Onderwijs is meer dan een toets

Tekst Jacques Vriens
Gepubliceerd op 26-01-2015
Jacques Vriens - In het januarinummer van Didactief staat een uitgebreide reportage over de onderwijsinspectie. Ik citeer: 'Het toverwoord is opbrengstgericht werken; competenties; toetsresultaten; het cognitieve lijkt maatgevend; evaluaties; de Cito-eindtoets in het PO is onze belangrijkste bron in de risicodetectie.' Volgens mij verliezen we het doel uit het oog.

Het is al bijna twee jaar geleden dat de Onderwijsraad met een heel ander geluid kwam. De raad liet in een rapport nogal kritische geluiden horen over de toets- en testcultuur.

Ik heb overigens niks tegen een toets op zijn tijd, maar zo langzamerhand verliezen we volgens mij het doel uit het oog. Toetsen zijn er om kinderen te helpen, maar ze worden steeds meer gebruikt om scholen de pin op de neus te zetten en hen af te rekenen op hun resultaten.

De Onderwijsraad zegt juist nadrukkelijk dat onderwijs méér dient te zijn dan taal en rekenen. Natuurlijk zijn dit belangrijke vakken, maar een school moet kinderen ook een bredere bagage meegeven. De raad noemt onder meer geschiedenis, burgerschapskunde, informatica, muziek en kunst en cultuur.

De vraag is nu: in hoeverre heeft de inspectie daar oog voor en neemt ze dit mee in haar beoordeling? In de laatste Didactief hoor ik geen enkele inspecteur hier iets over zeggen.

En, misschien nog wel belangrijker: in hoeverre hebben scholen dit zelf nog hoog in hun vaandel staan?

Ik herinner mij uit mijn eigen onderwijstijd dat de inspecteur nogal verbaasd was toen hij hoorde dat wij op vrijdagmiddag 'keuzevakken' gaven. Kinderen konden kiezen uit een ruim aanbod aan creatieve vakken, zoals toneel, muziek, fotograferen, keramiek of schilderen. Het kostte mij moeite om de inspecteur van het belang hiervan te overtuigen. Maar nadat ik een verhaal op papier had gezet ( met 'doelen', 'subdoelen', 'organisatie', 'evaluatie' enz. enz.) kregen we toestemming om door te gaan.

Maar er valt veel meer te doen op het gebied van culturele vorming. Het is ook belangrijk dat kinderen gedurende hun basisschooltijd een aantal malen een theater en een museum bezoeken.

Een nauwkeurig overzicht van alle toetsresultaten maakt natuurlijk meer indruk op de inspectie (en de ouders) dan een bezoek aan een balletvoorstelling, een concert of een tentoonstelling. Als ik het Didactief-artikel over de inspectie lees, moet je als school langzamerhand wel heel veel moed hebben om te verkondigen dat je creativiteit en kunst en cultuur óók erg belangrijk vindt voor je leerlingen.

Ik sta zelf nog wel eens in het theater met een voorstelling rondom mijn boeken en 'schoolvoorstellingen' vormen hierbij een aparte categorie. Ik hoor ook altijd van collega-theatermakers dat het bij schoolvoorstellingen kan 'vriezen of dooien'.

Ik heb dan nog het geluk dat veel kinderen met een zekere verwachting naar het theater komen, omdat er redelijke kans is dat ze mijn boeken kennen, maar dan nog kun je voor verrassingen komen staan.

Vaak sta ik stiekem te kijken naar het binnenkomen en dat is al een evenement op zich. Sommige groepen komen rustig de zaal binnen met meester en juf voorop, maar per voorstelling stormt minstens één klas als een troep wilde dieren naar binnen, schreeuwen, maken ruzie over plaatsen en trekken en duwen. De leerkracht komt er ( vermoeid?) achteraan gesjokt.

Bij een gewone familievoorstelling wordt het stil zodra het licht uitgaat, maar bij schoolvoorstellingen beginnen er altijd wel een aantal kinderen te gillen en neemt de rest het over. Vooral kinderen die zelden of nooit in het theater zijn geweest, barsten meteen los in een woest gebrul.

Laatst had ik hier een discussie over met een collega-auteur die vond dat je dit soort kinderen beter thuis kunt laten.

Ik was het natuurlijk niet met hem eens. Juist voor deze kinderen is het belangrijk dat ze naar het theater komen, een museum bezoeken, een boek lezen en op school met creatieve vakken in aanraking komen. De kans is vrij groot dat ze van huis uit geen enkele belangstelling voor cultuur meekrijgen, daarom heeft juist de school hierin een belangrijke taak. Maar dan is het bij een theater-of museumbezoek wel fijn als juf of meester hun kinderen er goed op voorbereiden (over wat ze gaan meemaken én hoe je je gedraagt) en het niet zien als een uurtje 'vulling'.

En als dan de inspectie er ook het grote belang van in ziet en scholen niet alleen afrekent op prestaties, wordt het weer echt leuk in het onderwijs.

Jacques Vriens, auteur van bekende kinderboeken als Die rotschool met die fijne klas, de meester Jaap-serie en het recent verfilmde Oorlogsgeheimen. Hij is de eerste Nederlandse kinderboekenambassadeur en schrijft maandelijks een column voor deze website.

Zie voor voorstellingen van schrijvers in het theater www.boekentheater.nl 

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent