Een leraar in het basisonderwijs geeft tussen de 25 en 26 uur per week les. Met ingang van de nieuwe cao uit 2015 mag een leraar niet meer dan 40 uur per week les geven. Dan blijven er per week nog 15-14 uur lesvrije tijd over voor alle andere werkzaamheden die tot het pakket van de leraar behoren: voorbereiden, nakijken, vergaderen, oudergesprekken en overleg met externe deskundigen.
Lesgeven is een van de leukste, uitdagendste en belangrijkste werkzaamheden die ik ken. Het is iedere dag anders; soms loopt het vanzelf, de andere keer is het een worsteling en wat de ene keer werkte, doet dat een volgende keer helemaal niet. Het is intensief, de meeste leraren verkeren voor langere periode, soms de volledige 25 uur per week met een groep van 28 kinderen in één ruimte. Er wordt niet alleen een beroep op je gedaan voor kennisoverdracht maar ook als pedagoog, coach, vredestichter en je moet emotioneel beschikbaar zijn. Dat vraagt een voortdurende alertheid. Vaak neem je in een split second beslissingen, ook wel eens waar je later van denkt dat je beter een andere beslissing had kunnen nemen. Dit wordt wel aangeduid als classroomstress. Maar niettemin, één van de mooiste beroepen op aarde.
In het basisonderwijs is veel te doen over werkdruk. En terecht. Ik denk dat werkdruk niet alleen in de administratieve rompslomp zit, waarvan het nut niet is bewezen. Ook het wisselen van een actieve alerte houding gedurende lestijd naar een meer reflecterende en beschouwende is belastend voor een leraar.
Vijftien uur per week niet lesgebonden tijd, dat klinkt toch niet gek….
Ooit een groep kleuters overgedragen aan ouders of opvang? Dat kost tijd. Tel minimaal een kwartier bij de eindtijd van de school op. Een tussentijds oudergesprek, weer een half uur. Een vergadering, anderhalf uur weg. Overleg met externen? En dan heb ik niet over de voorbereiding van een gesprek dat er ook nog bij komt kijken. Het moet allemaal na schooltijd gebeuren en gaat ten koste van een goede voorbereiding van de volgende schooldag.
Kan het anders? Ja. Mijn voorstel is: maak de schoolweek voor kinderen vier dagen lang. Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. Veel ouders werken op woensdag al minder of niet. Op woensdag komen leraren wel gewoon naar school, gewoon om 8 uur of 8.15, wanneer hun werkdag normaal gesproken ook begint en dan is er tijd voor administratie, overleg, oudergesprekken, voorbereiding, analyse van de toetsen en al dat andere werk. Als we vasthouden aan 25 uur les per week voor kinderen (en dat hoeft niet: uit veel onderzoek blijkt dat in landen waar kinderen minder uren les krijgen, de resultaten even goed of zelfs beter zijn, wat waarschijnlijk komt doordat er daar meer tijd is voor goede voorbereiding en analyse), dan wordt hun schooldag langer: in plaats van 4 uur op woensdag en ongeveer 5 uur en een kwartier op de andere dagen, worden alle lesdagen nu 6 uur en een kwartier. Een school begint om 8.30 en met een pauze van drie kwartier zijn alle kinderen iedere dag om 15. 30 uit. De eventuele kosten voor een extra dag opvang op woensdag, worden gecompenseerd met lagere opvangkosten op andere dagen.
En hoe zit het dan met al die parttimers, van wie het wemelt in het basisonderwijs? Ten eerste kunnen de meeste parttimers eindelijk een echte gedeelde baan krijgen en ieder een aanstelling van 0,5. De ene week is leraar A op de lesvrije dag op school, de andere week de leraar B. Of leraren komen om de week samen op school. Leraren die vier dagen werken, wat ook veel voorkomt, geven drie dagen les en zijn een dag lesvrij, zij hebben immers de volledige groepsverantwoordelijkheid. De vierde lesdag wordt door een leraar zonder groepsverantwoordelijkheid gedaan
Wat weerhoudt ons ervan om dit nu al te doen? Regels. De Onderwijsinspectie staat niet meer dan zeven vierdaagse schoolweken per jaar toe.
Iedere leraar die ik dit idee heb voorgelegd, denkt dat het een stap zou zijn in de richting van minder werkdruk. Iedere bestuurder loopt aan tegen de regels van de onderwijsinspectie. Een eerste stap zou zijn als de begrenzing van de vierdaagse schoolweek wordt opgeheven, dan kan dit zonder extra geld van het ministerie zo worden ingevoerd. En dat geld dat al gereserveerd is? Dat kan dan worden gebruikt voor een eerlijk salaris voor leraren in het basisonderwijs.
Miriam Heijster is directeur van Kindercampus Zuidas in Amsterdam.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven