Interview

Lef en liefde voor 4-18

Tekst Monique Marreveld
Gepubliceerd op 27-01-2022 Gewijzigd op 02-02-2022
Camyre de Adelhart Toorop is bezig aan haar vijfde jaar op Spring High, de school voor po en vo in Amsterdam Nieuw-West die zij oprichtte. Kinderen kunnen er terecht vanaf 10 jaar. Als ze het motto van haar geesteskind zou moeten samenvatten? Lef en liefde, lef om onderwijs anders te organiseren en liefde voor (gelijke kansen voor alle) kinderen.

 

PTA in 1 jaar

Bij Spring High zitten leerlingen op leerpleinen van circa 50 leerlingen met 3 leraren: groep 7 en 8 samen met klas 1, dan 2 en 3 mavo/havo/vwo bij elkaar, een leerplein bovenbouw met 4, 5 en 6 en een examenleerplein voor 4 mavo, 5 havo en 6 vwo.

Vanaf de eindtermen eindexamen 6 vwo zijn alle leerdoelen vertaald naar tussendoelen tot en met groep 7, voor elk vak, en binnen elk vak weer in leerlijnen op elk niveau. De leerdoelen staan allemaal op leskaarten in een website. Een leerling ziet zo helder voor zich wat hij moet kunnen, zijn eigen leerdoelen. De hele onderbouw is ingericht op leren zelfstandig werken. ‘Dat klassikale, dat de docent bepaalt wat er gebeurt, bestaat eigenlijk niet meer bij ons’, zegt De Adelhart Toorop.

Vakdocenten geven ’s ochtends instructie op niveau aan groepjes van maximaal 10/15 kinderen. De een heeft een bevoegdheid PO, de ander een eerste- of tweedegraads, er zijn veel dubbele en eerstegraads bevoegdheden. Salarisverschillen zijn er, afhankelijk van of je in dienst bent van het PO- of het VO-bestuur die samen Spring High runnen. De Adelhart Toorop heft haar handen in de lucht: ‘Het is oneerlijk, het is pech, maar ik kan er niks aan doen.’ Het team probeert elkaar onderling wel te matsen in zaken als extra CAO-verlof. ‘We werken allemaal keihard, dus we proberen de zaak zo wat te verzachten.’

Het vo was niet iets om naar uit te kijken toen haar zoon nog op een ‘gemengde’ basisschool zat. ‘Ik  dacht: het is toch gek dat we tegen kinderen van twaalf zeggen: “Dit zijn jullie Cito’s, jij gaat nu naar de havo, je vriendje gaat naar de  mavo en die ander naar dat witte vwo. En jullie komen mekaar nooit meer tegen.” Dat kan toch niet?!’ Ze hoopt en denkt dat het voor de meeste leerlingen op Spring High anders voelt. Kinderen kunnen er langer samen blijven, wat haar betreft tot en met het eindexamen vmbo, havo of vwo, ‘ongeacht waar ze vandaan komen, ongeacht het opleidingsniveau van hun ouders.’ Zittenblijven bestaat er niet, alle kinderen krijgen les op hun eigen niveau. Funderend onderwijs (FO) van vier tot 18 jaar, en directeur De Adelhart Toorop zou het liefst landelijk ingevoerd zien, in plaats van ons huidige po- en een vo-stelsel.

Tienerschool

Een tienerschool is Spring High nadrukkelijk niet (al zitten er nu nog alleen kinderen vanaf tien jaar), zegt directeur De Adelhart Toorop. ‘Wat ik daar op tegen heb, is dat als je kinderen in groep 5 po vraagt: kom naar mijn “tienerschool”. Welke kinderen komen er dan? Kinderen die het niet prettig hebben op school, waarvan de juf het niet prettig vindt dat ze op school zitten, die niet mee kunnen komen of die juist heel erg ver zijn… Maar niet de gemiddelde leerling, want die zit best lekker op zijn plek.’

Uit de nieuwe onderzoeksrapportage naar de pilot met 10-14-scholen blijkt dat de diagnose van De Adelhart Toorop in ieder geval voor een deel van deze scholen opgaat. Ze bleken ongewild relatief veel zorgleerlingen aan te trekken en daardoor in zwaar weer te komen.

Maar het hele concept vindt De Adelhart pedagogisch onhandig. ‘Want dan komt die specifieke populatie naar jouw school en zeg je na vier jaar wéér: hup, verkassen. Denk maar eens na, als jij om de vier jaar van baan verandert, dat doet wat met je! Laat staan met die jonge kinderen! 10-14 onderwijs is een mooi vliegwiel geweest om iets te doen aan het selectiemoment, maar het is niet de oplossing voor een slecht functionerend po/vo-stelsel. We moeten toe naar Funderend Onderwijs, van 4-18 jaar.’

Lees hier meer over tienerscholen.

 

FO is een tegengif tegen segregatie, hoopt ze, en bevorderlijk voor kansengelijkheid. Want hoewel sommigen zeggen dat kansenongelijkheid een politiek frame is en het aantal stijgers op de sociale ladder via de route vmbo/mbo toeneemt, ziet De Adelhart Toorop ook veel kinderen die het niet halen: ‘Kansenongelijkheid is een realiteit omdat je met bijles je diploma kan “kopen”. Zeker in een stad als Amsterdam waar je van school moet als je 1 havo/vwo niet haalt. Amsterdam heeft veel categorale scholen en dan is het na klas 1 meteen weg. Op veel scholengemeenschappen is het vaak zo dat als je je niveau niet redt in de eerste, je in de tweede naar een “lager” niveau moet. Dat heeft alles te maken met de inspectiekaders, rendementen en doorstroomcijfers. Maar dát is kansenongelijkheid, want als mijn kind in de eerste dreigt te blijven zitten, pomp ik hem vol met bijles. Ik kan het betalen. Maar niet iedereen krijgt dat extra zetje.’

 

Psychische hongersnood

Er werken veel leraren op Spring High die het elders vonden knellen, net als De Adelhart Toorop (zelf lerares Nederlands – ‘die eindexamens…we doen het ermee maar ze zijn verschrikkelijk omdat ze zo weinig zeggen over het echte tekstbegrip’). De huidige coronacrisis verscherpt de problemen in het onderwijs nog eens. Met verbazing: ‘We zitten al twee jaar in een crisissituatie en het systeem draait maar door alsof er niks aan de hand is… Kinderen lopen achterstanden op, maar toetsen blijven belangrijk. Dit zou toch juist een moment moeten zijn om te denken: wat hebben kinderen en jongeren echt nodig?’

Psycholoog Steven Pont spreekt van een psychologische hongersnood onder kinderen tijdens corona. Een diagnose die De Adelhart Toorop onderschrijft. ‘Depressiviteit onder kinderen neemt toe, grilligheid en agressiviteit groeien; de hele maatschappij is een beetje bozig, een beetje verdrietig. Leerlingen moeten hiermee leren omgaan, in plaats van alleen maar te leren voor dat diploma. Wij proberen dat te doen, ook al voor corona: school is zoveel meer dan kennis alleen.’

Daar is ook ruimte voor, zegt ze, voor wie het geduld en de aandacht kan opbrengen. ‘Met name bij jongens in de puberteit zijn hun vrienden veel belangrijker dan wat wij ze te bieden hebben. Kennis is belangrijk, maar die moeten we op een ander moment en op een andere manier ruimte geven. Laat leerlingen eerst zichzelf ontwikkelen en groeien, mede aan de hand van de dingen die je op school met ze doet. Wij starten elke dag in de kring en praten veel met ze, over thuis, hobby’s, de actualiteit. Als ze 15 zijn, maken ze dan meestal een groeispurt en kan je een kennisstoot geven. Eerder kan soms ook, kijk wat iemand nodig heeft. Probeer leerlingen echt te zien en te erkennen. Als je dat doet, gaan ze uiteindelijk snappen dat ze moeten leren voor zichzelf in plaats van voor jou of de leerplichtambtenaar. En als ze dat inzien, kunnen ze heel veel kennis verstouwen in tien maanden.’ Laconiek voegt ze er aan toe: ‘Het hele PTA zit bij ons in het laatste jaar.’

 

Roostervrij

‘In veel vo-scholen is het rooster leidend: “als we het roostertechnisch  niet voor elkaar krijgen, dan kan het niet”. De jaarplanning moet van te voren helemaal strak ingevuld zijn, iets spontaans kan niet, “want het stond niet in de jaarplanning”. Dat maakt docenten tot niet-betrokken uitvoerders, en het heeft niks met de leerling te maken. Wij doen dat anders’, aldus De Adelhart Toorop, directeur van Spring High. ‘Wij hebben geen lesurenrooster en op een leerplein staan altijd twee of meer docenten; de dagen worden in twee delen ingedeeld: begeleidend werken en zelfstandig werken. Die blokken en het samenvoegen van docenten geeft bijvoorbeeld ruimte om met leerlingen de school uit te gaan ook als dat niet van tevoren vaststond.’

 

Ook Spring High heeft zich te conformeren aan de eindexamens. Als docent vindt De Adelhart Toorop dat jammer. ‘Bij Nederlands doe ik in het schoolexamen (se, red.) spreekvaardigheid, weet je hoe gaaf die leerlingen dat vinden? Ze debatteren mij onder tafel, maar ik geef ze geen 9, want voor het centraal examen….Zo kan het soms gaan: het verschil tussen se en centraal examen mocht tot voor kort volgens de inspectiekaders niet meer dan een halve punt zijn dus je beoordeelt voorzichtig omdat je weet dat leerlingen bij het CE niet zo makkelijk hoog scoren; het is te zot voor woorden want het gaat om totaal andere vaardigheden.’ Een maatwerkdiploma  zou ze ook heel mooi vinden. ‘Als ik een bèta-nerd ben, wat maakt het dan uit als ik niet zo goed ben in Engels en Frans? Moet ik dat vak dan de hele tijd meeslepen? Ik heb zelf categoraal gymnasium gedaan zonder wiskunde en ik ben er ook gekomen.’

 

Luister ook naar deze podcast met Camyre de Adelhart-Toorop. 

 

Verder lezen

1 Als je ’t anders wilt

Click here to revoke the Cookie consent