Artikelen

Aan de slag met taal

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 13-06-2024 Gewijzigd op 20-06-2024
Beeld De Beeldredaktie | Liesbeth Dingemans
Stop met begrijpend lezen als los vak en maak werk van integraal taalonderwijs. Dat advies geven expertleerkrachten Aldo Rooijendijk (Pro Rege school) en Ingrid Elijzen (Alan Turingschool) in hun trainingen over effectief leesonderwijs mee aan collega’s van andere basisscholen. De twee zien het als een goede start, daarna begint het echte werk.   

Zeven jaar geleden gooide de Alan Turingschool het roer van het leesonderwijs radicaal om. ‘Dat was hard nodig, want onze leesresultaten waren slecht,’ vertelt Ingrid Elijzen. Gekozen werd voor thematisch onderwijs, waarbij lezen is geïntegreerd in de zaakvakken. Dat geldt ook voor technisch lezen, alleen in groep 3 is dit nog een apart lesonderdeel.
De school koos niet zomaar een andere koers, maar verdiepte zich eerst grondig in inzichten uit onderzoek over effectief leesonderwijs. Sleutelwoorden daarbij zijn rijke, authentieke teksten en thema’s en ruim baan voor kennis. Want tekstbegrip, zo weten alle leesonderzoekers, staat of valt met woordenschat en kennis van de wereld. Eén van de inspiratiebronnen voor de school daarbij is E.D. Hirsch, die aantoonde dat een kennisrijk curriculum meer zoden aan de dijk zet dan een nadruk op losse vaardigheden. ‘Zeker voor leerlingen uit taalarme gezinnen is een ruim kennisaanbod essentieel,’ vertelt Elijzen. ‘Voor hen kunnen we als school echt het verschil maken. Als zij de kennis en het leesplezier niet op school meekrijgen, krijgen ze het nergens.’


Verandering leiden

Op Pro Rege vormden niet zozeer slechte scores, maar ongemotiveerde leerlingen de reden voor een ommezwaai. De kale tekstjes in de lesmethode voor begrijpend lezen boden te weinig uitdaging. Dat kan en moet anders, dacht Aldo Rooijendijk. Via via hoorde hij over het nieuwe leesonderwijs op de Alan Turingschool. Samen met collega Bo Gemmel volgde hij een training bij expertleerkracht Heleen Buhrs van de Alan Turingschool over effectief leesonderwijs, waaronder close reading. Hierbij verdiepen leerlingen zich actief in uitdagende teksten. Dat willen wij ook, dacht Rooijendijk. ‘We wilden eerst een extern iemand voorstellen om close reading bij ons in te voeren, maar het managementteam zei: dat kunnen jullie best zelf. Ik ben heel blij dat we die tijd en dat vertrouwen hebben gekregen, want het is ontzettend leuk om zo’n onderwijsverandering te mogen leiden. Het is één van de redenen dat ik hier nog steeds zit.’  

‘Na de training
moeten leraren
zelf aan de slag’

Pro Rege geeft zijn eigen draai aan de close reading-methode. Officieel moet je leerlingen in drie sessies door de tekst heen leiden, van oppervlakkige naar steeds diepere verwerking. ‘Wij stellen oppervlakkige en diepe vragen door elkaar, het is vaak gekunsteld om dat te scheiden.’ Elijzen herkent het helemaal: ‘Op een gegeven moment werden die drie sessies een doel op zich. Bovendien werkt het voor leerlingen ook niet motiverend om telkens weer opnieuw die tekst in te moeten.’
 

TaalLab
 

 

Werken aan beter taalonderwijs staat ook centraal binnen TaalLab van ONA. Hierin trekken onderzoekers, schoolleiders en leraren samen op om taalachterstanden tegen te gaan. Dat begint met het in kaart brengen van de knelpunten en mogelijke oorzaken. Vervolgens verdiepen deelnemers zich in wat er uit onderzoek bekend is over effectieve aanpakken en ook in bestaande kansrijke aanpakken uit de praktijk. Op basis daarvan ontwikkelen onderwijsprofessionals en onderzoekers samen, in co-creatie, een kansrijke aanpak voor het tegengaan van taalachterstanden op Amsterdamse scholen. Deelnemende leraren proberen deze op de eigen scholen uit, waarbij onderzoekers ook meekijken. Als de aanpak inderdaad veelbelovend is en mooie resultaten laat zien, wordt deze gedeeld met andere scholen.

 

Standaard

Op de Alan Turingschool is van meet af aan een teambrede, door de directie gedeelde visie: we laten ons leiden door inzichten uit onderzoek. ‘We hebben vastgelegd hoe we willen dat een leesles eruitziet en monitoren dat ook: gaat het zoals we willen en lukt het elke leraar?’ vertelt Elijzen. ‘Ons motto is: autonomie van de leraar komt na de standaard.’ Die standaard bewaken vraagt continu aandacht, in de vorm van scholing van nieuwe collega’s tot en met bij elkaar meekijken in de les.
Op Pro Rege is het zover nog niet, vertelt Rooijendijk. ‘We hebben wel afspraken gemaakt, maar er is nog geen standaard die door iedereen wordt nageleefd. Er zijn nog grote verschillen tussen leraren. Zo’n verandertraject kost tijd, wij zijn nog maar drie jaar bezig.’

‘Uiteindelijk wil je
dat alle leerlingen
lezers worden’

Neem de tijd. Precies die les uit de eigen praktijk dragen Rooijendijk en Elijzen ook over aan collega’s van andere scholen. Als voorbeeldscholen verzorgen Pro Rege en de Alan Turingschool sinds dit schooljaar binnen het ONA-netwerk trainingen (drie of vier bijeenkomsten van drie uur) over hoe je je leesonderwijs kunt verbeteren. Aan bod komen onder meer het belang van kennis, werken vanuit doelen en het zelf ontwerpen van leeslessen. De Alan Turingschool geeft daarnaast nog een aparte training over praten over jeugdliteratuur, gebaseerd op de methode van Gertrud Cornelissen over het voeren van literaire gesprekken.
Rooijendijk laat cursisten snel zelf aan de slag gaan met leeslessen ontwerpen en uitproberen in de eigen klas. Hij komt ook op lesbezoek en geeft feedback. ‘De volgende stap is: hoe krijg je je team en MT mee? Daarvoor willen we ook nog een training opzetten. Met die twee trainingen samen sta je sterk: dan kun je top-down en bottom-up werken combineren.’ Heel belangrijk, knikt Elijzen. ‘Onze trainingen zijn een goede start, maar daarna moet je op je eigen school aan de slag. Wij reiken kennis aan leraren aan, maar het is belangrijk dat een schoolleider dezelfde visie deelt. In je eentje de kar trekken werkt niet.’
 

Aldo Rooijendijk van Pro Rege (links) en Ingrid Elijzen van de Alan Turingschool helpen andere scholen vooruit met lezen.


Zelf ontwerpen

Beide scholen gebruiken nog wel een methode voor spelling, maar hebben de methode voor begrijpend lezen de deur uit gedaan en gebruiken die voor taal selectief. Want veel onderdelen komen al langs in de geïntegreerde leeslessen. Het werken zonder methode stelt wel hoge eisen aan het team. ‘Het kost veel tijd om zelf teksten te zoeken en daarbij lessen te ontwikkelen. Daarbij moet je ook heel goed weten wat je wilt dat je leerlingen kennen en kunnen. Dat vereist dat je de doelen heel goed in je hoofd hebt zitten,’ licht Elijzen toe. ‘Een veelgestelde vraag van deelnemers aan onze training is: waar vind ik rijke teksten? Dat begint met het kiezen van kennisrijke thema’s. Bij een thema als ‘het zwembad’ is het bijvoorbeeld lastig om goede teksten te vinden. Zorg verder dat je heel goed weet wat je kinderen wilt leren. Het werken met vooraf geformuleerde, specifieke doelen zoals ‘Ik weet wat verwoestijning is’, maakt het vinden van een goede tekst makkelijker.’   
Rooijendijk beaamt dat het zelf ontwerpen en geven van een goede les in het begin moeilijk is. ‘Je begint vanuit het niets en het vraagt veel denken, plannen en oefenen. Neem er, nogmaals, echt de tijd voor om dat in je vingers te krijgen. En oefen het ontwerpen van lessen bij voorkeur samen, bijvoorbeeld per bouw.’ Elijzen: ‘Maak het ook behapbaar voor jezelf. Een goede tekst selecteren en een lesdoel stellen, is al een mooi begin. Je kunt dit prima opstarten naast de lesmethode. Stel jezelf vaker de vraag: waarom laat ik leerlingen deze tekst lezen? En zet naast de tekst uit de methode eens een rijke tekst over hetzelfde thema ernaast.’  

Wat ze van hun training vooral hopen? ‘Dat collega’s van steeds meer scholen inzien dat alle taalvaardigheden samenhangen en elkaar versterken,’ aldus Rooijendijk. ‘En dat ze gaan ervaren dat leerlingen van deze leeslessen helemaal ‘aan’ gaan. Want dat is de grootste winst van de nieuwe aanpak: leerlingen zijn veel gemotiveerder om te lezen.’ Elijzen vult aan: ‘Uiteindelijk wil je dat alle leerlingen lezers worden. Wij leggen de lat vanaf groep 1 heel hoog en dat werkt. Leerlingen leren ontzettend veel over de wereld en worden betere lezers. Dat zien we terug in de resultaten in ons leerlingvolgsysteem en in de boeken die leerlingen kiezen. De teksten in onze leeslessen zijn echt van een ander niveau dan in het begin.’ Rooijendijk besluit: ‘Met onze training laten we collega’s zien wat effectief leesonderwijs is en hoe je dat kunt aanpakken. We planten zaadjes. Zo is het bij mij ook begonnen.’
 

Kennis vergroten

 

‘Ik ben ervan overtuigd dat we meer leraren kunnen behouden voor het onderwijs als we hen de mogelijkheden bieden om zich te ontwikkelen. Op de ONA-onderzoeksschool binnen mijn bestuur vergroten leraren hun kennis en vaardigheden en zetten deze in om andere leraren te trainen en begeleiden. Dit werkt inspirerend en motiverend voor zowel de trainers als de trainees.’ – Willem Kuijpers, College van Bestuur ASKO

 

Meer weten?

Bekijk het actuele aanbod rond taalonderwijs bij ONA.

Bekijk het webinar van Eliane Seegers (Radboud Universiteit) en Heleen Buhrs (Alan Turingschool) over diep lezen.

 

Dit artikel verscheen in de special Onderwijs blijvend verbeteren van het Onderwijskennis Netwerk Amsterdam in Didactief, mei/juni 2024.

Verder lezen

1 Spieken bij de Alan Turing
2 Begrijpend lezen met plezier
3 Special: onderwijs blijvend verbeteren

Click here to revoke the Cookie consent