Een nieuw publiek voor mij, en dan te bedenken en dat ik al een jaar of dertig voor de klas sta. Begonnen op de basisschool, nu al weer jaren actief in het voortgezet onderwijs. Op alle niveaus, van atheneum tot vmbo.
De passie voor het theater was er al van jongs af aan, maar de toneelschool of kleinkunstacademie was er niet bij. Mijn vader zag meer in de kweekschool: ʽDan heb je altijd iets om op terug te vallen.ʼ
Geen slechte keus achteraf, want ik heb er twee totaal verschillende levens aan overgehouden, die me allebei even lief zijn. Op de kweekschool stond ik al snel op de planken en dat smaakte naar meer. Ik heb aan kleine en grote producties meegewerkt en schaaf inmiddels aan mijn twaalfde soloprogramma: De Onderbuik ging op 22 maart in schouwburg Orpheus in Apeldoorn in première.
De school is niet alleen een inspiratiebron, maar verzekert mijn contact met het echte leven, met de basis. Op het podium beschouw je het leven van bovenaf, overdrijf je, chargeer je, prikkel je door zaken onder een vergrootglas te leggen. In de klas adem je het leven zoals het is, met zijn mooie en lelijke kanten.
Lesgeven – zo'n tien tot twaalf uur in de week – betekent voor mij een verrijking. Net als de kinderen, leer ook ik nog iedere dag. En verwonder ik me keer op keer.
Maar ook in het theater is er verbazing, zoals op de dag van Het Congres. Een bijeenkomst van onderwijsmensen, die de klas al een tijd geleden hebben verruild voor een kamer, van waaruit ze anderen aansturen. Geschoolde, ambitieuze mensen die aan de hand van diverse methodes bagage meekrijgen die een carrière mogelijk maakt. Wat mij bij bleef waren vooral hun volzinnen: het begrip effectief leiderschap voerde de boventoon, maar het woord kind viel niet 1 keer....
Onwillekeurig deed het me denken aan het verhaal van een Russische auteur eind negentiende eeuw. Een verhaal over een jubilaris dat ik in een ver verleden al eens tot leven bracht in het theater. Er duiken notabelen in op die zijdelings de jubilaris toespreken, en vooral elkaar met fraaie zinnen lof toezwaaien om vervolgens het glas voor de zoveelste keer te heffen. Als ze langzaam maar zeker huiswaarts moeten keren, komen ze erachter dat ze een kleinigheid zijn vergeten: namelijk de jubilaris zelf uit te nodigen. De hoge heren zijn niet onder de indruk en kijken nogmaals heel diep in het glas.
Het was eigenlijk een congres waarbij je je als theatermaker de vingers aflikt. Maar wat kun je er mee op school? Zouden ze het begrijpen of zou je collega's voor het hoofd stoten als je het ter sprake zou brengen? Ik heb na afloop mijn liedjes gezongen en ik weet dat de aanwezigen hebben genoten van Willem Wilmink's De Ouwe School. Ik heb verder mijn mond gehouden, maar het bloed kruipt nu eenmaal waar het niet kan gaan en dus heb ik de pen gepakt. Om aan te geven waar het allemaal om draait. Ten minste waar ik het voor doe: Voor het kind. Voor mijn klasjes. Die me net zo lief zijn als de mooiste schouwburg.
Gilian de Vries is actrice/kleinkunstenares, podiumcoach en docent Nederlands/muziektheater op een vmbo.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven