De voorstellingen van PlayBack hebben zware maatschappelijke thema’s: alcohol, drugs, pesten, seksualiteit, social media en agressie. Eerder publiceerden we al artikelen over de voorstellingen ‘Like’ (over vriendschap en pesten) en ‘Rijk’ (geldproblemen). Nu zijn we bij ‘Count me in’, over omgaan met cultuurverschillen, het omarmen van diversiteit en het leren herkennen én bestrijden van discriminatie. Er komen allerlei maatschappelijke en sociale thema’s voorbij: vriendschap, haat, vrijheid, botsende culturen, racisme, seksisme, sociale media (hoe snel het ontaardt in allerlei haatspraak), verdraagzaamheid, polarisatie, wit en mannelijk privilege, omgangsregels (‘sociaal verkeer’), dubbele identiteit, discriminatie op de werkvloer, respect, familie.
Het publiek, een diverse groep van ongeveer vijftig tweede- en derdeklassers vmbo/havo van het Stanislascollege Dalton in Delft, begint de ochtend met glazige blik maar zit gaandeweg steeds rechter. Er is op verzoek van de acteurs anderhalf uur lang geen telefoon te zien en het kletsen is minimaal. Na het toneelstuk bespreken de drie acteurs stellingen met de leerlingen en worden enkele scènes opnieuw gespeeld, deze keer met de inbreng van een leerling uit het publiek. Tijdens de terugspeelscènes blijven sommige acteurs in hun rol, terwijl een andere het gesprek leidt als zichzelf. Daarin komt hun grote professionaliteit naar voren: tegelijkertijd moeten ze acteren, improviserend op elkaar en de leerling reageren, en hun didactische training inzetten. Het werkt, ook de leerlingen schakelen moeiteloos heen en weer tussen het stuk en het gesprek. Over het algemeen zijn de leerlingen vrij timide, al is te merken dat ze wel actief bezig zijn met het stuk en de acteurs. Ze knikken driftig mee als ze het eens zijn met een klasgenoot of een acteur, en bij alle terugspeelscènes is er wel een enkeling die het aandurft om met de acteurs mee te spelen. Dat de volwassen acteurs tieners spelen, slikken ze als zoete koek vanaf de eerste scène.
Een van de stellingen gaat over de vraag of praten over cultuurverschillen moeilijk is. Volgens een leerling leidt praten over cultuurverschillen tot meningsverschillen, waar weer ruzie uit volgt. Haar medeleerlingen zien wel in dat een meningsverschil en een ruzie verschillende dingen zijn, en dat het bespreken van cultuurverschillen juist enorm nodig is om onbegrip te voorkomen. Een volgende stelling gaat over discriminatie. Vooroordelen worden benoemd, huidskleur, afkomst. De doorbraak van de nabespreking komt wanneer een leerling oppert dat vooroordelen te voorkomen zijn: stel vragen aan een ander. Zoek niet naar bevestiging van eerdere vooroordelen, maar vorm een eigen mening. Indrukwekkend, uit de mond van een veertienjarige. Het bewijst de waarde van dit stuk.
De acteurs geven bij navraag aan dat er grote verschillen zitten in hoe het stuk wordt ontvangen, en hoe de leerlingen erop reageren. Ten eerste is er het verschil in afkomst: hoe witter de groep, hoe moeilijker het gesprek. Ze ‘voelen’ het minder, volgens de acteurs. Leerlingen met een niet-westerse achtergrond herkennen zich meer in de acteurs en in sommige situaties, en worden er activistischer en feller door bij de terugspeelscènes en bij het bespreken van de stellingen. In het toneelstuk mag bijvoorbeeld de Nederlandse Jesse achter de kassa van de supermarkt, terwijl zijn Nederlands-Marokkaanse vriend Ridwan vakkenvuller blijft. Dat terwijl Ridwan meer uren heeft gemaakt en volgens de regels van de supermarkt zelf dan als eerste achter de kassa zou mogen. Een groep witte scholieren ziet volgens de acteurs vaak het probleem van de kassascène niet zo: als Ridwan niet achter de kassa mag, zal hij zijn werk wel verkeerd doen. Ze bedenken veel meer uitvluchten dan dat ze beamen dat er discriminatie in het spel kan zijn. Een meer diverse groep heeft juist eerder door dat de supermarktmanager zichzelf constant tegenspreekt, en geen logische redenatie heeft voor het voortrekken van Jesse.
Ook de leeftijd van het publiek is van belang: als de acteurs het stuk op mbo-scholen spelen, zijn de studenten daar veel mondiger dan (jonge) middelbare scholieren. Een wat ouder publiek heeft veel eerder door wanneer situaties grensoverschrijdend zijn, en zijn daar heel uitgesproken over. Overigens is er ook veel verschil tussen verschillende mbo-opleidingen. Volgens acteur Amro Kasr (die Ridwan speelt) “reageren studenten van de techniekopleiding heel anders op het stuk dan leerlingen van de opleiding maatschappelijk werk. Die laatste studenten namen zelfs met z’n allen de rol van gespreksleider over, en spraken ons in onze rol echt aan op ons gedrag. Een soort groepstherapie.”
In schooljaar 2019-2020 werkt Theatergroep Playback samen met Stichting School & Veiligheid om jongerenvoorstelling 'Count me in' en docententraining 'Dialoog onder druk' op school in te zetten. Zie: tgplayback.nl/contact.
1 'Het leven is hard, wen er maar aan'
2 Docent op toneel
3 Met 2-vmbo naar theater
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven