is van groot maatschappelijk belang, schrijft Martin Bootsma.  

Martin Bootsma - Op onze school is in groep 6 een les leesonderwijs gefilmd. In de les worden twee teksten gelezen over het Rampjaar 1672. Ik gebruik die film weleens in trainingen die ik aan schoolteams geef over leesonderwijs. Na het bekijken van de film voeren we een gesprek. Dit gesprek gaat behalve over de opbouw van de les, ook over het onderwerp dat erin behandeld wordt. Leraren vragen zich namelijk af of het onderwerp van de les niet willekeurig is gekozen. Dat is niet zo. In de kerndoelen voor het basisonderwijs staat dat leerlingen leren over de kenmerkende aspecten van de tien tijdvakken waarin we onze geschiedenis hebben ingedeeld. Een van de tijdvakken is Tijd van Regenten en Vorsten, de periode die we ook wel de Gouden Eeuw noemen. De Republiek der Zeven Verenigde Provinciën nam toen een bijzondere positie in Europa in. Om ons heen waren absolute vorsten aan de macht, zoals Lodewijk XIV in Frankrijk, terwijl wij als republiek het zonder almachtig staatshoofd deden. Lodewijk keek met afgunst naar de macht en rijkdom van het land in de delta van de Rijn, Maas en Schelde. In 1672 werd de Republiek van verschillende kanten aangevallen. Het spande erom, maar de Hollandse Waterlinie dwarsboomde uiteindelijk de opmars van soldaten uit Münster, Keulen en Frankrijk naar de steden Den Haag en Amsterdam. Wel sloeg paniek toe en werd er gezocht naar zondebokken voor de ramp die zich voltrok. De gebroeders Cornelis en Johannes de Witt, laatstgenoemde was raadspensionaris, werden door een woeste meute als schuldigen aangewezen en niet veel later gelyncht en naakt ophangen op een Haags plein. Aan de gebeurtenissen hebben we een bekend gezegde overgehouden: Het volk was redeloos, de regering was radeloos en het land reddeloos. Vroeger kenden leraren en hun leerlingen deze gevleugelde uitspraak. Zoals ze ook wisten wat er in 1672 in de Republiek gebeurde. Tegenwoordig kennen maar weinig leraren het gezegde en maken ze er een punt van dat dit onderwerp wordt behandeld. Dat is, ik herhaal het nogmaals, vreemd, omdat het Rampjaar 1672 tot de leerlijnen behoort. 

De moord op de gebroeders De Witt

Nu kan ik me voorstellen dat leraren kennis over het Rampjaar niet direct paraat hebben. Laatst zijn enkele canonvensters gewijzigd en we kijken nu over de schouder van Maria van Bourgondië haar wereld in, terwijl het venster van Floris V is gesloten. Dat betekent voor mij, wanneer de late middeleeuwen worden behandeld, dat ik me verdiep in leven en werk van eerstgenoemde, omdat deze kennis in de loop der jaren is weggezakt. Ze heeft een plek binnen het tijdvak Tijd van Steden en Staten en daar is een handig naslagwerk over verschenen dat ik in dit geval ter hand neem.

Maar het opzoeken van deze kennis is niet het probleem. Het is eerder zo, dat deze kennis niet wordt aangeboden en dat huidige leraren als leerling deze kennis dan ook niet of nauwelijks aangeboden hebben gekregen. Het ontbeert hen aan kennis over de kenmerkende aspecten van de tijdvakken. Leraren hebben, zo is mijn ervaring, een gebrek aan basiskennis over een flink aantal onderwerpen en dan is kennisopbouw over zaken die onderwezen moeten worden een lastige kluif. Ik zal een tweede voorbeeld geven van dit gebrek aan kennis bij leraren. In mijn training gebruik ik onderstaand gedicht van Willem Wilmink.

 

Haast elke klas heeft een Napoleon.
Hij is meestal wat ouder dan de rest.
De anderen moeten doen wat hij verzon,
en hij bedisselt wie er wordt gepest.
 
Elke Napoleon heeft een Waterloo.
Er komt een dag, dan valt hij door de mand,
en je krijgt bijna medelijden,
zo eenzaam als hij daar staat,
en zo onthand.

 

Ik vraag de deelnemers zo uitgebreid mogelijk te noteren welke kennis voor het begrijpen en waarderen van het gedicht belangrijk is. Regelmatig blijven blaadjes leeg. Of er staat: ‘Je moet iets weten over Napoleon.’ Ik sta daar als collega dan wat eenzaam en wellicht ook wat

Want: waar te beginnen? Als ik vraag wat je dan over Napoleon moet weten, blijft het vaak stil.

Ik neem dit leraren niet kwalijk. Velen van hen zijn opgeleid in de kennisarmoede die het onderwijs al jaren kenmerkt. Het idee dat je kennis in ons digitale tijdperk eenvoudig kunt opzoeken en dat het aanleren dus niet nodig is, heeft nogal stevig postgevat. Op diverse opleidingen die toeleiden naar het beroep van leraar gaan competenties en reflectie boven kennis. Als je als aankomend leraar op de middelbare school een vak als geschiedenis of aardrijkskunde niet in je vakkenpakket hebt gehad, dan gaapt er na je opleiding een kloof tussen wat je weet en wat je zou moeten onderwijzen. Die kloof wordt vaak gelaten voor wat het is; op veel plekken in het basisonderwijs is ervoor gekozen weinig kennis over te dragen. Kennisrijk onderwijs heeft, zo ben ik bang, zijn Waterloo gevonden en dichters als Wilmink zullen in de toekomst niet meer worden gelezen, laat staan begrepen.

Dat is niet alleen zorgelijk als je redeneert vanuit burgerschap of vanuit leesbegrip (‘kennis is oorzaak, gevolg en voorspeller van begrijpend lezen‘), maar ook verdraaid jammer vanuit cultureel oogpunt. Je mist namelijk veel van de (culturele) schoonheid van de wereld om ons heen als je weinig kennis hebt. De foto hieronder van kunstenaar van Yves Klein krijgt meer diepgang – pun intended – als je de mythe van Daedalus en zijn zoon Icarus kent.

Ik geniet altijd van de fietser op deze foto, omdat hij me doet denken aan de ploegende boer op het schilderij van Pieter Brueghel de Oude uit de 16e eeuw, die totaal geen oog heeft voor Icarus’ val.

Landschap met de val van Icarus

Maar kennis van oude culturen en van oude verhalen wordt ook gebruikt om hedendaagse conflicten inzichtelijk te maken of te bespreken. Kijk maar naar deze cartoon over het conflict in het Midden-Oosten uit De Groene Amsterdammer van november 2023.

Een beeld dat ook gebruikt wordt in een videoclip bij het nummer Stone van de Amerikaanse grungeband Alice in Chains.

Nu is een klaagzang over het gebrek aan (culturele) kennis niet nieuw. In 1988 verscheen een lezing van Karel van het Reve, getiteld Zie ook onder Mozes, in boekvorm. In deze lezing beschrijft Van het Reve een idee dat hij eens met studenten besprak. Ze zouden gezamenlijk een boek schrijven ‘dat een opsomming zou bevatten van alle dingen die je moet weten om voor een geletterd persoon door te gaan. Dat boek zou in hoofdstukken verdeeld moeten zijn, zoals aardrijkskunde, schilderkunst, geschiedenis, literatuur, biologie, astronomie, natuurkunde, techniek, scheikunde, boekhouden, politiek, godsdienst, muziek.’ Van het Reve klaagde erover dat veel van zijn studenten – hij doceerde Russische taal- en letterkunde aan de universiteit van Leiden – een beperkte algemene kennis hadden. Van het Reve bouwde met dit idee voort op werk van Donald Hirsch over culturele geletterdheid. Deze Amerikaan publiceerde in 1987 het boek Cultural Literary. What every American needs to know. Achterin zijn boek nam Hirsch een lijst met 5000 in zijn ogen essentiële namen, gezegden, data en begrippen op; zaken die elke Amerikaan zou moeten kennen. Napoleon Bonaparte, de Slag bij Waterloo (1815), Icarus en Sisyphus vind je in deze lijst, net als Pieter Brueghel de Oude.

Er is naar aanleiding van de publicatie van Hirsch en een boek van Allan Bloom (The closing of the American mind) in Nederland in 1988 een symposium georganiseerd over culturele geletterdheid. Dit resulteerde in een publicatie van H.C. Cassee en D. J. van der Kaa (Cultureel alfa-bètisme in Nederland). Weer later verscheen onder redactie van Dolph Kohnstam en Elly Cassee Het cultureel woordenboek. Ik bezit de vierde druk en daarin worden Napoleon Bonaparte, de Slag bij Waterloo (1815), Icarus, Sisyphus en Pieter Brueghel de Oude genoemd. Vanaf 2009 is er bij het boek een website, die ondertussen meer dan 9500 woorden en begrippen telt. Op de site wordt Yves Klein genoemd.

Culturele geletterdheid zou een van de uitkomsten van ons funderend onderwijs moeten zijn. Als we leerlingen weinig bijbrengen en meegeven van de kunst, verhalen, thema’s en gebeurtenissen uit de afgelopen millennia, dan raken we het contact met onze verre voorouders kwijt en begrijpen we ook minder het belang van onze staatsinrichting en de culturele uitingen die we koesteren. Dat veel leraren weinig kennis van ons verleden hebben en wellicht ook niet de verhalen kennen die we al zo lang met ons meedragen is een probleem. Een ander probleem is dat ze wellicht niet inzien hoe belangrijk die kennis is om in een complexe samenleving als de onze met elkaar te kunnen samenleven en op school met en van elkaar te kunnen leren. Iemand moet ze dat vertellen. Wellicht kunnen we vanuit de inhoud van het onderwijs wat strenger en duidelijker zijn als het gaat om culturele geletterdheid. Nu gooien we onze geschiedenis en onze culturele erfenis te grabbel door de vrijblijvendheid die zo kenmerkend is voor het leerplan van de zaakvakken. De overheid mag hierin, vanuit het gehamer van de regering op burgerschap, best wat duidelijker en voorwaardelijker zijn.

Ik sluit af met een gedicht van Lucebert (1924-1994), een dichter die we langzaam aan het vergeten zijn, maar die gelukkig wel in het cultureel woordenboek is opgenomen.

 

De zeer oude zingt:

er is niet meer bij weinig
noch is er minder
nog is onzeker wat er was
wat wordt wordt willoos
eerst als het is is het ernst
het herinnert zich heilloos
en blijft ijlings

alles van waarde is weerloos
wordt van aanraakbaarheid rijk
en aan alles gelijk

als het hart van de tijd
als het hart van de tijd

Café trefpunt te Gent 

De leraar moet de aanraakbaarheid van onze prachtige, waardevolle maar o zo weerloze culture erfenis tot stand brengen. Het is van groot maatschappelijk belang.

 

Deze blog werd eerder hier geplaatst.

Verder lezen

1 Spieken bij de Alan Turing
2 Kruimels
3 Eindtoets ongeschikt om leesvaardigheid te toetsen
4 Webinar diep lezen
5 Samen gaan voor goed onderwijs

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent