Ik, een docentenopleider zonder enige ervaring voor de klas….

Tekst Amber Walraven
Gepubliceerd op 12-09-2016
Amber Walraven - Dit ben ik, dit zijn mijn twijfels, zo denk ik er over, zo probeer ik mezelf te verbeteren.

Ongeveer 2 maanden voor de  start van mijn vakantie las ik een blog van Carl Hendrick: ‘Should teachers be told how to teach by those who’ve never been teachers themselves?’ Als lerarenopleider zonder zelf een bevoegdheid voor of ervaring in het voortgezet onderwijs te hebben, was ik een beetje bang om het te lezen. De titel leek een retorische vraag en bovendien denk ik dit soms zelf ook….

Hendrick gebruikt de definitie van ‘tacit knowledge’ van Michael Polany als onderbouwing van zijn punt. Tacit knowledge is volgens Polany alles waarvan we weten hoe we het moeten doen, maar waarvan we niet expliciet kunnen uitleggen hoe we het moeten doen. In mijn eerste college aan het nieuwe septembercohort dit jaar gebruikte ik autorijden als voorbeeld, het is erg lastig om precies uit te leggen hoe je autorijdt, je moet dat vooral doen en voelen (nu achteraf sla ik mezelf voor mijn kop dat ik de voorbeelden van Hendrick niet gebruikte… ik zal ze verwerken in het komende college, waar we het ook over tacit knowledge gaan hebben J). Anyway, lesgeven is bij uitstek een domein waarin tacit knowledge een rol speelt. Voorbeelden vanHendrick zijn weten hoe je een vraag precies zo moet formuleren in een bepaalde klas of weten hoe een zekere leerling reageert op bepaalde feedback. Deze kennis is moeilijk te definiëren, laat staan te leren aan iemand anders. Vaak is wat docenten precies doen onzichtbaar voor henzelf en al helemaal voor een ongetraind oog, zoals dat van een docent in opleiding.

En toch is het zichtbaar maken en kijken naar die tacit knowledge precies wat ik mijn studenten heb gevraagd tijdens hun eerste weken in de opleiding. Observeer en bespreek. Help je werkplekbegeleider (stagebegeleider) om zijn tacit knowledge expliciet te maken. Observeer en bespreek. Stel vragen op basis van concreet geobserveerd docentgedrag en vraag waarom hij precies dat op dat moment deed. Observeer en bespreek. Neem je observaties en de reacties van je begeleider op je vragen mee naar mijn college en deel daar je observaties en resultaten. Kunnen we samen proberen alle verzamelde impliciete kennis expliciet te maken, het te combineren met of relateren aan theorie, je eigen ervaringen voor de klas daar gedurende de opleiding aan toevoegen en het zo omzetten in JOUW tacit knowledge?

In mijn visie is dit dus wat er gebeurt tijdens de opleiding, of in elk geval streef ik daar naar in mijn colleges. Ik dicteer of oreer geen theoretische  kennis om dan te verwachten dat mijn studenten dat tot docenten maakt. Ik focus erg op die tacit knowledge en moedig ze aan om daar zo veel mogelijk van ‘binnen te krijgen’. Ik zie het als mijn taak om de studenten te helpen bij het expliciet maken van de tacit knowledge van hun begeleider en collega’s. En ja, ook zonder een bevoegdheid vind ik dat ik mijn studenten daarmee kan helpen. Niet omdat ik zelf die tacit knowledge heb, maar omdat ik weet dat observeren niet makkelijk is (maar kan helpen bij het leren observeren), goede vragen stellen ook niet, alsmede het ter discussie stellen van gedrag van een docent (ook hierbij kan ik helpen) en omdat ik weet dat je geen genoeg moet nemen met het antwoord ‘zo doe ik het nu eenmaal’. Op zijn allerminst kan ik een omgeving creëren waarin de mogelijkheid bestaat tot delen en interpreteren van ervaringen.

Ik zie het ook als mijn taak om studenten te helpen om hun observaties te verbinden met theorie. Ja, ik vind dat naast veel praktijkwijsheid, docenten een solide theoretische basis nodig hebben. Ik hoorde Ton van Haperen ooit zeggen: Leraar is een ambacht en je moet het leren. En je op de hoogte te stellen van wat we daarover weten. En bij dat laatste kan ik helpen, ik kan de theorie aanreiken en duiden (voor het kennen van de theorie heb je geen bevoegdheid nodig, en ik vind  mijn onderwijskundeopleiding en het feit dat ik zelf de literatuur bijhoud een goede basis). Ik kan mijn studenten helpen de relatie tussen hun observaties en theorie te zien. En vervolgens help ik ze (als ze zelf meerdere lessen hebben gegeven) dit alles dan ook weer te koppelen aan hun eigen ervaringen als docent.

Dus, nee, ik VERTEL mijn studenten niet hoe ze moeten lesgeven, ik HELP mijn studenten de docenten te worden die ze willen zijn door misschien wel de puntjes te verbinden. Door te kijken, te bevragen, ze te helpen te experimenteren, te discussiëren en ze te laten groeien. Daarnaast ben ik op het instituut onderdeel van een team rondom de student, en dat team bestaat naast mij uit opleiders die jaren voor de klas hebben gestaan of nog steeds staan. En natuurlijk hebben de studenten een werkplekbegeleider op de school waar ze stagelopen die hen begeleid en alles over het vak laat zien en laat ervaren. Maar, ook al heeft deze werkplekbegeleider een bevoegdheid, ook hij kan en mag de studenten niet VERTELLEN hoe ze moeten lesgeven. Hij deelt zijn kennis, maar nooit met het idee dat de student precies moet doen wat hij doet. Een veilige plek bieden om te kijken, experimenteren, discussiëren en groeien is ‘het enige’.

Dus waarom was ik nou bang om Carls blogpost te lezen? Omdat ik soms twijfel of mijn gebrek aan praktische ervaring mijn studenten beperkt. Natuurlijk, ik ga op schoolbezoek, doe praktijkgericht onderzoek en doe mijn best om zoveel mogelijk praktijkkennis op te doen, maar toch… Ik besloot daarom eerlijk te zijn tijdens het eerste college. Dit ben ik, dit zijn mijn twijfels, zo denk ik er over, zo probeer ik mezelf te verbeteren, en dit zijn de dingen waar ik goed in ben. Ik ben er van overtuigd dat we een mooi jaar gaan hebben: WE GAAN HET SAMEN DOEN!

Tekst Amber Walraven, universitair docent Radboud Docenten Academie, Nijmegen.

 

Verder lezen

1 TALENTontwikkeling
2 TALENTontwikkeling 2
3 TALENTontwikkeling 3
4 TALENTontwikkeling 4
5 TALENTontwikkeling 5

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent