Valkenburg, Kloosterweg 36

Tekst Sjoerd Karsten
Gepubliceerd op 19-09-2016
Het St. Ignatius College aan de rand van Valkenburg was eens de trots van katholiek Nederland. Het gebouw van zeven miljoen bakstenen werd in 1893 neergezet door uit Duitsland verdreven jezuïeten. Het was lange tijd het grootste gebouw van Limburg, huisvestte een sterrenobservatorium, een gigantische bibliotheek en een eliteopleiding voor de kerk.

Vijftig jaar later, in juli 1942, wordt het enorme complex in beslag genomen door de Duitse bezettingsmacht. Zij wil er een eliteschool voor het Derde Rijk vestigen. De paters moeten binnen vijf kwartier hun spullen pakken en vertrekken. Veel boeken worden in allerijl in veiligheid gebracht. Snel eten de paters uit angst voor ontheiliging ook alle hosties op. Niet geheel zonder reden, want de Duitsers tonen weinig respect voor de heiligdommen. De crypte moet een zwembad worden en ook de neogotische kapel valt onder slopershamers, omdat er een gymzaal gepland staat.

Deze Reichsschule in Valkenburg is de tweede poging in bezet Nederland om een opleidingsinstituut voor de nationaal-socialistische elite op te zetten. Het eerste experiment, de Nederlandsche Instelling voor Volksche Opvoeding (NIVO), mislukt door een conflict tussen de Rijkscommissaris Seyss-Inquart en de NSB over de ideologische koers. De Duitsers vinden de Hollandse leiding bovendien niet selectief en streng genoeg. Zij sluiten de school en starten twee Reichsschulen, een voor jongens in Valkenburg en een voor meisjes in Heythuysen.

Nu nemen de Duitsers zelf de leiding. Het lerarenkorps bestaat uit overwegend Nederlanders, maar is SS’er of ten minste SS-gezind. De kinderen worden uitgekozen op intelligentie, moed en ‘raskenmerken’. De moed van de jongens wordt getest door hen van een drie meter hoge duikplank af te laten springen en tegen veel grotere jongens te laten vechten. Een arts van de school bepaalt met schedelmeting of een kandidaat er wel Germaans genoeg uit ziet.

Eenmaal op school krijgen de jongens een uniform met een bruin hemd, kost en inwoning, en worden zij onderworpen aan een strikt, militair aandoend regime. Een jongen die zijn aardappelen met jus prakt, zoals hij thuis gewend is, wordt meteen gestraft. Hij moet voor het front van alle leerlingen gaan staan en bij elke hap uitroepen: ‘Ich bin ein Schwein’.

De leerlingen krijgen dezelfde vakken als op een middelbare school die toegang verleent tot een universiteit. Maar getrouw aan het gedachtegoed van Hitler wil de school zich niet blindstaren op kennisvergaring. Het gaat om karaktervorming. Daarom wordt veel aandacht besteed aan lichamelijke opvoeding en muziek. Veel zingen, natuurlijk vooral liederen van Wagner, en iedereen moet een muziekinstrument leren bespelen. Voor veel NSB-kinderen is de school een verademing: zij worden niet langer gepest door leraren en leerlingen. Door de strenge selectie en het straffe regime gaan zij zich zelfs uitverkoren voelen. Indoctrinatie in de nazi-ideologie neemt een voorname plaats in. Dagelijks krijgen de leerlingen te horen hoe inferieur joden zijn. Naast alle dril is er ook een Heimmutter, Frau Haan, bij wie de jongens terecht kunnen met hun emotionele problemen.

De opleiding met ruim honderdvijftig leerlingen, van tien jaar en ouder, moet acht jaar duren. Maar zo ver komt het niet. In de zomer van 1944 wordt de school ontruimd in verband met de oprukkende geallieerden. De leerlingen verhuizen met hun leraren naar het ‘veilige’ Duitsland, waar zij, hoe jong ook, worden ingeschakeld in de verdediging van het Derde Rijk. Tevergeefs, ‘De Nieuwe Orde’, waar deze keurkinderen leiding aan zouden gaan geven, stort in.

Met het imponerende gebouwencomplex loopt het ook niet zo goed af. Het wacht al enige tijd op een nieuwe bestemming. Het plan is om er een vijfsterrenhotel van te maken.

Sjoerd Karsten is emeritus hoogleraar Onderwijskunde

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent