Onderpresteerders in de klas? Geef ze een project

Tekst Winfried van Gool
Gepubliceerd op 26-01-2024
Beeld Pixabay
Meer autonomie en een projectmatige aanpak kunnen leerlingen helpen hun motivatie niet te verliezen, schrijft Winfried van Gool. Het versterken van executieve functies verdient daarbij aandacht.

Hoe groot is soms de teleurstelling van meer begaafde academisch georiënteerde brugklassers. Eindelijk op het vwo, leergierig willen ze zich snel en zelfstandig stof en vaardigheden eigen maken! Maar wanneer de juiste uitdaging uitblijft, zie je hun motivatie wegsijpelen.

Dit is voor mij reden een lans te breken voor projectonderwijs in de bovenbouw van het vwo waar ik werk als docent Engels. Al in de onderbouw zouden meer begaafde leerlingen ruimte moeten krijgen om een deel van hun onderwijstijd met een verrijkings- of verbredingsprogramma te vullen en om daarbij begeleiding in de reguliere klas te krijgen. Collega’s moeten deze leerlingen nog beter leren herkennen en begeleiden en hun didactiek meer op deze doelgroep afstemmen. De winst? Vroegtijdig motivatieverlies wordt vermeden.

School zou iedere leerling moeten begeleiden naar groeiende zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid voor het eigen leerproces. Het is een voorwaarde om volwassen te kunnen worden. De praktijk in Nederlandse vo-scholen staat in schril contrast met dit ideaal: afgebakende vakgebieden waardoor samenhang van stof, ideeën en vaardigheden deels verloren gaat.

Om leerlingen in de bovenbouw van het vwo te begeleiden naar zelfstandigheid en hen verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces te leren nemen, is de ontwikkeling van executieve functies en een procesmatige benadering van het leren nodig. Een coachingsprogramma kan helpen. Juist meer begaafde leerlingen hebben vaak nauwelijks zelfstandig leren werken. Doorzettingsvermogen en planning moeten ze leren.

Coach ze met concrete vragen over het leerproces: “Waar loop je vast?”, “Waar ben je goed in?”, “Wat zijn je zwakkere punten en hoe denk je dat je die kunt verbeteren?”, “Hoe sta je in je leerproces?” Voor veel leerlingen is interesse tonen al genoeg.

Daarnaast moeten vaak hun executieve functies verder ontwikkeld worden. Dawson & Guare hebben hiervoor een model ontwikkeld dat leerlingen helpt bij het leggen van een verband tussen langetermijndoelen en het dagelijks gedrag dat nodig is om deze te bereiken. Zij stellen dat leerlingen zich een project eigen maken door er langere tijd aan te werken. Het gevoel van eigenaarschap creëert bevrediging, nog voordat een eindresultaat of beoordeling in beeld komt en dit vermindert prestatiedruk en stress.

Dit lukt natuurlijk niet van de ene op de andere dag, en daarom is dit een proces waarmee we al in de onderbouw kunnen beginnen. Stap voor stap kunnen we leerlingen begeleiden van learned helplessness, waarbij ze afhankelijk blijven van externe factoren, zoals onze hulp, naar perceived control waarbij ze zich een specifieke leerstrategie eigen maken en deze in allerlei situaties, zowel op school als daarbuiten, kunnen inzetten. Learned helplessness mondt volgens onderzoekers uit in passiviteit en kan zelfs leiden tot depressie. Perceived control daarentegen doet volgens Ly et. al., leerlingen geloven in zichzelf en komt hun geestelijke gezondheid ten goede.

Ik heb onderstaand schema uitgewerkt dat kan helpen om leerlingen gestructureerd aan een eindproduct te laten werken. Geleidelijk krijgen ze meer controle en worden meer executieve functies aangesproken.

Per leerling kan het thema van het project natuurlijk verschillen. De onderbouwing van argumenten, en de hoeveelheid autonomie die leerlingen krijgen is mede afhankelijk van leeftijd en voortgang.

Leerlingen kunnen zoveel brononderzoek doen of data verzamelen als zij nodig achten om zelf gestelde doelen te behalen. Indien nodig is er plaats voor vakoverstijgend werken en verbindingen met de ‘echte’ wereld. Interessant, want Jackson & Frankfourth Moyle merken op dat vo-leerlingen zich veelal afgesloten voelen van de maatschappij, en dat zij weinig samenhang tussen verschillende schoolvakken zien. Projectwerk kan juist deze relaties en samenhang scheppen en kan leerlingen laten voelen dat schoolvakken en leerstof wel degelijk iets te maken hebben met de wereld waarin ze leven.

Een voorbeeld van een projectmatige aanpak in de bovenbouw van het vwo die relatief eenvoudig in de bestaande onderwijsstructuur kan worden ingebouwd is het International Baccalaureate (IB) English A Higher Level programma. Dit ziet het aanleren van lifelong skills zelfs als een van de essentiële kenmerken van goed onderwijs. Onderdeel van dit programma is het schrijven van een zogenoemd Higher Level essay, een project dat zich over 5-6vwo uitstrekt. Voordat leerlingen aan het schrijven van het essay toekomen moeten ze eerst gedegen onderzoek naar een onderwerp naar keuze verrichten. Uiteindelijk moeten ze hun onderzoeksvraag uitwerken in 1200 tot 1500 woorden.

Zo schreven enkele van mijn IB English A leerlingen een essay over de film Throne of Blood (1957) van de Japanse regisseur Akira Kurosawa, geïnspireerd op Shakespeares Macbeth (1623). Een groot aantal vakoverstijgende keuzes zijn hierbij mogelijk: een historische vergelijking tussen het Schotland van de elfde eeuw en een zestiende-eeuwse Japanse context, een analyse van Kurosawas artistieke keuzes, de invloed van een christelijk en een boeddhistisch wereldbeeld op de uiteindelijke productie, de manier waarop het poëtisch zeventiende-eeuws taalgebruik van Shakespeare plaatsmaakt voor de kracht van het beeld, enzovoort. Het essay bood mijn leerlingen de mogelijkheid zich te ontwikkelen als onafhankelijke, kritische en creatieve denkers door een onderwerp over een langere periode te bestuderen en hun ideeën hierover te ontwikkelen en te herzien door te plannen, te redigeren, en hun tekst waar nodig aan te passen. Het Higher Level essay is een gericht en analytisch betoog in het Engels over literaire of niet literaire teksten. Dat kunnen ook reclameboodschappen, (politieke) toespraken, of film, foto’s, kunstwerken (schilderijen, beeldhouwwerken, muzikale composities, …) zijn. Voor leerlingen die dat nodig hebben om gemotiveerd te worden of te blijven stelt het je in staat de wereld de school binnen te halen en deel te laten worden van hun belevingswereld. Zoals de zoöloog Jack Hanna ooit zei: “The world is the true classroom.”

Winfried van Gool is docent Engels aan het Pius X-College in Bladel.

 

Bibliografie:

Daniels, S. & Piechowski, M. (red.) (2019). Leven met intensiteit, Venlo: Novilo.

Dawson, P. & Guare, R. (2012). Coachen van kinderen en adolescenten met zwakke executieve functies, Amsterdam: Hogrefe.

International Baccalaureate Organisation (2019). Language A: language and literature guide first assessment 2021. Geneva: IBO.

Jackson & Frankfourth Moyle ‘Innerlijk ontwaken, uiterlijke reis: het intense, begaafde kind in de adolescentie’ in Daniels, S. & Piechowski, M. (red.) (2019). Leven met intensiteit, Venlo: Novilo, p. 103-122.

Koenderink, T. (2013). Is het voor een cijfer?, Venlo: Novilo.

Koenderink, T. (2016). De 7 Uitdagingen, Venlo: Novilo.

Ly et al. (2019). A Reward-Based Framework of Perceived Control in Frontiers in Neuroscience, 12.02.2019. Vol. 13, article 65.

Seligman, M. (2011). Flourish, New York: Atria.

Verder lezen

1 S10, borstelrobots en de Motivatie-motor
2 Motivatie, het ongelijk van Ryan en Deci
3 Wat weten we over motiveren?

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent