En als dat wel gebeurde, ging het over de langstudeerboete. Bij het slotdebat kwamen basis- en voortgezet onderwijs nog even aan de orde, maar wel in de reservetijd. Verder dan gemeenplaatsen en obligate uitspraken kwamen onze politieke leiders niet. Ze willen allemaal dat de kwaliteit omhoog gaat (toe maar!) en een enkeling wil daartoe zelfs investeren (heus!). Voor de landelijke politiek is de toekomst van het voortgezet onderwijs blijkbaar geen vraagstuk: het is niet sexy, je kunt er lastig mee scoren.
Toch wordt er in Nederland geen onderwerp vaker besproken dan het voortgezet onderwijs, aan de keukentafel, tijdens de ouderavond, aan het leraarsbureau. En er is niets dat zo complex is waar werkelijk iedereen iets van vindt. Maar de mening van de kenners, dat wil zeggen iedereen die in de sector werkt, wordt nooit breed en systematisch gehoord, laat staan bepalend gemaakt bij de beleidsvorming. Er is geen bedrijf dat zo weinig gebruik maakt van de gecombineerde kennis en competentie van tienduizenden betaalde en hoogopgeleide werkers als het ministerie van OCW.
In politiek Den Haag moet het besef doordringen dat het voortgezet onderwijs een breed maatschappelijk gedragen toekomstvisie en politieke stabiliteit nodig heeft. Het hijgerige karakter van de landelijke politiek is funest voor bijna een miljoen leerlingen, honderdduizend werknemers en het miljardenbudget. De sector is te belangrijk voor de huidige politieke mores. De tijd is voorbij dat we er kunnen werken op basis van wankele politieke compromissen, gegoten in regeerakkoorden die op hun best vier jaar overeind blijven. De tijd is voorbij dat elke coalitie weer andere speerpunten mag formuleren en het voortgezet onderwijs zich weer aanpast. Onze leerlingen verdienen beter.
Laten we een breed maatschappelijk debat organiseren, waarbij we sociale media inzetten, fora organiseren en discussie stimuleren. Laten we op zoek gaan naar wat onze leerlingen niet morgen, maar over tien tot dertig jaar nodig hebben. Laten we ook vaststellen wat daarbij de absolute randvoorwaarden zijn voor scholen en leraren. Uiteindelijk componeren we een visionaire nota, hoe moeilijk dat ook zal blijken te zijn. Alle politieke partijen committeren zich en jaarlijks bezien we of bijstellingen nodig zijn.
De parlementariërs houden bij het debat vooral hun mond, tenzij om vragen te stellen. Zij luisteren naar de deelnemers, leggen wat nodig is later vast in regelgeving en controleren de opeenvolgende ministers bij uitvoering en handhaving. Van deelname aan het debat sluiten we niemand uit, maar we spreken wel af dat vooral de ervaringsdeskundigen uit het voortgezet onderwijs volop aan het woord komen. Zij immers zijn de grondwerkers, de ingenieurs en de landmeters.
Laat de stokpaardjes van politici zoals onderwijstijd, incidentenregistratie en gratis schoolboeken verdwijnen. Zo hoeft geen enkele politicus meer goedkoop te scoren en hoeft het onderwijsveld zich niet meer te storen aan openbare onkunde. Er ontstaat duidelijkheid en stabiliteit. Daar heeft het voortgezet onderwijs baat bij en dus ook onze toekomstige samenleving.
Gerard Olthof, rector van Mencia de Mendoza en onderwijsbestuurder
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven