In die vier jaar hebben we veel geleerd over wat wij zelf eigenlijk vinden van cijferloos werken, maar ook over wat de leerlingen en ouders ervan vinden. Voor sommige leerlingen was het een zeer fijne manier van werken, zonder de druk om te presteren; anderen hadden veel meer structuur en houvast nodig.
Aan het begin van dit schooljaar hebben we de pilot geëvalueerd en als sectie besproken wat wij nog graag willen bereiken. Uit deze brainstormsessies kwamen heel goede dingen naar voren. Alle sectieleden vonden dat het meten van progressie belangrijker is dan het geven van dat ene cijfertje. Een cijfer zegt immers niets over de prestatie die een leerling voor dat cijfer heeft moeten leveren. De ene vijf is de andere niet. We kwamen er ook achter dat er nadelen zijn aan werken zonder cijfers. Hoe mooi onze feedbackrapportages ook waren, vaak hadden de leerlingen maar één vraag: ‘Wat is nou mijn cijfer?’ Dat krijg je als je de enige vakgroep bent die zo werkt op school…
Dit schooljaar hebben besloten toch weer te gaan werken met cijfers. Maar we zijn het er met z’n allen over eens dat formatief evalueren, vooruitgang monitoren en met leerlingen daarover in gesprek gaan, zeer belangrijke onderdelen moeten blijven in ons nieuwe systeem. Wellicht kunnen we zo een beter voorbeeld zijn voor anderen? Want hoewel we graag een pionierende vakgroep zijn, is het toch fijn wanneer anderen je voorbeeld volgen. We hopen nog steeds dat de hele school op den duur formatief gaat werken.
Het model dat we nu hebben ontwikkeld is niet cijferloos, maar wel formatief. Het is doorgevoerd in alle klassen, voor het vak Engels. We monitoren de vooruitgang van leerlingen nu op zes gebieden die we ieder apart in Magister zetten: grammatica, woordenschat, lezen, luisteren, schrijven en spreken. Zes kolommen waarin alle cijfers die de leerlingen krijgen, worden gezet. Eindcijfers vormen een gemiddelde per onderdeel, zodat voor iedere vaardigheid het niveau van leerlingen zichtbaar is.
Aan deze systematiek hebben we nog een aantal formatieve elementen toegevoegd: van . Leerlingen mogen grammatica en woordenschat net zo lang herkansen en daar tussentijds feedback op krijgen totdat ze dat voldoende niveau bereikt hebben. Ze leren in hun eigen tempo. Steeds moet hij of zij de basiskennis op orde hebben, voordat hij of zij door mag naar het volgende onderdeel. Hoe anders dan in het oude systeem waar de leerlingen allemaal in hetzelfde tempo door de stof moesten, ook wanneer ze nog niet voldoende afgerond hadden. Het cijfer is nu een beginpunt voor de volgende stap, geen eindpunt.
Het rapportcijfer wordt bepaald door het gemiddelde te nemen van alle zes eindcijfers (voor alle kolommen met vaardigheden) in Magister. Doordat alle cijfers gegroepeerd worden binnen de vaardigheden heeft een leerling nog steeds goed zicht op welke vaardigheid hij/zij nog kan verbeteren en waar hij/zij heel goed in is.
We toetsen veel meer dan voorheen. Maar leerlingen krijgen ook een soort jokerkaart. Bij de vaardigheden lezen en luisteren mogen ze één toets van de vier die ze per onderdeel krijgen in een jaar wegstrepen: die niet zal worden opgenomen in Magister. Die ene toets die niet meetelt, geldt als het ware als een extra oefening. De leerlingen bepalen zelf in overleg met de docent welke toets dat is. Het geeft het gevoel dat er minder druk ligt op het maken van de toetsen en dat ervaren ze als prettig.
Ook voor spreken en schrijven mogen leerlingen vaker oefenen en in overleg met de leerling wordt alleen het beste cijfer op Magister geplaatst.
Na vier maanden zijn we erg positief over deze manier van werken. Uiteraard zijn er zaken die anders kunnen. Zo zien we dat we nu veel meer toetsen dan voorheen. Het zijn wel kleinere toetsen, maar met alle herkansingen erbij is het toch veel. We zijn nu al hard aan het nadenken over de vorm en inhoud van onze toetsen om dit te veranderen.
De leerlingen zijn positief. Ze herkansen veel, en het lijkt erop dat feedback effectief is. Maar ze doen niet alleen de onvoldoendes over. We zien dat meerdere leerlingen met een voldoende toch graag een wat hoger cijfer willen halen. Mijn collega’s Engels en ik zijn zeer tevreden over de motivatie die leerlingen laten zien voor het vak. En dat heeft effect op collega’s. Ook de vakgroep Nederlands is voorzichtig aan het experimenteren en denkt erover om over te stappen naar een ander systeem.
Herma Klaassen is docente Engels op Het Nieuwe Lyceum in Bilthoven
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven