Onderzoek

Wereldburger op ORD2016

Tekst Monique Marreveld
Gepubliceerd op 27-05-2016 Gewijzigd op 06-04-2018
'De doelen van onze burgerschapseducatie zijn achterhaald.' James Banks zal heel wat mensen teleurgesteld hebben in zijn keynote gisteren op de Onderwijs Research Dagen 2016 in Rotterdam.

De Amerikaanse hoogleraar diversiteit en multicultureel onderwijs aan de Universiteit of Washington in Seattle maakte genadeloos en met humor gehakt van al onze goede bedoelingen. Burgerschapseducatie staat nog steeds meestal in het teken van nationalisme, vrij vertaald vor onze context: hoe voeden we kinderen op tot goede Nederlandse burgers? Niks mis mee? Toch wel, zegt Banks. We moeten dat stadium voorbij.

Studenten leven, leren en werken steeds vaker in meerdere landen, dus we hebben nieuwe definities van burgerschap nodig: flexibel burgerschap of multicultureel burgerschap zo je wilt. Want juist burgerschap gaat schuren op het moment dat het in het teken van een bepaalde nationaliteit staat, voor mensen die daardoor tot een minderheid worden gemaakt. Banks gebruikt met opzet niet het woord 'minderheid' om een bepaalde groep aan te duiden, want, zegt hij, dat hangt af van je perspectief en geeft veel meer de plaats aan die je ongevraagd krijgt toebedeeld in een samenleving of op een bepaalde plek.

Een mens wordt tot minderheid gemaakt door anderen. En dat stempel heeft invloed op zijn of haar identiteit. Als groepen marginaliseren, gaan ze hun eigen etnische identiteit benadrukken. Is de islamitische sluier een probleem in Frankrijk anno 2016, dan zullen moslimmeisjes des te eerder zeggen: doe mij een sluier! Banks keek ook in de spiegel: 'In de Verenigde Staten voel ik me in de eerste plaats een zwarte man, maar als ik in Nederland ben voel ik me vooral een Amerikaan.' Identiteit is complex, veranderlijk en contextafhankelijk. En juist daarom hebben we ook een ander idee van burgerschap nodig.

Banks drukte in zijn keynote op een aantal zere plekken. Streven naar sociale cohesie, een begrip dat vaak gebruikt wordt om burgerschapseducatie te legitimeren bijvoorbeeld, wordt te vaak verkeerd begrepen als assimilatie. Gelijk worden aan de ander in plaats van naast de ander komen te staan met respect voor ieders eigenheid. Hij haalde een aantal beschamende, internationaal bekende voorbeelden aan van opvoeding tot burgerschap zoals de roof van aboriginal-kinderen door de Australische regering in de vorige eeuw om ze op te voeden tot degelijke westerse burgers. Goed bedoeld, maar onmenselijk.

Zo zout wordt de soep in West-Europa natuurlijk niet gegeten, maar de vragen die Banks opwierp, voelen wel ongemakkelijk. Opvoeding in burgerschap kan zomaar verkeren in het wegpoetsen van de culturele eigenheid van migrantengroepen. De angst voor de islam na 9/11 en na de aanslagen in Parijs en Brussel is daar mede debet aan. De uitdaging in burgerschapseducatie is nu jongeren het gevoel te geven dat ze er bij horen, aldus de Amerikaan, met behoud van hun eigenheid, zodat ze zich als wereldburger en als Nederlands burger gaan gedragen. Want dat kiezen voor de natiestaat een van de doelen is van burgerschapseducatie, snapt Banks ook wel, ongeacht zijn prikkelende openingszin: 'People must have a sense of inclusion to buy into the nation state.' Maar pas als ze zichzelf mogen blijven, zullen ze 'onze' democratische waarden onderschrijven en helpen bewaken. Gelijkheid, tolerantie en erkenning zijn de sleutelwoorden. En meteen plaatst hij de kanttekening dat zijn studenten niet willen dat hij het woord tolerantie gebruikt, omdat het immers een zekere afhankelijkheid impliceert.

Wat betekent een en ander nu voor burgerschapseducatie in de klas?

'Het helpt als leerlingen zichzelf terugzien in het tekstmateriaal dat wordt gebruikt in de klas.' En niet als de uitzondering maar als een van de degenen die de norm uitmaken.
'De verschillende geschiedenissen en culturen in een samenleving moeten worden weerspiegeld in het curriculum.' Een interessante opmerking van Banks, na de column van Arie Wildschut die Didactief publiceerde en die juist refereert aan onderzoek in Engeland dat op het tegendeel wijst. Somalische jongeren in Londen zouden het juist niet op prijs stellen dat er apart aandacht werd besteed aan hun cultural heritage.

'Tot minderheid gemaakte groepen kunnen zelfvertrouwen ontlenen aan structurele integratie', met andere woorden dat er rekening wordt gehouden met hun inbreng. En weer niet als iets bijzonders maar als iets dat vanzelf spreekt. 'Pas dan zullen ze geloven dat hun inzet voor een maatschappij, een school, verschil maakt en ook daadwerkelijk (maatschappelijk en politiek) participeren.'

Laten we niet te hoge verwachtingen hebben, waarschuwt Banks, burger worden is een proces, waarin wij allemaal veranderen. Degenen die zogenaamd de norm stellen en degenen aan wie de norm zouden willen opleggen. De immigrant verandert èn de maatschappij waarin hij zich vestigt, verandert. Al benadrukt Banks dat er grenzen zijn aan de veranderingscapaciteit of veranderingsbereidheid die een samenleving moet tonen. Gevraagd naar die grens is hij ondubbelzinnig (en klinkt hij bijna Amerikaans politiek correct). Laten we onze 'westerse eigenheid' bewaren en geen concessies doen als het gaat om fundamentele waarden als sociale rechtvaardigheid, democratie, gelijkheid van de seksen, homo- en vrouwenrechten et cetera. 'We moeten blijven benadrukken wat wij een publiek goed vinden. Dat er een overkoepelende set van waarden is die wij universeel geldig achten.' En dat is een interessante gedachte in de huidige discussies rond Ebru Umar en Erdogan of op schoolniveau rond de rechten van transgenders bijvoorbeeld.

Tekst Monique Marreveld, hoofdredacteur Didactief.
Gepubliceerd op 27 mei 2016.

Verder lezen

1 James Banks: 'Eigenlijk is multicultureel onderwijs heel eenvoudig'

Click here to revoke the Cookie consent