Revolutie in livestream

Tekst Tom Bennett
Gepubliceerd op 05-04-2016
Tom Bennett - Ik heb veel in stilte geleden, toen ik in 2003 begon met lesgeven. Net als veel andere beginners was ik heel onzeker – zowel in de klas als daarbuiten.

Ik wist niet zeker of ik de juiste dingen deed, en wist vaak niet wat ik aan wie moest vragen om daar iets aan te doen. Net als veel andere nieuwe docenten internaliseerde ik mijn onvermogen en ging ik ervan uit dat het onbekwaamheid was.

Dat maakte me ongelukkig, onzeker en timide, wat de zaak alleen maar verergerde.
Ik begon al te vermoeden dat de lerarenopleiding die ik had gevolgd niet zo solide was als hij had kunnen zijn (daar begon mijn afkeer van pseudowetenschap, ook al wist ik toen nog niet hoe ik het moest noemen), maar ik begroef mijn vermoeden en vertrouwde op mijn docenten, mentoren en adviseurs. De fout lag niet buiten mij, maar bij mezelf. Hoe kon ik ingaan tegen de vastberadenheid van iedereen die me leidde en instrueerde? Hoe kon een gewone leraar de grote wijsheid van zijn meesters in twijfel trekken?

Praten in haiku's
Ik voelde nattigheid lang voordat ik wist wat er aan de hand was, maar kon er geen naam aan geven. Toen ging ik online en veranderde alles. Ik sloot me aan bij een paar groepen op Facebook (@facebook), maar het was Twitter (@twitter) dat de zaak echt aan het rollen bracht. Het leek een vreemde manier van communiceren: praten in haiku's die je vervolgens in een fles stopt en een soort oceaan in slingert.
In het begin deed ik wat iedereen doet: ik volgde een paar beroemdheden, en Stephen Fry (hij is als de gratis voucher die je krijgt als je een account aanmaakt bij Amazon, en de ironie wil dat hij op het moment van schrijven niet meer op Twitter zit). Lou Ferrigno (@Louferrigno) bleek geen zin te hebben om over wafels te keuvelen.

Je begint een paar belangrijke twitteraars uit de onderwijswereld te volgen, gewoon omdat iedereen het doet, zoals TES (@TES) en UK Education Matters (@schoolduggery), en langzaamaan begin je te merken wat er allemaal te zien is. In het begin een beetje loerend, natuurlijk. De eerste keer dat iemand een van je tweets beantwoordt, is het alsof je een vreemde in je badkamer ziet staan die je dagboek leest. Wie ben jij in godsnaam en wat doe je hier?

Koffieautomaat
En dan begin je te zien dat er ideeën ontstaan uit die grote stroom; opvattingen waar je nog nooit aan had gedacht, of waarvan je niet wist dat je ze had; informatie waar je toegang toe wilde, maar waarvoor je nooit de tijd of de middelen had; mensen met ervaringen en rollen waar je meer over wilde weten; mensen uit andere landen, geografisch of wat ervaring betreft. Twitter is als een enorme lerarenkamer op de eerste dag dat je op een nieuwe school werkt. Je praat met mensen die je aardig lijken. Je hangt rond bij de koffieautomaat. Je maakt een grapje, vraagt om hulp.

Maar de lerarenkamer is enorm, en iedereen is er. Het kost tijd om gelijkgestemden te vinden die je inspireren en je de weg wijzen. Of mensen die je uitdagen en uittesten. Twitter is niets meer en niets minder dan een macrokosmos van iedere kamer, ieder feestje waar je ooit bent binnengestapt. De hapjes zijn vreselijk, maar de gesprekken fascinerend.

Niet zoetsappig
Dit betekent ook dat Twitter geen zoetsappige veilige ruimte is waar iedereen zijn koekjes wil delen en in je roze wangetjes wil knijpen. Ook lelijkheid, en onvriendelijkheid en iedere andere slechte menselijke eigenschap zijn er te vinden. Maar er is ook altruïsme, spitsvondigheid, liefde en vriendschap. Het zijn mensen, gewoon mensen.

Twitter biedt je zelfs de mogelijkheden om de architect van je eigen ruimte te worden:
De mensen die je volgt: kies alleen degenen die een bijdrage leveren aan je ideeënruimte, als vrienden of als vriendschappelijk vuur.
Je openbare status: je kunt ervoor zorgen dat je alleen op verzoek zichtbaar bent.
Dempen en blokkeren: milde en pijnloze manieren om muren te bouwen tussen jou en degenen die je beledigen.

Met die drie superpowers kun je een netwerk bouwen van vreemden en vrienden die je nooit zult ontmoeten, maar die je ideeënruimte onmetelijk veel kunnen verrijken en activeren. Je kunt een internationaal dorp bouwen van bondgenoten, sparring partners en krabpalen, zo groot als de wereld zelf – of groter, als Tim Peake (@astro_timpeake) antwoordt vanuit het International Space Station van de NASA.

Tolerantie
Een nadeel van blootgesteld zijn aan de meningen van al die mensen, is dat je wordt blootgesteld aan de meningen van al die mensen. In het dagelijks leven zijn velen van ons daar niet klaar voor: onze persoonlijke netwerken reiken niet verder dan het bureau tegenover ons, de muur van het klaslokaal, de rinkelende telefoon in onze zitkamer. Maar online gaan betekent inpluggen in een enorme matrix, een oceaan van menselijke overtuigingen, ideeën en opinies. Het kan overweldigend zijn, vooral als je het niet leuk vindt om te worden tegengesproken, of als je erachter komt dat mensen het niet eens zijn met je diep gekoesterde waarden. Geloven in de vrijheid van meningsuiting en tolerantie is veel makkelijker als het allemaal abstract blijft, dan wanneer je het aan den lijve ondervindt. Pluraliteit in overtuigingen is een groot goed, totdat je er zelf mee in aanraking komt.

Sommige mensen, is mijn ervaring, kunnen over dit simpele feit niet heen stappen: de wereld is mooi, breed en overvloedig – en ze is divers, en die diversiteit maakt deel uit van haar waarde. Voor sommigen is onenigheid hetzelfde als een aanval; is ieder meningsverschil iets lelijks. We zijn de helden en heldinnen in onze zelfgeschreven melodrama's; vaak is het een schok om te merken dat we Rosencrantz en Guildenstern zijn voor andermans Hamlet. Twitter is zo negatief geworden, zeggen ze, zonder te beseffen dat er miljoenen gesprekken gaande zijn die ze hadden kunnen volgen. Het is alsof je bij een concert van Slipknot (@slipknot) klaagt over het lawaai.

Twitterstorm
Net als op ieder dorpsplein zijn er etters, boze mensen bij wie het schuim op de mond staat, en bedroefde mensen in hun onderbroek die puur en alleen leven om hun ongeluk te delen. Het meeste daarvan kun je in een oogwenk verhelpen door je superpowers te gebruiken. Mijn bootje is sinds ik op Twitter ben een paar keer in een Twitterstorm terechtgekomen; de eerste keer voelde ik me ellendig, toen ik het gevoel had dat ontelbare vreemden in de rij stonden om me in elkaar te slaan, alleen maar omdat ik X dacht in plaats van Y. Ik gebruik Twitter niet alleen professioneel, maar ook als een sociaal netwerk; daardoor was het onaangenaam om mijn stamkroeg te zien veranderen in een boksring. Maar vijf minuten dempen (misschien vijftien mensen in totaal) en het was afgelopen. Ik sta open voor discussie, maar niemand hoeft negativiteit op die manier in zijn persoonlijke ruimte te dulden. Online kan iets wat voelt als een leger in werkelijkheid komen van een handjevol boze tegenstanders. En – poef! net als Marvin the Martian (@the_kaboom) heb je ze onschadelijk gemaakt.

Dus ik denk dat ik kan zeggen dat ik meer met conflicten te maken heb gehad dan de meeste twitteraars; ik heb een Little League-status op sociale media: meer dan sommigen, veel minder dan anderen. (Als je begint te denken dat een grote hoeveelheid volgers je bijzonder maakt, kijk dan eens hoeveel volgers @iquotecomedy heeft, of @parishilton, en ga er eens even voor zitten. Er zijn strippers in Alaska die zes cijfers achter hun naam hebben. Als Justin Bieber (@justinbieber) 'hallo' zegt, valt de stroom uit door overbelasting van het netwerk.) Ik volg een hoop mensen en een redelijk aantal volgt mij. Soms heb ik te maken met misbruik, soms met een woedende menigte mensen met hooivorken omdat ze niet verder kunnen lezen dan koppen. Ik krijg gekke DM's en e-mails. Ik krijg dagelijks Shift Happens toegestuurd, inspirerende quotes en andere duivelse martelingen.

Revolutie
Maar weet je? Dat verbleekt allemaal bij wat mijn online relatie met de wereld me gebracht heeft. Oceanen kunnen woest zijn, maar ook prachtig. Weten hoe anderen denken heeft me zekerder gemaakt; van mijn vermogen les te geven, van mijn mening en van mijn recht om opvattingen van anderen te betwisten. Het heeft me ertoe gedwongen veel van mijn eigen dogma's in te zien, mijn eigen ideeën nog eens onder de loep te nemen en mijn eigen vooroordelen, voor zover mogelijk, aan te pakken. Als leraar heb ik toegang tot geweldige ideeën van over de hele wereld, vlak nadat ze zijn onderwezen. Vroeger werden leraren beperkt door de opvattingen van hun fysieke netwerken. Nu kunnen we in een klaslokaal in Australië een stoel horen vallen en leren hoe de docent daarmee omging. Of zelf onze ervaringen delen.

Daarom noem ik dit een revolutie. Omdat leraren zich nu kunnen organiseren en kunnen samenwerken zonder de toestemming of hulp van traditionele hiërarchieën, met hun dominante waarden. We kunnen onze ervaringen delen voor onszelf; we kunnen elkaar trainen en uitdagen; we kunnen kortsluiting veroorzaken in de machtsbases die altijd een monopolie hebben gehad op welke ideeën we erop na mogen houden. De stem van de leraar heeft op Twitter een vlucht genomen die offline nog op geen enkele manier geëvenaard is. Overal zijn we de laatsten die iets wordt gevraagd, de laatsten die mogen aanschuiven aan de tafels van de macht. Online kan iedereen op een zeepkist gaan staan en van zich laten horen. Offline is het: leer ze wat ik zeg, en waag het niet daar tegenin te gaan.

Ik was verbaasd toen ik merkte, na een tijdje bloggen en tweeten in de leegte, dat ik werd gelezen. Ik was nog meer verbaasd toen ik merkte dat ik werd gelezen door sommige van de zwaargewichten uit de onderwijswereld. We hebben researchED (@researchED1), een door leraren geleid project, bijna helemaal via sociale media opgezet: van werving tot marketing en kaartverkoop. Ook soortgelijke projecten, zoals Northern Rocks (@NRocks2016) en Teach Meets (@TeachmeetNW) hebben Twitter gebruikt als middel om iets moois te creëren, iets waarmee we het initiatief en de waardigheid aan ons beroep teruggeven.
Diep in het web begraven hebben we een wereld gevonden waar onze opvattingen ertoe doen. Vind je het gek dat veel leraren het hebben omarmd? Vind je het gek dat sommige van de traditionele poortwachters van autoriteit in de onderwijswereld er hun neus voor ophalen, omdat ze niet blij zijn met de bevrijding die het biedt aan hen die vroeger gemarginaliseerd waren?
In deze oceaan bestaan goed en kwaad, net als in iedere andere publieke ruimte. Maar dat is geen argument om maar op het strand te blijven zitten. Spring erin! Je stem doet ertoe.

O, en ik? @tombennett71. Ik zie je daar.

Tekst Tom Bennet, docent religiestudies op Jo Richardson Communityschool, Londen, en initiatiefnemer en directeur van ResearchED. Columnist van Tes, Engels onderwijstijdschrift.

Deze column is eerder verschenen op, en vertaald met toestemming van, TES.com. Gepubliceerd op 5 april 2016.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent