Leerkrachten in het basis- en voortgezet onderwijs hebben het erg druk. Naast de dagelijkse lessen (en de voorbereiding daarvan) moet er administratie bijgehouden worden en moet er nog nagekeken worden. Onder het mom van Leven Lang Leren verwachten wij (net als van andere professionals) dat leerkrachten zich blijven bijscholen. Daar staan zij over het algemeen heel positief tegenover. Zij willen graag bijleren over hun vak om zo hun leerlingen nog beter les te kunnen geven. Maar wordt er wel kritisch gekeken naar wat er zoal aan bijscholing beschikbaar is? Wordt het niveau van dit aanbod op een of andere manier getoetst? Ik zocht op een uiterst onsystematische manier naar wat er zoal beschikbaar is en lichtte er een aantal pseudowetenschappelijke trainingen/cursussen voor leerkrachten/docenten uit.
Allereerst, waarom is het eigenlijk een probleem als mensen geld besteden aan dingen die niet waar zijn of deels waar zijn? Als dit je eigen geld is, ga vooral je gang. Maar vraag jezelf dan het volgende: Hoeveel waarde hecht ik aan het weten of de informatie van de trainer klopt? In sommige gevallen worden de trainingen betaald door gemeenschapsgeld (opleidingsbudget). In dat soort gevallen is het duidelijk zonde om geld uit te geven aan pseudowetenschappelijke trainingen. Daarnaast is het zonde van je kostbare tijd. Naast dat je een aantal uur kwijt bent aan de trainingen(en), zul je (op basis van wat je geleerd hebt) nieuwe lesplannen of lesmateriaal maken. Als laatste kan het geleerde ook nadelige gevolgen hebben voor jouw leerlingen. Wanneer jouw lesplan of lesmateriaal gebaseerd is op pseudowetenschappelijke kennis dan kan dit het leren schaden. Nu het duidelijk is waarom het niet handig is om pseudowetenschappelijke bijscholing te volgen, kunnen we kijken wat er dan allemaal in de aanbieding is.
Tijdens een zeer ongestructureerde focusgroep uitgevoerd met een gelegenheidssteekproef (rondvraag tijdens de lunchpauze) kwam ik erachter dat het voor een onderwijsonderzoeker moeilijk is om naar een oudermiddag van school te gaan. Er komt geregeld iets langs waarvan je weet dat het niet klopt, maar je vindt het heel naar om er iets van te zeggen tegenover de school. Zo vertelde een collega dat er op een basisschool getekend wordt om de twee hersenhelften in verbinding met elkaar te brengen. Dat gebeurt normaal nooit, zo luidde de claim. Een ander vertelde dat het nog moeilijker is als je onderwijsonderzoeker én leerkracht bent. Wat doe je als de schoolleider je naar een tweedaagse training stuurt over spiral dynamics? Deze eerste inkijk in de pseudowetenschap op school gaf mij aanleiding om op zoek te gaan naar waar deze trainingen vandaan komen.
De zeer onsystematische zoektocht (zo veel mogelijk pseudowetenschappen + het woord onderwijs googelen) leverde al snel een aantal voorbeelden op van pseudowetenschappelijke trainingen gericht op leraren. Ik zal er een aantal toelichten. We starten bij Neuro Linguïstisch Programmeren (NLP). Bij de ene aanbieder zit de NLP in een pakket van praktische psychologie. Bij de ander wordt er duidelijk vermeld dat de cursus voor het onderwijs bedoeld is. Ook wordt geduid op de fiscale aftrekbaarheid van de cursuskosten en dat de opleidingen aangesloten zijn bij het schoolleidersregister. Meervoudige intelligentie (MI) mag in het rijtje natuurlijk niet ontbreken. Er is voldoende keuze. Waar MI is, is beelddenken niet ver weg. Bij zowel MI als beelddenken schrok ik van de certificeringen. Zo is één van de opleidingen zelfs gevalideerd door register leraar.nl. Als laatste eindigen we in het web van de human en spiral dynamics. Deze zweverige persoonlijkheidsleer is overgewaaid uit de VS en wordt aangeboden door diverse onderwijsadviesbureaus.
Natuurlijk wordt er door de verschillende aanbieders ook meer onderbouwde trainingen aangeboden. Maar hoe krijg ik daar nu beter zicht op? Hoe kan ik onderscheid maken tussen zin en onzin? Zoals we zagen zijn sommige opleidingen/trainingen gewoon gevalideerd door register leraar.nl, zitten ze bij het schoolleidersregister of hebben meerdere andere onderwijscertificeringen. Voor het herkennen van pseudowetenschap bestaan geen simpele oplossingen die altijd werken. Zelfs wetenschapsfilosofen hebben hier enorme moeite mee. Om je toch nog enigszins te helpen hebben we hieronder een aantal manieren bedacht waarmee je informatie kan inwinnen of een opleiding/training pseudowetenschap is.
- Begin met zelf informatie inwinnen (ga niet uit van de flashy website met testimonials van de aanbieder). Een aardig startpunt is Wikipedia. Nu kun je natuurlijk niet volledig op Wikipedia vertrouwen, maar het is een goed begin. Wikipedia vertelt bijvoorbeeld netjes dat NLP als pseudowetenschap beschouwd moet worden. Scheelt weer.
- Het boek When can you trust the experts van Daniel Willingham geeft verschillende handreikingen die je kunt gebruiken bij het spotten van onderwijsonzin.
- Gebruik een hulplijn, mail een onderwijsonderzoeker. Zoek op internet een onderwijsonderzoeker die verstand heeft van het onderwerp van de training. Om de kans te verhogen dat je antwoord krijgt kun je hoogleraren vermijden.
- Doe mee met onderzoek. Zo heb je een direct lijntje met een onderzoeker. Zij hebben vaak een bepaalde set aan vaardigheden waarmee zij onderzoek op waarde kunnen schatten.
Vanwege de vele initiatieven rondom het herkennen van pseudowetenschap en de populariteit van het factchecken ben ik positief gesteld over de pseudowetenschap in het onderwijs. Ik ben ervan overtuigd dat er in de toekomst minder pseudowetenschap in het onderwijs zal zijn, maar zal mij daar nog steeds voor blijven inzetten. Het geld en de tijd van leraren kan zoveel beter besteed worden. Ook bied ik mij graag aan om de vele registers en certificeringen eens goed tegen het licht te houden.
Dit artikel verscheen origineel op 23 oktober 2019 hier. Steven Raaijmakers is onderwijsadviseur bij Onderwijsadvies & Training aan de Universiteit Utrecht, en schreef samen met Paul A. Kirschner Op de schouders van reuzen.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven