Onderzoek

Zet lesgeven voorop

Tekst Klaas van Veen m.m.v. Monique Marreveld
Gepubliceerd op 03-03-2020 Gewijzigd op 28-01-2021
Beeld Shutterstock
Op 4 februari werd Leraar: een professie met perspectief gelanceerd, een drieluik waarin zestig auteurs carrièrepaden laten zien. Hoogleraar Klaas van Veen is lovend, maar: ‘Laten we het vooral vanuit het lesgeven blijven doordenken.’

Het driedelige Leraar: een professie met perspectief biedt volop voer voor discussie. Het toont een rijke schakering aan ontwikkel- en loopbaanmogelijkheden. Maar de vraag is of sommige auteurs met hun bijdragen de kern van het beroep niet tekort doen. Hoelang hebben ze al niet meer voor de klas gestaan? Zijn ze niet gewoon – net als een vriend van mij die laatst weer ging lesgeven en behoorlijk schrok van de praktijk – vergeten hoe een klas ruikt en voelt? En klopt hun veronderstelling wel dat ontwikkel- en loopbaanmogelijkheden kunnen bijdragen aan een aantrekkelijker beroep, waarin leraren gedurende langere tijd hun passie en energie voor het leraarschap vasthouden? Misschien geldt dit voor degenen die al jaren in het onderwijs werken en iets anders willen. Voor degenen die leraar zouden willen worden, maakt juist lesgeven het beroep aantrekkelijk.


 

Spannend vak

Het draait in het onderwijs om goed lesgeven en de randvoorwaarden die dat mogelijk maken. Het beroep wordt niet per definitie aantrekkelijker door te focussen op carrièremogelijkheden buiten de klas. De ‘buitenwereld’ is – net als in andere beroepen – niet waar het voor de meeste leraren om gaat.
Neem een longchirurg, die tijdens zijn studie geneeskunde ontdekt dat reflecteren en communiceren niet zijn forte zijn. Liever neemt hij snel beslissingen en handelt hij. Juist dat maakt hem geschikt om te snijden. Ook hij zal zijn baan op de lange termijn niet leuker vinden als die (op aangeven van leidinggevenden en beleidsmakers) verbreed wordt, bijvoorbeeld door hem coachingsgesprekken te laten voeren met medewerkers of patiënten. Wat maakt dat hij toch gepassioneerd blijft voor het snijden? De complexiteit van de operaties, dát maakt zijn vak spannend. En daar is niets ‘beperkts’ aan. Waar die longchirurg last van heeft? De toenemende administratie, de verantwoordingsplicht en andere randvoorwaarden.


 

Drie verbeteringen

De parallel zal duidelijk zijn. Lesgeven is de kern en eenmaal aan de slag moet een leraar daarvoor uitgedaagd blijven en niet te veel lastiggevallen worden met randzaken. Hij heeft vooral tijd en ruimte nodig voor het lesgeven, geen andere taken. Concreet zou het leraarsberoep aantrekkelijker worden met:
1. Kleinere klassen, van onder de twintig leerlingen. Want wie kan er dertig leerlingen individueel begeleiden in vijftig minuten?
2. Minder lessen, bijvoorbeeld maximaal vijftien uur per week in het vo. Want wie slaat er na vijf uur lesgeven nog een (cursus)boek open? Denk aan de trillende hand bij een vermoeide chirurg: wanneer gebeurt zoiets bij leraren?
3. Structureel tijd per week om gezamenlijk het eigen onderwijs te ontwikkelen, bij te houden, het curriculum regelmatig opnieuw te doordenken (zoals Curriculum.nu beoogt) en het leren van leerlingen te analyseren, kortom inhoudelijk met het werk bezig zijn. Denk aan Finland, waar leerlingen om één uur naar huis gaan.


Lesgeven is een kick

Iedereen die voor de klas staat, weet: lesgeven is een kick. De hectiek, het drama, de geur, de dynamiek, de spanning dat het elke dag anders is. Het is bijdragen aan wie kinderen en jongeren zijn en worden, iets betekenen voor een ander en ervan genieten als die ander door jouw toedoen iets snapt. Het is ook een intellectueel beroep, waar je hard moet nadenken hoe je die leerlingen optimaal laat leren. Allemaal zaken die wel in het beroepsbeeld zitten dat Leraar beschrijft, maar nog te weinig expliciet.
Deze omschrijving van de kick van lesgeven hoor je niet zo vaak. De correcte definitie van lesgeven – ‘het organiseren en begeleiden van het leren van leerlingen’ – beschrijft niet waar leraren het voor doen en het maakt het niet meteen aantrekkelijk voor jongeren. Wie komt daar zijn bed voor uit?
Het werkelijke probleem van het Nederlandse onderwijs zit hem niet in de beperkingen van het leraarsberoep, maar in de randvoorwaarden: er is te weinig professionele autonomie, te weinig structurele tijd om aan het lesgeven te werken, een te lage beloning in bepaalde sectoren en leraren hebben te veel last van randzaken. Ambitieuze en capabele jongeren peinzen er niet over om leraar te worden, terwijl het juist een geweldig beroep is.
Het meest frustrerende is dat de politieke wil ontbreekt om dit eens en voor altijd op te lossen. Leraren in het po bijvoorbeeld zijn geen leraar geworden vanwege het salaris, maar het is absurd dat hun salarissen nog niet gelijk zijn getrokken met het vo.

 

Driedelig boek 


In Leraar: een professie met perspectief verkennen zestig auteurs in dertig hoofdstukken (drie delen) wat er bekend is uit onderzoek naar de loopbaanontwikkeling van leraren. Hoe kun je je werk betekenisvol houden, voor jezelf en voor je leerlingen? Het drieluik besteedt uitgebreid aandacht aan loopbaanperspectieven binnen de sector en buiten de sector (methodeontwikkelaar, educatief werker of nog heel andere beroepen) en in de klas (door met collega’s bijvoorbeeld lessen te ontwikkelen), maar ook buiten de klas (zoals manager of coach).

We geven drie setjes van drie boeken weg: ga naar https://didactiefonline.nl/winnen


 

Wacht niet op de minister

Wie het beroep echt aantrekkelijker wil maken, moet vanuit de kern van het lesgeven terugredeneren naar hoe het werk en het leren idealiter worden georganiseerd. Wat is daarvoor nodig? De huidige klasgrootte, het aantal lesuren en aantal uren lestijd zijn nauwelijks gebaseerd op dit soort onderwijskundige overwegingen.
Hierbij moeten we niet wachten op de minister of de politiek, want daar lijkt een visie hierop te ontbreken, of in ieder geval het lef en de wil. Sowieso ligt de werkelijke macht bij de schoolbestuurders, van wie het imago de laatste jaren niet zo goed was. Bij hen ligt de grote kans om dit alles te verbeteren: organiseer het lesgeven op jullie scholen revolutionair anders. De noodzaak is hoog: de bonte verzameling aan beleidsinitiatieven van de afgelopen twintig jaar hebben niet geleid tot een verbetering van de aantrekkelijkheid van het beroep, de oplossing van de lerarentekorten, een lagere werkdruk of meer werkplezier, integendeel. Creëer daarom die ruimte voor lesgeven, maak daarmee het beroep aantrekkelijk op jullie eigen scholen en daag je leraren intellectueel uit.


Klaas van Veen is hoogleraar Onderwijskunde en directeur van de lerarenopleiding aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Lees hier en hier meer over een aantrekkelijk beroep. 

 

Dit artikel verscheen in Didactief, maart 2020. 


 

Verder lezen

1 Leraar: een professie met perspectief
2 Ruim baan voor de loopbaan van leraren
3 Revolutionair appèl uit onverwachte hoek
4 Observatie en reflectie in tijden van corona

Click here to revoke the Cookie consent