Koloniale scholen in Suriname

Tekst Sjoerd Karsten
Gepubliceerd op 22-01-2019
In Suriname werd al in 1876 de leerplicht ingevoerd. Toch bleef het in de kolonie bedroevend gesteld met het onderwijs.

Beperkt Lager Onderwijs (BLO), zelden heeft een naam beter uitgedrukt hoe weinig de Nederlandse overheid soms over heeft voor haar jongste onderdanen. Het BLO is een bezuinigingsproduct, ingesteld in de kolonie Suriname in de jaren dertig van de vorige eeuw, en vlak voor de Surinaamse zelfstandigheid opgeheven. Dit onderwijs op het Surinaamse platteland is in alles beperkt: het leerplan, de kwaliteit en ook de betaling van de leraren. Aan de school werken bijna uitsluitend de laagst bevoegden of in het geheel niet-bevoegden. Het staat symbool voor hoe bedroevend de geschiedenis van het onderwijs in de kolonie Suriname in veel opzichten is. Zeker tot 1950 is daar de ontwikkeling van alle bevolkingsgroepen geen beleidsdoel en wordt alleen maar naar de kosten gekeken.
Omstreeks 1850 staat de koloniale overheid in Suriname voor het eerst toe dat de protestantse zending en de katholieke missie schooltjes oprichten om slavenkinderen enige, vooral godsdienstige scholing te bieden. In de hoop dat trouw aan God ook leidt tot vrede met hun situatie. De voertaal is Sranan (in die tijd bekend als ‘Neger-Engels’), omdat het de slaven niet is toegestaan Nederlands te leren. Men is namelijk bevreesd dat zij ‘eenmaal kunnende schrijven, de wreedheid hunner meesters door courantengeschrijf wereldkundig kunnen maken’.
Wanneer in 1863 de slavernij eindelijk wordt afgeschaft, krijgen de zending en missie overheidssteun voor hun scholen, lang voordat in het moederland sprake is van subsidie aan het confessioneel onderwijs. Het duurt nog een paar jaar voor de eerste openbare scholen verschijnen. In 1876 wordt al wel de leerplicht, bijna een kwart eeuw eerder dan in Nederland zelf, ingevoerd. Vanaf die tijd staat Nederland model voor het Surinaamse onderwijs (schooltypen, taal en schoolboeken), maar het duurt nog minstens vijftien jaar voor de leerplichtige kinderen als nieuwe Nederlandssprekende alfabeten deel gaan uitmaken van de maatschappij.

Leerplicht kwart
eeuw eerder
dan in Nederland

De kinderen van de nieuwe arbeidsimmigranten uit Azië worden van de leerplicht uitgezonderd, omdat zij op grond van het arbeidscontract van hun ouders al op tienjarige leeftijd verplicht zijn als halve kracht op de plantages te werken. Voor hen richt men ‘koeliescholen’ op, waar Sarnami (Hindoestaanse mengtaal) meestal de voertaal is, maar deze zijn van uiterst slechte kwaliteit en in 1907 alweer verdwenen. Omdat de meeste ouders moslim zijn, zien zij niets in het overwegend christelijke onderwijs en gaan zij als eerste bevolkingsgroep in meerderheid naar de schaarse openbare scholen.
Vrije ‘kleurlingen’ (nakomelingen van witte kolonialen en slaven) en eerder vrijgemaakte slaven zijn van begin af aan niet welkom op scholen voor witte kinderen. Met steun van de kerk wordt daarom al zeer vroeg een aparte vrije ‘mulatten en negers’-school opgericht, maar het kost veel moeite om daar geld voor bijeen te krijgen. Volgens het bestuur van de Hervormde Kerk is er grote overredingskracht nodig om de mannen die gewillig hoge premies betalen ‘voor het doden van een weggelopen neger’, te bewegen een bedrag af te staan ter betaling van een onderwijzer. Al die tijd krijgen witte kinderen gescheiden onderwijs. De koloniale elite probeert een aantal malen een Latijnse school (gymnasium) op te richten zodat hun zonen (geen meisjes) in Suriname naar het voortgezet onderwijs kunnen. Tevergeefs, dus moeten zij na de lagere school naar Nederland; een overtocht die later voor iedereen die maar enigszins verder wil leren de hoofdroute wordt. Pas in 1950 wordt een Surinaamse middelbare school opgericht.
In de jaren zestig dringt in Haagse kringen het besef door wat de effecten zijn van het koloniale beleid. Men verzuimt echter lessen te trekken voor het eigen land: in 1971 signaleert Het Parool de eerste ‘zwarte’ school in de Amsterdamse Bijlmer.


Sjoerd Karsten is emeritus hoogleraar Onderwijskunde. Bekijk alle korte docu’s en lees alle blogs in het dossier van Sjoerd Karsten.

Deze column verscheen in Didactief, januari/februari 2019.

Verder lezen

1 Sjoerd Karsten

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent