Interview

Grip op diversiteit in grote stad

Tekst Elleke Bal
Gepubliceerd op 22-01-2019 Gewijzigd op 14-11-2019
Beeld Joost Bataille
In een nieuwe serie laten we leraren aan het woord over de rol van onderzoek in hun praktijk. Bart Joosse van de Amsterdamse Admiraal de Ruyterschool deed onderzoek naar omgaan met diversiteit. ‘Nu benadrukken we de verschillen niet meer.’

Op een koude winterochtend zit het tempo er in de Amsterdamse wijk de Baarsjes al goed in. Ongeduldig toeteren automobilisten zich door het verkeer, iedereen heeft haast. Een man in pak sjeest op een fiets met kinderzitje voorbij, de hoek om richting de Bestevaerstraat. Daar, ingeklemd tussen de gevels, is de Admiraal de Ruyterschool te vinden. Eenmaal binnen heerst er rust. Bart Joosse komt net aangelopen: ‘Welkom!’

Joosse is leerkracht van groep 3, maar iedere dinsdag is hij vrij geroosterd voor zijn taken als schoolopleider en onderzoekscoördinator. Dat onderzoek heeft als centraal thema omgaan met diversiteit. De Admiraal de Ruyterschool is een afspiegeling van deze dynamische stadswijk, vertelt Joosse. Hij heeft kinderen in de klas uit alle windstreken, van yuppen, vluchtelingen en expats. ‘Superdivers,’ noemt Joosse het. Het is een begrip van de Amerikaanse sociaal-antropoloog Steven Vertovec, in zwang geraakt omdat het de toenemende etnische en culturele diversiteit in steden goed omschrijft.


Plus- en stergroepen

Joosse gaat voor naar een kantoortje op de eerste verdieping, af en toe zwaait een van zijn leerlingen door het raam. De jonge leerkracht werkt hier nu vijf jaar. Hij liep hier al stage tijdens zijn opleiding aan de universitaire pabo in Amsterdam. Inmiddels coördineert hij vier onderzoeksgroepen, die zich onder meer bezighouden met thematisch leren en Positive Behavior Support (hoe leer je kinderen positief gedrag aan?). Dit zijn kleinschalige werkgroepen die met een concreet onderwerp aan de slag gaan, zoals een nieuwe zaakvakmethode of een nieuw rapport, vertelt Joosse. ‘Zo’n groep zet bijvoorbeeld op een rij wat er nodig is en wat er in de literatuur bekend is,’ zegt Joosse. ‘We gaan dus op een onderzoekende manier te werk als we een nieuwe werkwijze invoeren.’

Verder doet Joosse namens de school mee aan de Werkplaats Onderwijsonderzoek Amsterdam, onderdeel van een landelijk initiatief dat scholen aan kennisinstellingen koppelt om onderzoek en onderwijs met elkaar te verbinden. Zo’n zes keer per jaar komen deelnemers bij elkaar. Het centrale thema in Amsterdam is diversiteit, hierover kiezen alle scholen ieder jaar een eigen onderzoek. Ook heeft elke school een eigen onderzoeksbegeleider.

Afgelopen jaar stond het onderzoek aan de Admiraal de Ruyterschool in het teken van de niveaugroepen. Zo’n vijf jaar geleden werd op school geconstateerd dat meervoudig begaafde en hoogbegaafde kinderen niet genoeg uitdaging kregen, vertelt Joosse. De school besloot klassen tijdens reken- en taallessen in te delen in vier groepen. Er kwam een plusgroep, de andere groepen werden stergroepen genoemd. Dat werkte goed, maar Joosse signaleerde wel dat kinderen zich erg bewust waren van de hiërarchie in deze groepen. Leerlingen ontleenden status aan de groep waarin ze zaten, merkte hij. ‘Ik vroeg me af of de eigenwaarde van de andere kinderen daardoor niet negatief werd beïnvloed.’

 

‘Voor gelijke kansen
is meer nodig dan
aanbod op niveau’


Anders differentiëren?

Rond dezelfde tijd kwam Joosse in de werkplaats onderwijsonderzoek in aanraking met het werk van hoogleraar Onderwijskunde Sabine Severiens over de betekenis van superdiversiteit voor scholen. Haar werk bevestigde zijn vermoeden: eenzijdig differentiëren op niveau kan lastig zijn, juist in superdiverse klassen. Daar zijn identiteit en in- en uitsluiting een belangrijk thema. Severiens raadt aan om op meerdere manieren te differentiëren, zoals op de interesses van leerlingen, of door bijvoorbeeld ook eens rekenen in verschillende talen aan te bieden.

Om uit te zoeken wat dit voor de school betekende, ging een stagiaire van de universitaire pabo, Laura Metsch, op de Admiraal de Ruyterschool aan de slag met een onderzoek naar de niveaugroepen tijdens de rekenles, in samenwerking met een onderzoeksteam van de school. Ze kwam erachter dat het werken in niveaugroepen inderdaad effect heeft op het welbevinden van leerlingen. In lagere niveaugroepen ervaren leerlingen iets minder sociale acceptatie, ze zeggen minder vrienden te hebben dan de leerlingen in hogere groepen. En leerlingen in hogere groepen hebben een groter gevoel van eigenwaarde. Joosse: ‘We realiseerden ons dat je gelijke kansen niet waarmaakt door iedereen werk op niveau te geven, maar door ervoor te zorgen dat alle kinderen gezien en gewaardeerd worden.’

Het onderzoek naar de niveaugroepen heeft echt voor verandering gezorgd, zegt Joosse. Allereerst in zijn eigen houding, in wat hij zegt en doet in de klas. Voorheen schreef hij op het bord welke leerlingen in welke groepen zaten, maar dat doet hij niet meer. ‘Dan benadruk je de verschillen. Ik zou ook nooit meer zeggen: “Jij zit in stergroep 1, dus blijf nog eventjes opletten.”’ Daarnaast wil de hele school meer weten over talentontwikkeling: hoe kun je dat het beste aanpakken? In ieder geval hoopt Joosse dat álle leerlingen kunnen laten zien hoe goed ze ergens in zijn, of dat nu rekenen, tekenen, muziek of organisatietalent is.

 

‘Onderzoek heeft
mijn houding tegenover
leerlingen veranderd’


Segregatie

Op de werkplaats onderwijsonderzoek is Joosse zich nu aan het verdiepen in artikelen van de Amerikaanse James Banks, denker op het gebied van segregatie in het onderwijs. Het werk van de Admiraal de Ruyterschool sluit goed aan bij de ‘pedagogiek van gelijke kansen’ die Banks omschrijft. Het gaat om welke methoden en werkvormen leerkrachten kunnen inzetten om het beste uit alle leerlingen te halen, legt Joosse uit.

Vijf jaar is de Admiraal de Ruyterschool nu bezig met onderzoek. Voor de komende tijd staat talentontwikkeling op de agenda. ‘Dat vind ik mooi om te zien,’ zegt Joosse. ‘Door onderzoek te doen blijf je scherp en leer je bij. Je hebt meer handvaten om problemen aan te pakken en om nieuwe oplossingen te bedenken.’
 

Meer lezen over kansen? Lees ook De silver bullet volgens E.D. Hirsch, de column van Gert Biesta en het onderzoek van Herman van de Werfhorst uit hetzelfde nummer! 

Dit artikel verscheen in de rubriek Leraar onderzoekt in Didactief, januari/februari 2019. 

 

Op de boekenplank

‘Door dit artikel zag ik in dat differentiëren op inhoud niet genoeg is: de intreerede van bijzonder hoogleraar Sabine Severiens aan de Universiteit van Amsterdam.’

Sabine Severiens, Professionele capaciteit in de superdiverse school. UvA, 2014.

Lees ook het artikel Superdiversiteit dat Sabine Severiens voor Didactief schreef.

 

‘Dit artikel komt al uit begin jaren negentig, maar het is nog altijd een standaardwerk op het gebied van multicultureel onderwijs, geschreven door een van de grondleggers van dit vakgebied.’

James A. Banks, Multicultural Education: Historical Development, Dimensions, and Practice. In: Review of Research in Education, 1993.

Lees ook: Wereldburger op ORD 2016 en James Banks: 'Eigenlijk is multicultureel onderwijs heel eenvoudig'​ over James Banks. 

 

Hoe zorg je ervoor dat onderzoek niet in de la belandt? ‘Dit artikel heeft me geholpen in mijn rol als coördinator onderzoek.’

Marco Snoek e.a., Het afstudeeronderzoek als boundary-object. Hoe het afstudeeronderzoek van een academische pabo kan bijdragen aan schoolontwikkeling. In: Tijdschrift voor Lerarenopleiders, 2016.

 

Verder lezen

1 De silver bullet volgens E.D. Hirsch
2 Gelijke kansen?
3 Late selectie, gelijke kansen?

Click here to revoke the Cookie consent