Leraar moet aan tafel bij commissie Zevenbergen

Tekst Marco de Leeuw en Debbie Dussel
Gepubliceerd op 05-10-2020
Marco de Leeuw en Debbie Dussel - De commissie Zevenbergen die een nieuw bevoegdhedenstelsel probeert uit te denken, moet de leraar aan tafel uitnodigen. De beroepsgroep gaat immers zelf, volgens de Wet Beroep Leraar, over de bekwaamheidseisen. Het wordt tijd dat de commissie dat onderkent, volgens het Lerarencollectief.

Zaterdag 19 september 2020 waren wij, Marco de Leeuw en Debbie Dussel, namens het Lerarencollectief aanwezig bij een werksessie van de Commissie Onderwijsbevoegdheden. Doel: ons laten informeren en het inhoudelijke gesprek aangaan.

De laatste jaren staan de opleidingen en de aantrekkelijkheid van het beroep ter discussie. Denk aan de arbeidsvoorwaarden, mannelijke studenten die afhaken vanwege de kleuterstage, het gebrek aan loopbaanmogelijkheden, de drempels bij het behalen van een extra bevoegdheid en de bevoegdheid in zijn algemeen (bijvoorbeeld de beleidsregels voor de vijf grote steden waarbij onbevoegden voor de klas mogen). Voor de Onderwijsraad was dit alles aanleiding om het bevoegdhedenstelsel in het po, vo en mbo onder de loep te nemen. Resultaat was het advies Ruim baan voor de leraar (2018; lees wat drie leraren hiervan vinden en het artikel dat Didactief over het advies schreef). De ministers hebben op basis van het advies besloten dat er een nieuw bevoegdhedenstelsel wordt ontworpen. De Commissie Onderwijsbevoegdheden heeft daarvoor de opdracht gekregen.

We gingen met een dubbel gevoel naar de commissie toe. Enerzijds waren we nieuwsgierig naar de denkrichtingen van de commissie en hun visie op het leraarschap. Anderzijds staat het bevoegdhedenstelsel bij de leden van het Lerarencollectief onder aan het lijstje. Een dag voor we naar de commissiebijeenkomst moesten, was er een enquête verschenen waaruit bleek dat leerkrachten geen behoefte hebben aan een nieuw bevoegdhedenstelsel. Een herkenbaar beeld en een niet te negeren signaal voor vertegenwoordigers van de beroepsgroep.

De werksessie startte met een korte introductievideo waarin de visie op het leraarschap van de commissie bevoegdheden gepresenteerd werd. Vervolgens deelde de commissie verschillende plannen (‘denkrichtingen’) voor een nieuw in te richten bevoegdhedenstelsel. In deelsessies mochten hierover vragen gesteld worden door de aanwezigen (vooral bestuurders, opleiders en onderzoekers).

 In de door ons bijgewoonde deelsessie werd het zogenoemde startbewijs nader toegelicht. Met het startbewijs zijn leraren in de volle breedte van het beroep bevoegd en leraren hebben daarbij minimaal één specialisatie in een doelgroep en inhoud. Het basisidee is afkomstig uit het advies van de Onderwijsraad. Hij gaat ervanuit dat de aantrekkelijkheid van het leraarschap vergroot kan worden door ruimere mogelijkheden te creëren voor specialisatie en loopbaanontwikkeling. Concreet stelt de commissie bijvoorbeeld dat leerkrachten opgeleid kunnen worden in het geven van onderwijs aan 10- tot 14-jarigen. Leraren krijgen dan ook de mogelijkheid om extra specialisaties op te doen door extra ‘bouwstenen’ te behalen in een professionaliseringstraject.

Het Lerarencollectief maakt zich onder andere zorgen over de plannen van de commissie in relatie tot het lerarentekort in, met name, het primair onderwijs. Om bij die leraren met een 10-14-specialisatie te blijven: de kans is groot dat zij liever lesgeven op het voortgezet onderwijs, omdat de arbeidsvoorwaarden daar momenteel veel gunstiger zijn. Met andere woorden, dat we leraren die nu in het po werken en zich gaan specialiseren in die extra bouwstenen, straks verliezen aan het vo. Volgens ons is het essentieel dat de commissie het belang van gelijke arbeidsvoorwaarden voor po en vo in het advies aan de minister benoemt. Dat zou vooraf moeten gaan aan welke stap met betrekking tot bevoegdheden dan ook. Voor het Lerarencollectief is dat absoluut voorwaardelijk en dit hebben we dan ook benoemd tijdens de werksessie.

Echter, onze eerste indruk is dat de plannen van de Commissie Onderwijsbevoegdheden klaar liggen; de commissie gaat voort op een geplaveide weg waar weinig aan gesleuteld lijkt te kunnen worden. Dat verbaast ons en dit draagt niet bij aan waar wij als Lerarencollectief voor staan: leraren aan het roer! Het Lerarencollectief vindt het belangrijk om de beroepsgroep te informeren en mee te nemen in iedere ontwikkeling die ons lerarenvak aangaat. Dit is in het (recente) verleden namelijk veel te vaak níet gebeurd, met veel frustraties tot gevolg.

Wij roepen de commissie dan ook op om onze beroepsgroep aan tafel uit te nodigen om als gelijkwaardige mee te denken en mee te praten. Om te beginnen over de bekwaamheidseisen: Wat moet een leerkracht kennen en kunnen? Uiteindelijk gaan we daar als leraren, vastgelegd in de Wet Beroep Leraar (zie kader), namelijk toch echt zelf over. Het wordt tijd dat de commissie dat onderkent.

 

In de Wet Beroep Leraar staat beschreven dat leraren verantwoordelijk zijn voor het vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische proces in de klas. Wie zich leraar mag noemen en wat je moet kennen en kunnen (bekwaamheidseisen) is aan de beroepsgroep zelf. In het primair onderwijs ben je bevoegd indien je de PABO hebt gevolgd. Bevoegdheid betekent dat een leraar bekwaam wordt geacht om de eerder genoemde verantwoordelijkheid op zich te nemen.


Marco de Leeuw en Debbie Dussel zijn lid van de lerarenraad van Het Lerarencollectief.

Meer info: lerarencollectief.nl.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent